In de zaal staan kleurrijk gedekte tafels met karaffen gembersiroop, schalen bananenchips en Madame Jeanette-chutney als dip. Op het menu staan pindasoep, een stoofschotel met cassave en als toetje Surinaamse bojocake. Meer dan tweehonderd gasten verdelen zich over de zitplekken naar de kleur van de servetten: blauw voor gasten met een migratie- en Afro-Caraïbische achtergrond, geel voor gasten zonder.
Stichting Keti Koti Tafel viert haar vijfjarig jubileum. Keti Koti betekent ‘de ketenen zijn gebroken’ in het Sranangtongo en de naam is ontleend aan de gelijknamige jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij. Met dialoogbijeenkomsten als deze probeert de stichting de hedendaagse gevolgen van het slavernijverleden het hele jaar door bespreekbaar te houden. Tijdens de jubileumviering staan excuses centraal: hoe maak en accepteer je die? Een vraag waar volgens initiatiefnemer Mercedes Zandwijken meer aandacht voor moet zijn.
“Het afgelopen jaar heb ik me enorm geërgerd aan de onoprechte excuses van publieke figuren. Zoals die van Stef Blok, na zijn uitspraken over de multiculturele samenleving en Suriname als gefaalde staat. Hij heeft daarna gezegd dat het hem speet als zijn woorden mensen hadden gekwetst. Maar dat is geen echt excuus. Hij nam geen verantwoordelijkheid voor zijn misplaatste opmerkingen. In zo’n ‘sorry’ zit geen kritische zelfreflectie. Eigenlijk verwijt je de ander ervan overgevoelig te zijn voor jouw onschuldige opmerking. Dat is kwetsend én beledigend. We moeten ons bewust worden van deze povere manier van excuses aanbieden, want ik zie dat structureel gebeuren. Of het nou om #MeToo-kwesties, misbruik binnen de kerk of racisme gaat.”
Stenen uit het verleden
Mercedes Zandwijken (1957) noemt zichzelf ‘samenlevingstherapeut’ en heeft ervaring in ontwikkelingssamenwerking. Ook adviseerde ze bedrijven en gemeenten over de vormgeving van de multiculturele samenleving. Vijf jaar geleden richtte ze stichting Keti Koti Tafel op, waarmee ze dialogen over polariserende onderwerpen faciliteert. Het idee voor dit initiatief ontstond toen ze haar Joodse partner Machiel Keestra leerde kennen, met wie ze samen de Keti Koti Tafel heeft ontwikkeld.
“Hij nodigde me uit bij zijn familie om de Sederavond bij te wonen, een van de belangrijkste vieringen in de Joodse traditie. Wereldwijd herdenken Joden daarmee hun verre slavernijverleden in Egypte aan een mooi gedekte tafel, met symbolische handelingen en reflecties over vrijheid en identiteit. Ik zat daarbij en was jaloers op zo’n bijzonder ritueel in familieverband, omdat wij de afschaffing van de slavernij en zijn gevolgen nauwelijks met elkaar bespreken of vieren op zo’n betekenisvolle manier. Machiel stimuleerde mij toen om zelf een dergelijke herdenking en tafel te ontwikkelen.”
Door het ritueel ontstaat er verbinding op dieper niveau en wordt het mogelijk om over pijnlijke onderwerpen te praten
Inmiddels hebben meer dan 12.000 mensen door heel Nederland aan een Keti Koti Tafel gezeten en deelgenomen aan deze dialoogavonden. Landelijk kennisinstituut Movisie heeft dit jaar de Keti Koti Tafel geselecteerd als een goed voorbeeld van anti-discriminatiebeleid, omdat deze bijeenkomsten voor meer begrip en solidariteit bij de deelnemers zorgen. Zandwijken ziet dat elke maaltijd weer gebeuren, vooral bij het kokosolie-ritueel, waarbij tafelpartners in stilte elkaars polsen insmeren.
“Dat staat symbool voor het wegwrijven van alle pijn uit het verleden en laat de deelnemers beseffen dat velen van ons die pijn nog voelen. Door het ritueel ontstaat er verbinding op dieper niveau en wordt het mogelijk om over pijnlijke onderwerpen te praten, met verschillende mensen: zwart en wit, jong en oud, hoog- en laagopgeleid. Anders dan bij debatten over de historische of politieke geschiedenis van slavernij – die vaak polariserend werken – zorgt dit ritueel en de persoonlijke dialoog ervoor dat mensen zich in elkaars wereld en ervaringen verplaatsen.”
Als stenen uit het verleden op de weg blijven liggen, dan zullen onze kinderen daarover struikelen
Boven de schalen bananenchips steken de tafelpartners hun handen naar elkaar uit. Na wat onwennig gefluister wordt het stil in de zaal. Daarna ontstaan er gesprekken: over wat spijt in het dagelijkse leven betekent, over hoe goede excuses gemaakt kunnen worden en hoe pijnlijk het kan zijn als dat niet gebeurt. Ook niet als het om een gebeurtenis van jaren geleden gaat, want ‘als stenen uit het verleden op de weg blijven liggen, dan zullen onze kinderen daarover struikelen’.
De aanwezigen klappen instemmend als kunstenaar Neske Beks dit Surinaamse spreekwoord tijdens haar optreden bespreekt. Daarna roept Zandwijken op om met elkaar eindelijk eens die stenen op te rapen en met een schone lei verder te gaan.
Zandwijkens streven heeft de aandacht getrokken in de Verenigde Staten. Op verzoek van de Association for Interdisciplinary Studies, een internationaal congres van beleidsmakers en wetenschappers, reist Zandwijken deze maand af naar de Wayne State University in Detroit. Samen met Keestra organiseert zij daar een Keti Koti Tafel binnen het thema Inter/diversities’: Intersecting Race, Gender, Class, Abilities, Theories, and Disciplines.
Het juridische verschil tussen spijt en excuses
Zoals elk jaar op 1 juli werd ook afgelopen zomer herdacht dat Nederland in 1863 de slavernij in Suriname en op de Antillen afschafte. Burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb riep het kabinet toen op officieel excuses aan te bieden voor het slavernijverleden “om definitief een punt te zetten achter deze donkere bladzijde uit de geschiedenis”.
Geert Wilders noemde het voorstel ‘knettergek’, het kabinet gaf aan de oproep geen gehoor. Het stelde dat veel landen in verschillende werelddelen “helaas een verleden met slavernij” hebben en dat het “net als voorgaande kabinetten, ten zeerste de gebeurtenissen ten tijde van het slavernijverleden betreurt.”
Daarmee blijft het kabinet bij de woorden van Lodewijk Asscher, voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, tijdens de herdenking in 2013. “Ik sta hier namens de Nederlandse regering en kijk terug op deze schandvlek in onze geschiedenis. Ik kijk terug en betuig diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid.” Ook in 2001 gaf Roger van Boxtel, toenmalig minister van Integratiezaken, uiting van “een diepe spijtbetuiging, neigend naar berouw”.
Maar er is verschil tussen spijt betuigen en excuses maken, ook juridisch. Kenneth Manusama, docent internationaal strafrecht, legt dat in 2013 uit in het radioprogramma BNR Juridische Zaken. Ook toen laaide de discussie over excuses op. Manusama denkt dat de staat pas excuses zal maken wanneer is aangetoond dat het internationaal recht is geschonden, en volgens hem is het onduidelijk wanneer slavernij een onrechtmatige daad werd volgens het internationaal recht. “Excuses impliceert dat de staat erkent dat er iets onrechtmatigs is gedaan en dat er dus een schadevergoeding geëist kan worden.”
Daarmee wordt volgens Zandwijken en Keestra ook voorbijgegaan aan de vele filosofen en auteurs die al ten tijde van de slavernij wezen op de verwerpelijkheid daarvan. “Juridische erkenning van de onrechtmatigheid van zo’n misdaad tegen de menselijkheid loopt helaas altijd lang achter op de sociale verwerping ervan.”
Week van het excuus
Volgens Zandwijken schieten de huidige spijtbetuigingen tekort. Ze ziet jaarlijks dat veel Nederlanders teleurgesteld zijn over het uitblijven van expliciete excuses door de overheid. “Spijt lijkt alleen te gaan over de onverwachte of ongewenste gevolgen van het gedrag, maar de morele verwerpelijkheid van het gedrag van duizenden Nederlanders en de Nederlandse overheid tijdens die eeuwen van slavernij blijft onbenoemd.” Tijdens de lustrumviering roept Zandwijken op om volgend jaar vooraf aan de slavernijherdenking een nationale ‘week van het excuus’ te houden.
“Ik wil af van het polariserende debat over het uitblijven van excuses voor het slavernijverleden: we moeten als samenleving collectief gevoelig worden voor de morele en sociale betekenis van excuses. Met de Keti Koti Tafels probeer ik de hedendaagse gevolgen van het slavernijverleden tussen de oren en in de harten van de mensen te krijgen, zodat beter voelbaar wordt wat nodig is om dat gedeelde verleden een plaats in onze samenleving te geven. Ik denk dat we dan over vijf jaar onder een bredere laag van de bevolking veel meer verbijsterd zullen zijn over het uitblijven van nationale excuses. Met mijn 61 jaar hoop ik in mijn leven nog mee te maken dat die er komen.”
Ook ik ben een nazaat van Afrikaanse burgers die door Europese naties naar Zuid-Amerika zijn gebracht, in mijn geval Suriname. In onze familie wordt de slavernij van mijn overgrootouders nog jaarlijks herdacht. Ik kan mij niet voorstellen dat ik mij beter zou voelen met excuses van de regering. Je maakt je dan wel zeer afhankelijk van de staat die slechts één van de schuldigen was aan deze schanddaad. Hierdoor willen mijn echtgenote en ik en 2 van onze kinderen ons leven niet laten bepalen. Zorg voor harmonie in eigen kring en leef in vrede.
Excuses, excuses, een hoop symboolpolitiek, terwijl even aan de andere kant van de middellandse zee nog dagelijks getuige mogen zijn van de prijsontwikkeling van de zwarte Afrikaan! Weg met die symboolpolitiek alsjeblieft!