Eind 2015 werd een racistische aanslag gepleegd op het huis van een Somalisch Nederlands gezin. Vrij snel na de aanslag kwamen Geenstijl en De Gelderlander met de suggestie dat het weleens een burenruzie zou kunnen zijn. Daarmee niet alleen suggererend dat het dan geen racisme zou zijn (waarom eigenlijk niet?). Maar ook dat het gezin medeschuldig is: ze zouden overlast veroorzaakt hebben. Deze week achtte de rechter bewezen dat het een aanslag was en dat het een aanslag met racistisch motief was. Maar waarom classificeren we racistische aanslagen eigenlijk niet als terrorisme?

Is 'Pannerden' een terroristische aanslag?

De rechtbank had, onder andere, het volgende op te merken in haar vonnis:

Hij heeft met zijn daad niet alleen zijn eigen ongenoegen tegen de mogelijke huisvesting van asielzoekers in de buurt – op een volstrekt ongeoorloofde en onverantwoorde wijze – geuit, maar ook de kans geriskeerd dat gelijkgestemden zijn voorbeeld zouden opvolgen en zich eveneens met geweld zouden verzetten tegen het huisvesten van allochtonen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige feiten die de fundamentele beginselen van onze maatschappij raken. Zijn handelen is volstrekt respectloos en getuigt van minachting van mensen die geen westerse of Nederlandse herkomst hebben. Het handelen van verdachte kan worden aangemerkt als een daad van haat richting een groep mensen die volgens verdachte minderwaardig en niet welkom is in Nederland. Dit druist in tegen het in onze Grondwet verankerde gelijkheidsbeginsel dat alle mensen in Nederland in gelijke gevallen gelijk worden behandeld.

Deze aanslag heeft daarmee drie belangrijke kenmerken:

  1. De handeling moet gericht zijn op het bereiken van een politiek, economisch, religieus of sociaal doel: de dader wilde protesteren tegen de komst van asielzoekers;
  2. De actie is niet legitiem (dat laat de veroordeling zien);
  3. Er is sprake van een intentie om een boodschap af te geven die verder gaat dan de directe slachtoffers. Dat is bij een racistische aanslag eigenlijk per definitie zo: een deel van de bevolking (en wellicht tot op zekere hoogte ook de politiek) wordt geïntimideerd met een politieke boodschap: geen mensen die wij vreemdelingen vinden. In dit geval vond de actie plaats tegen de achtergrond van de racistische #kominverzet campagne van Geert Wilders en werd de boodschap overgedragen met het volgende pamflet met daarin een dreigende waarschuwing:
https://twitter.com/Martijn5155/status/918922159342440448
Bron: twitter.com

Wanneer een aanslag met racistische motieven bewezen is, dan is in feite bewezen dat het gaat om vanuit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappij-ontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. Dit laatste is ontleend aan de terrorisme definitie van de  NCTV en de bovenstaande drie criteria zijn afkomstig van de Global Terrorism Database: er zijn veel meer definities van terrorisme maar dit zijn mijns inziens toch wel belangrijke.

Het type politiek racistisch geweld zoals tegen het gezin in Pannerden staat niet op zichzelf. In feite hebben we inmiddels een behoorlijke traditie van geweld tegen minderheden opgebouwd. Zie het volgende, onvolledige, overzicht:

  1. In 1987 raakten bewoners van Stevensbeek in gevecht met de politie toen ze het gemeentehuis wilden binnendringen om te protesteren tegen 325 asielzoekers in hun dorp;
  2. In 1994 lossen twee mannen schoten op het AZC in Musselkanaal en het AZC ontving regelmatig dreigbrieven waaronder kogelbrieven;
  3. In 1994 werd Wijk aan Zee werd brand gesticht bij het AZC (waarbij één bewoner gewond raakte);
  4. In 1995 wordt het gemeentebestuur van Losser ernstig bedreigd door tegenstanders van het AZC met de dood, brandstichting en geweld. Er is ook een aanslag met een buks geweest op een Bosnische familie;
  5. In 1999 zijn er rellen in Kollum waarbij de gemeentebestuurders belaagd worden naar aanleiding van de moord op Marianne Vaatstra die, onder andere door Pim Fortuyn, onterecht aan asielzoekers wordt toegeschreven: Een Nederlander snijdt geen keel door;
  6. In augustus 2001 werd een asielzoeker in elkaar geslagen nadat er racistische taal tegen hem was geuit door een groep meisjes en hij daarop reageerde;
  7. In september 2001 werd Mohamed Aadan vermoord door daders die vonden dat hij niet in Nederland thuishoorde en omdat hij overlast zou veroorzaken;
  8. In september 2002 werd bekend dat scholieren uit Bellingwedde zich schuldig maken aan geweld tegen groepje kinderen uit het plaatselijke AZC;
  9. In 2002 ontstaan er onlusten in Appelscha nadat een jongen uit het AZC zich misdragen zou hebben. Jeugd uit Appelscha roept dan ook leuzen met Heil Hitler en Pim Fortuyn;
  10. In 2003 werden vijf jongeren uit Dokkum en omgeving (onder wie één militair) gearresteerd wegens het beramen van brandstichting in het AZC. Eerder zijn er ook al rellen geweest;
  11. In augustus 2004 was er een aanval met molotovcocktails op het AZC in Roden en ook in de maanden daarvoor zouden zeker zes asielzoekerscentra met molotovcocktails zijn aangevallen;
  12. In 2007 moesten drie families vluchten uit het AZC Winschoten omdat de politie hun veiligheid niet kon garanderen in verband met dreiging vanuit een groep plaatselijke jongeren.
  13. In 2007 in Waspik werd een gezin het dorp uit gepest;
  14. In 2007 in Son en Breugel ging een groep jongeren (die zelf een website met racistische teksten hadden gemaakt) allochtonen te lijf met stenen, fietskettingen en een knuppel;
  15. In 2009 was er een bedreiging met geweld tegen een mogelijk AZC in Schagen;
  16. In 2011 werden asielzoekers in Drachten gepest en bedreigd door een man uit Harkema;
  17. In 2015 wordt het AZC in Woerden bestormd en aangevallen;</li>
  18. In 2015 krijgt de gemeente Aalburg dreigementen met het platbranden van het gemeentehuis als er een AZC komt;
  19. In 2015 wordt een mogelijke lokatie van het ACZ in Zuidlaren beklad met hakenkruisen en White Power;
  20. In 2015 wordt een informatiebijeenkomst over het AZC in Steenbergen verstoord door demonstranten met agressieve racistische en seksistische leuzen;
  21. In 2015 wordt de informatiebijeenkomst van de gemeente Geldermalsen afgebroken na gewelddadig protest demonstranten;
  22. In 2016 eindigt een protestbijeenkomst in Heesch met geweld;
  23. In 2016 plegen vijf mannen een aanslag op een moskee in Enschede (zij zijn veroordeeld voor brandstichting met terroristisch oogmerk; hoger beroep volgt nog).

Niet al deze incidenten voldoen per definitie aan bovengenoemde omschrijvingen van terrorisme en we kunnen ons ook afvragen of die invullingen niet erg opgerekt zijn door de tijd heen, maar in bijna alle gevallen gaat het om politiek geweld tegen mensen die worden aangemerkt als ‘niet van hier, niet voor hier’ en vaak tegen de achtergrond van een breder (racistisch) protest tegen asielzoekers, tegen moslims en zwarte mensen (denk aan de moord op Kerwin Duinmeijer, en ja tussen de categorieën kan een overlap zitten).

Afstand en nabijheid

Wanneer we de aanslag op de moskee in Enschede inderdaad zien als een aanslag met terroristisch oogmerk, dan dienen met terugwerkende kracht veel meer aanslagen als terrorisme te worden aangemerkt en valt ook de aanslag in Pannerden eronder. Ik vraag me af of dat opvallende verschil niet al besloten zit in ons denken over wij en zij. Na aanslagen in de Canadese hoofdstad Ottawa in oktober 2014 schreef Trouw:

De dreiging van geradicaliseerde jongeren, die vanwege de burgeroorlog in Syrië een daad willen stellen, komt door de gebeurtenissen in Canada erg dichtbij.

Trouw

Maar hoezo was dat het geval? Ottawa ligt immers veel verder van Damascus dan Amsterdam, dus had Trouw beter kunnen schrijven dat de dreiging zich juist van ons verwijderde. Trouw geeft zelf het antwoord:

Canada lijkt in sociaal-cultureel opzicht redelijk op Nederland.

Trouw

Met andere woorden, wat we bedreigend vinden wordt mede bepaald door ons idee over de cultuur van de Ander. Zoals Arun Kundnani opmerkt in zijn boek The Muslims are Coming: de politieke handeling van het classificeren van een aanslag als terrorisme is vaak een geracialiseerde handeling.

Staat de cultuur in het perspectief van Trouw dichtbij en wordt die aangevallen, dan komt de dreiging dichtbij als de dader ook voldoet aan het beeld van een cultuur veraf. Dus als de dader iemand is die voldoet aan ons beeld van een nabije (of zelfs onze) cultuur en het slachtoffer voldoet aan het beeld van iemand van een verre cultuur (het Somalisch Nederlandse gezin, een moskee, Kerwin Duinmeijer) is de dreiging dan veraf voor Trouw?

En toen de Duitse NSU diverse moorden pleegde in Duitsland op Turkse Duitsers was er helemaal niemand die schreef: ‘nu komt het wel dichtbij’ (in feite schreef er aanvankelijk eigenlijk amper iemand over die moorden).

Vooringenomenheid

In een interessant artikel naar aanleiding van de recente schietpartij in Las Vegas voor The Guardian wijst Moustafa Bayoumi (auteur van How does it feel to be a problem?) erop dat de VS een verschil maakt tussen ‘domestic terrorism’ (dat is geen federaal misdrijf) en ‘foreign terrorism’ (wel een federaal misdrijf). Dat laatste is onder meer gebaseerd op een lijst van terroristische organisaties van wie de meeste afkomstig zijn of vooral actief zijn in landen met een moslimmeerderheid. De Amerikaanse wet en de vervolging van terrorisme bevat dus een zekere vooringenomenheid die ervoor zorgt dat er een focus is op moslims terwijl binnenlands terrorisme in het federale recht minder van belang is.

Dat juridische verschil is er niet in Nederland, maar we kunnen ons afvragen of een dergelijke vooringenomenheid niet in ons denken over geweld is geslopen die ook gevolgen heeft voor beleid en vervolging. Op de pagina van de rijksoverheid, die verschillende definities geeft van extremisme en terrorisme, zien we bijvoorbeeld wel een verwijzing naar orthodoxie, maar niet naar racisme.

Wanneer we in beleid en debat moslims en islam voortdurend als de voortdurende onaangepaste en bedreigende ultieme Ander zien, vinden we geweld door moslims per definitie meer ontwrichtend dan wanneer politiek geweld gepleegd wordt door mensen van wie we vinden dat ze bij ons horen.

Zo bezien krijgt de uitspraak van de dader in Pannerden, ‘blank is beter’, in beleid en media de betekenis ‘wit is veiliger’.

Martijn de Koning

Martijn de Koning

Cultureel antropoloog en universitair hoofddocent

Martijn de Koning is cultureel antropoloog en is universitair hoofddocent bij Islam, Politiek en Samenleving aan de Radboud Universiteit …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.