“Daar zit ze, in een simpele kamer met bureau en computer, op me te wachten: een moslima, die het ook heeft. Ik heb er nog nooit een ontmoet die open en vrij leeft. […] Terwijl ze praat, vraag ik me af of ze het bij me vermoedt. Ik denk het wel. […] Ze lijkt gelukkig. Hoe kan dat?” Dibi beschrijft in dit fragment uit Djinn zijn ontmoeting met schrijfster Irshad Manji. Voor het eerst ziet Dibi wat hij altijd voor onmogelijk hield: een persoon die haar homoseksuele geaardheid met haar liefde voor Allah weet te verenigen, en nog gelukkig is, ook. “Waarom zou het mij niet lukken?” vraagt hij zich hoopvol af. Bij een tweede ontmoeting met Manji, tijdens een gezamenlijk optreden in Amsterdam, wordt de droom van Dibi verstoord. Een groep van ongeveer twintig jonge Islamitische mannen onderbreken de bijeenkomst met denigrerende leuzen als kafir (ongelovige) en het gooien van eieren. Het zijn jongens waarvoor Dibi in die tijd zo zijn best doet als Groenlinks-politicus. Hij wilde het zo graag goed doen voor de islamitische en Marokkaanse Nederlanders.
Seksueel geweld
Het ‘goed doen’ betekende eveneens het verbergen en tegengaan van het. Het: zijn seksuele geaardheid of de onzichtbare geest die in hem zit. Want deze djinn onderdrukken is wat hij zijn hele leven probeerde te doen, in de veronderstelling dat hij moest kiezen tussen zijn geloof en zijn seksuele voorkeur. In een verborgen dubbelleven zocht hij, vaak online, contact met lotgenoten, maar dit liep niet altijd goed af. Van een verkrachting in New York tot een beroving in Marrakech, Dibi moest zijn heimelijke zoektocht regelmatig bekopen met afschuwelijke ervaringen, die hij vervolgens moest verzwijgen (en zijn wonden verbergen). Afgezien van het aspect van seksuele geaardheid, zullen de vrouwen en mannen die via #zeghet hun verhaal deelden deze ervaringen van Dibi herkennen. Schaamte, schuld en verdriet zijn kenmerkend voor veel slachtoffers van seksueel geweld en intimidatie. Het taboe om hier openlijk over te spreken is ook met #zeghet de wereld nog niet uit. Er kwamen vele reacties in de sfeer van “Daar praat je niet over”, “Stel je niet aan” en “Ze doen het voor de aandacht”.
Gedwongen te zwijgen, gedwongen te spreken
In veel opzichten is Djinn een boek dat typerend is voor het Nederland van de generatie van Dibi en mijzelf. Wanneer volgende generaties dit prachtig geschreven verhaal over een eeuw of wat lezen, kunnen ze een aantal zaken concluderen. Ten eerste dat de kracht van de single story (het enkelvoudige verhaal, een term van Chimamanda Ngozie Adichie) bijzonder groot is. Het feit dat er nauwelijks verhalen waren (zijn) die het islamitische geloof verenigden met bi- en homoseksualiteit heeft Dibi’s zelfbeeld in sterke mate beïnvloed. Hij moest wel zwijgen. Hierover spreek je niet. Tegelijkertijd speelt zijn interne worsteling zich af in een samenleving waarin openheid over seksuele geaardheid voor velen als vanzelfsprekend of zelfs als dure plicht wordt gezien. Tekenend daarvoor zijn de vele indirecte vragen van journalisten die Dibi beschrijft, maar vooral ook de onsympathieke confrontatie van Monique Samuel (nu Mounir Samuel) in het tv-programma De Halve Maan. Dibi moest blijkbaar aan zijn haren de kast uit gesleurd worden, want hoe kon hij over alles zo open en dapper zijn, maar hier nu over zwijgen? Tegenover deze pogingen tot gedwongen openheid over geaardheid staat dus de gedwongen stilte over seksuele intimidatie.
Autonomie
Stilte en openheid worden op verschillende en soms tegenstrijdige manieren afgedwongen. De samenleving vraagt soms het een, je directe omgeving het ander. Djinn is vooral een boek over autonomie en vrijheid. Kunnen we in voldoende mate zelfstandig tot een oordeel komen over onze persoonlijke voorkeuren, gevoelens en zienswijze? Hebben we de ruimte om hierover naar buiten te treden op een zelfgekozen moment? Mogen we zwijgen wanneer we daar behoefte aan hebben? Of het zwijgen verbreken als de stilte ons dwars zit? En op de manier waarop we dat willen? Of zitten we gevangen in een kast die ze – onze omgeving – hebben gebouwd en waarvan de deuren opengaan op het moment dat ze dat wenselijk achten?
De openhartigheid van Dibi en van de vele #zeghet-Twitteraars dwingt ons tot deze collectieve zelfreflectie. Laten we nadenken over de mate van persoonlijke vrijheid die we mensen toekennen, ook wanneer zij publieke figuren zijn. En laten we de gezamenlijke verantwoordelijkheid oppakken om een veilige ruimte te bieden voor – al dan niet ongemakkelijke – persoonlijke ervaringen, voorkeuren en visies. Zodat een ieder zelf kan kiezen om ‘het’ of het te zeggen, of juist niet.
Djinn van Tofik Dibi is verschenen bij uitgeverij Prometheus en verkrijgbaar voor € 14,95. ISBN: 9789044630442. Klik hier voor meer informatie.