‘Zend ons een engel in de nacht/ als alles ons een raadsel is/ als ons de zekerheid en kracht/ ontvallen in de duisternis’. Michiel van der Plas dichtte lang geleden deze tekst, eigenlijk is het een gebed. Soms kun je je heel alleen voelen, in het donker, maar ook in het licht, daarover gaat dit gedicht.
In deze decemberdagen zie je engelen af en aan vliegen: in onze verhalen, in de kerstboom, in de kunst, in de etalages, in de kerstliedjes, maar soms ook in ons leven. Voor wie goed luistert klinkt in hun zang (Lucas 2:10) een hoopgevend bericht: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen…’
Een engel is volgens dit Bijbelcitaat iemand met een goede boodschap, een boodschap aan herders in het veld dat er iemand geboren is die hen zal redden. Dat was voor deze Joden die in het door Romeinen bezette Palestina leefden een goed bericht waar ze al lang naar uitkeken: er zou een Messias komen, een redder. Christenen herdenken en vieren in deze dagen die aankondiging en de geboorte van Jezus van Nazaret.

Engelen echter zijn van alle tijden en van vele levensbeschouwingen. Van de Grieken kennen wij Hermes met zijn gevleugelde voeten en het Nikè beeld. In de Assyrische en Babylonische beeldtaal, lang daarvoor, vind je genieën en vogelengelen terug.
Ook in de Islam worden engelen beschreven of zelfs afgebeeld: Djibril (Gabriel) begeleidt Mohammed op zijn hemeltocht naar Jeruzalem. In de Bijbelverhalen vind je de engel Uriël aan de poort van het paradijs en engelen zweven boven de heilige Arke. Rafaël begeleidt Tobias op zijn reis en Michaël strijdt in de Apocalyps tegen de gevallen engelen. In de geboorteverhalen van Jezus is Gabriël de aankondiger van diens geboorte en waarschuwt later een engel Jozef om met de moeder en het kind te vluchten, vanwege Herodes’ snode plannen.

Waar komt het woord engel vandaan? Engel komt van angelos, Grieks voor boodschapper. Het Hebreeuws gebruikt daarvoor het woord mal’ach. In het Assyrisch bestaat het woord kerub (voor-bidden): daar komt ons woord cherubijnen vandaan. Engelen, hun naam is dus hun bestemming. In het latere Christendom vind je ze terug als (aarts)engelen en bewaarengelen. Het waren er zoveel dat Dionysius de Aereopagiet hen in de 6e eeuw reorganiseerde in negen engelenkoren. Kennelijk is er overal wel een gevleugelde verbinder nodig tussen de hogere wereld en de mens op aarde, maar engelen brengen dus niet alleen boodschappen over, ze begeleiden en beschermen de mens ook.
In de film Der Himmel über Berlin (W.Wenders) staan engelen luisterend de tobbende mens nabij. Zo zullen engelen ook hopelijk ons beschermen. Er is een mooi oud gebed dat zich als een schuilplaats ontvouwt:
Zur meiner Rechten steht Michael,
zu meiner Linken Gabriel,
vor mir Uriel,
hinter mir Raphael,
über meinem Haupte aber die Schechina
(De namen van de engelen hebben een betekenis. Michael = Die is als God, Gabriel = Kracht van God, Uriel = Licht van God en Rafael = God geneest/ Sjechina = Aanwezigheid van God: deze benaming komt voor in de Talmoed.)
Af en toe ervaren mensen een engel om zich heen, maar soms is dat gewoon een mens die, overal waar nood ontstaat, voluit aanwezig is. Een redder voor een eenzame, een zwerver of een vluchtelingkind. Misschien vind je zo iemand heel dichtbij: ‘Een engel van een mens…’ zeggen we dan, of ben jij het zelf? Engelen van mensen… Moge voor ons in deze dagen een boodschap van nieuwe hoop overal klinken! Want de wereld zoals die nu is kan niet zonder hoop én niet zonder engelen, in alle soorten…
