Woorden kijken elkaar aan en raken buiten zinnen. Ik ervaar de ontoereikendheid van taal om de hel op aarde te verbeelden. Dat is wat vijfenvijftig jaar geleden de Israëlische dichter Nathan Alterman vanuit Tel Aviv tot uitdrukking trachtte te brengen en ik plaatste op de voorpagina van Levend Joods Geloof, het toenmalige lijfblad van mijn liberaal Joodse gemeente. En het ging toen over het drama van Biafra, in Afrika.

En nu dwing ik mij om toch – met mijn armzalige buitenzinnige woorden – verbinding te blijven leggen. Vanuit mijn confrontatie met nieuwe feiten: de doelbewuste moord op mannen, vrouwen en kinderen in Israël op de zwarte sjabbat en Simchat Torah, de feestdag van de vreugde der wet.

De eerste stap van hoop is het onmiddellijk vrij laten van alle gegijzelden, onvoorwaardelijk.

Voor mijn wanhopige ogen zie ik een onstuitbare zee van oproepen voorbij alle grenzen, die degenen overspoelt die de mensen die nog in leven zijn vasthouden als ontheemde pionnen op een hels schaakbord. Het is immers de eis van een sprankje beschaving die de weg moge vrijmaken voor het begin van een rechtvaardige toekomst. En een zucht van een gebed die bergen verzet.

Gisteravond, 10 oktober, zou een bijeenkomst zijn waarin met een film en een boek teruggeblikt zou worden op de gezamenlijke strijd die wij in de jaren zeventig en tachtig voerden voor de vrijheid van Joden in de voormalige Sovjet-Unie. In solidariteit wisten wij toen in zes weken een miljoen handtekeningen in Nederland te verzamelen voor hun vrijheid. Poorten openden zich. In belangrijke mate was dit bereikt door medewerking van kerken. Ik voelde toen de omarmende solidariteit.

Wij hebben door de actualiteit in Israël deze historische terugblik noodgedwongen moeten uitstellen. Maar het tonen van solidariteit, het met elkaar en naast elkaar staan als mensen vanuit alle spirituele tradities, mogen wij niet uitstellen. En dat is universeel en inclusief.

De gegijzelden moeten vandaag vrij komen. Ik heb met zovelen in Israël en daarbuiten geijverd voor een begaanbare weg in het conflict tussen recht en recht, zoals wij het bleven noemen. Ter wille van vrede.

In de barbarij van die onbeschrijfelijke sjabbat viel alles uit onze handen. Uit de handen van kinderen van Jitschak en Jishmael; van Isaac en Ismaël.

De eenvoudige en vanzelfsprekende eis vanuit mijn ziel moge weerklank vinden voorbij alle verschillen. Laat de gegijzelde mensen vrij! Ik blijf het herhalen tegen alle beter weten in, maar vervuld van onblusbare hoop. Ik houd het drijfhout met beide handen vast.

In Psalm 118 klinkt de cri de coeur van dit volk Israël: Ana HaShem Hoshia na, O God red ons toch.

In rabbijnse commentaren wordt dat hertaald als Anie ve Hoe Hoshia na: ‘Ik en de Eeuwige red ons’. Het redden van het evenbeeld van God omvat de Bron van Al het zijn zelf.

Er is geen andere weg.

soeten

Awraham Soetendorp

Rabbijn, schrijver en publicist

Awraham Soetendorp was vanaf 1968 tot 2008 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag. Soetendorp is president van de Europese …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.