Motivaction had online maar heel weinig mensen gesproken, ik besloot middels een kort onderzoekje hierop in te haken.
Aangezien het de leeftijdsgroep van 18-34 jaar betreft, gaat het dus om de generatie die tussen 1980-1996 is geboren. Omdat deze leeftijdscategorie onderworpen is geweest aan de leerplicht en de meeste social media gebruikers binnen deze leeftijdscategorie vallen, leek mij de claim van analfabetisme en digibetisme onwaarschijnlijk. Uit eerdere gegevens van het CBS volgt namelijk dat van de 2e generatie allochtonen met een Turkse afkomst in 2011 maar 1% moeite had met lezen en zelfs 0% moeite had met schrijven.
Hierbij komt dat de 300 geënquêteerde Turkse jongeren uit de agglomeraties geworven zijn op plekken waar de meeste Turkse en/of Marokkaanse Nederlanders wonen, te weten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Twente. Velen vroegen zich af of dit onderzoek wel representatief kon zijn voor ‘de Turkse jongeren’, aangezien Nederland daar ongeveer 200.000 van telt. Hoewel het aantal ondervraagden niet per definitie het onderzoek van Motivaction in geding hoeft te brengen zijn er indicaties dat het geen representatieve steekproef betreft.
Het tegengeluid van Turks-Nederlandse jongeren die zich absoluut niet kunnen vinden in deze bevindingen, was dermate sterk, dat ik – ook vanwege enkele methodologische vraagtekens – besloot om zelf een mini-onderzoek uit te gaan voeren.
De mini-enquête
Methodologisch gezien zijn er te veel factoren waarop gelet moeten worden willen we een wetenschappelijk verantwoord en representatief onderzoek kunnen uitvoeren. Echter, middels een mini-enquête beoogde ik geen van beide te bereiken maar wenste ik eerder te peilen hoe de Turkse jongeren die op het internet dit mini-onderzoek tegenkwamen aankeken tegen de stelling ‘Het geweld dat de strijdgroepen zoals IS gebruiken tegen niet-gelovigen of andersgelovigen vind ik verkeerd’.
Hierop heb ik drie korte vragen gesteld, twee vragen om na te gaan of het (1) Turkse en (2) jongeren tussen de 18-34 jaar betreft. Waarna de stelling volgde, die bijna letterlijk overgenomen is van Motivaction, te weten: “Het geweld dat de strijdgroepen zoals IS gebruiken tegen niet gelovigen of anders gelovigen vind ik verkeerd.”
Op deze oproep reageerden 479 mensen. Na selectie op afkomst en leeftijd, bleven er 379 jongeren van Turkse afkomst over.
89,71% van de ondervraagden gaven aan het verkeerd te vinden dat er geweld tegen niet gelovigen of anders gelovigen gebruikt werd. 8,18% was het (zeer) oneens met deze stelling, 1,58% was het “niet eens, niet oneens” en 0,53% gaf aan het niet te weten.
Tegenstrijdige resultaten
Tachtig procent van de Turkse jongeren die Motivaction had gesproken gaven aan voorstander van geweld te zijn tegen niet- of andersgelovigen. Uit dit korte surveyonderzoek blijkt het tegenovergestelde waar te zijn: 89,7% van de Turkse Nederlanders die online hebben gereageerd geven aan tegen geweld tegen niet-gelovigen of andersgelovigen te zijn.
Hoewel deze bevindingen niet uit zuiver wetenschappelijk onderzoek voortkomen, indiceren de resultaten op zijn minst dat er ook een hele grote groep Turkse jongeren is die tégen geweld aan niet- of andersgelovigen is. Alsmede is gevoeligheid een must en dient men zich te weerhouden om voorbarig te spreken over “de enorme steun onder Turks Nederlandse jongeren voor IS en voor het gebruik van geweld tegen andersgelovigen”.
10% is aanmerkelijk minder dan 90%, klopt. En natuurlijk is iedereen eraan gehouden Turk, Nederlander of Nederlander van Turkse afkomst onbevooroordeeld tegemoet te blijven treden. Als we daar mee zouden stoppen gaat het licht uit. Leend komt me voor dat het onderzoek van Motivaction waarachtig te weinig been heeft om op te staan maar niettemin vind ik die 10% nog steeds shockerend. Tijd voor een goed gesprek?