Beste Bart,

Jij en ik verschillen in hoe wij tegen discriminatie en racisme aankijken. Jij hebt je al intensief bezig gehouden met racisme en discriminatie. Voor mij is het een ver van mijn bed show. Waar jij zegt “er is volop racisme”, zeg ik “dat valt toch wel mee.” Valt het echt mee? Je zet mij aan het denken. Daarom zal ik me onderwerpen aan een kritisch zelfonderzoek. Ben ik zo wit dat ik het racisme echt niet zie, of valt het wel mee?

Om bij Zwarte Piet te beginnen. Zwarte Piet was in mijn kinderogen een toffe gast. Zwarte Piet was stoer, want hij haalde allerlei spannende capriolen uit om cadeautjes te bezorgen. Sinterklaas was maar een stijve man. Hoezo racistisch? Kleur speelde in mijn ogen geen rol.

Totdat ik terugdacht aan hoe Sinterklaas op het dorpsplein werd gevierd. Sinterklaas kwam daar altijd met een grote schare Zwarte Pieten aan. Er was één andere Zwarte Piet bij. Deze Zwarte Piet was kleiner dan de anderen, dunner, ieler. Deze Zwarte Piet was wit en droeg altijd het Grote Boek. Als kind vond ik dit het stomste pietje. Ik vond het raar dat er één witte Zwarte Piet was. Deze was niet zo leuk als de andere Zwarte Pieten. Bovendien zag ik deze witte Zwarte Piet als het echte knechtje van Sinterklaas, omdat ze altijd het Grote Boek moest dragen. Die andere Zwarte Pieten hadden meer lol en meer vrijheid.

Kleur speelde dus wel een rol. Zwarte Zwarte Pieten waren beter dan witte Zwarte Pieten. Daarom doet het mij pijn dat ik in de menigte mee genomen wordt en weggezet word als racistisch als ik zeg Zwarte Piet leuk te vinden. In mijn ogen is Zwarte Piet nationaliteitsloos en rasloos. Waarom hij zwart is? Dat was geen relevante vraag. Waarom Sinterklaas wit is? Geen relevante vraag.

De Zwarte Pietendiscussie van de afgelopen jaren werpt deze voor mij irrelevante vragen telkens weer op tafel. En die constante confrontatie dwingt mij erover na te denken. Dat leidde tot de volgende dialoog: “Kun jij zien dat Zwarte Piet eruit ziet als een Afrikaan?”

In eerste instantie zei ik: “Nee. De verschillen zijn evident: geen kleurrijk pakje, geen strooigoed, geen zak.”

“Maar kijk nu eens na het gezicht van Zwarte Piet. Zie je dan overeenkomsten met een Afrikaan?” “Ja. De kleur. Maar de neus en de ogen zijn anders. Je ziet toch aan de gelaatstrekken dat het een geschminkte Nederlander is?”

“Kijk nog eens goed. Zie je niet meer overeenkomsten? Het kroeshaar, het feit dat ze het hulpje van Sinterklaas zijn. Doet dat niet denken aan het slavernijverleden?”

“Ja, nou, met veel moeite. Zwarte Piet is toch geëvolueerd uit de zwarte raven die Wodan vergezelden?”

“Nee, het heeft alles met het slavernijverleden te maken. Wij worden voor Zwarte Piet uitgescholden. Daarom is Sinterklaas racistisch.”

Als je een hond wilt slaan, vind je altijd wel een stok. En dat geldt voor beide kanten. Iets wat voor mij helemaal geen rol speelde, wordt mij nu op een negatieve manier opgedrongen. Door de huidige discussie word ik gedwongen Zwarte Piet als racistisch te zien. En omdat ik niet racistisch wil zijn, moet ik dus iets van Zwarte Piet vinden en het liefst hem van kleur laten veranderen.

Omgekeerd wordt Zwarte Piet door sommigen als stok gebruikt om de gekleurde Nederlander te slaan. Zwarte Piet zelf is niet racistisch. De mensen die Zwarte Piet inzetten om uit te schelden vanwege hun zwarte huidskleur of voor hun vermeende racisme, zijn racistisch dan wel ondoordacht bezig. Het is niet veel anders dan dat ik vaak werd uitgescholden vanwege mijn rode haar.

“Maar zwarte tranen zijn echt wel wat anders dan witte tranen!” Over dat verschil zou ik graag in gesprek willen gaan. Is het verschil echt zo groot? De ene groep heeft een slavernijverleden, een andere groep een holocaustverleden, de derde groep een gastarbeidersverleden, en een vierde groep heeft eeuwen in de sloppenwijken van Nederland gewoond. O, en dan hebben we ook nog de groep homoseksuelen en ik vergeet er vast een aantal. Zijn er niet genoeg overeenkomsten tussen al deze mensen om elkaar te vinden, om samen te rouwen en om samen hoopvol naar de toekomst te kijken?

Discriminatie en racisme is veel breder dan de discriminatie van zwarte mensen. Op de een of andere manier worden we er allemaal wel mee geconfronteerd. Maar ik ga in deze serie ook de uitdaging aan om kritisch naar mijn eigen gedachten te kijken.

Waar ik zelf tegenaan loop is dat ik worstel met woorden en hun connotatie. Negerzoenen waren voor mij altijd van de niet lekkere eiwithompen met een chocoladelaagje. Nooit heb ik gerealiseerd dat ‘neger’ in dit woord discriminerend werkt. Ik legde die link gewoon niet. Nu liggen in de supermarkt zoenen, en denk ik “Dat slaat nergens op. Het zijn helemaal geen zoenen. Noem ze ‘chocspookje’ of zo.” Door al die discussies raken woorden als ‘zwart’, ‘neger’, maar ook ‘gastarbeider’ en ‘allochtoon’ beladen. Het maakt niet zoveel uit welke woorden we gebruiken, zolang ze zo in de discussie worden neergezet, krijgen ze een negatieve en vieze bijsmaak.

Hoe bevrijdend is Herman Finkers dan als hij zegt: “Neger komt van het Latijnse ‘niger’ en dat betekent letterlijk ‘glanzend zwart’. En dat is een belediging. Tukker is geen belediging. Het betekent letterlijk ‘domme heidekneuter’. En daar zijn wij Twentenaren bijzonder trots op. 100% Tukker. Proud to be a Tukker. En daarom hebben we een voorstel. Ik stel voor dat wij, Twentenaren, als goedmakertje voor de slavernij, de zwarten aanbieden te ruilen van bijnaam.”

What’s in a name? Ben ik opeens racistisch als ik zeg: “Bij de basisschool zie ik maar één Nederlander.” als daar tig mensen staan? Ik bedoelde te zeggen: “ik zie maar één persoon die lijkt op mij.” Wat is een Nederlander? Gaat dat om uiterlijk? Gaat het om cultuur? Enis Odaci, de Turk met Twents accent of Enis Odaci de Tukker? Gaat het uiteindelijk niet om de toon waarop we het zeggen en hoe we daarbij naar de ander (letterlijk) kijken?

Het is een vermoeiende discussie. Kunnen we hiermee stoppen en met elkaar rond de tafel gaan zitten en elkaars verhalen horen? Kunnen we elkaar aankijken? Ik geloof dat veel wat nu als ‘racistisch’ wordt gelabeld, dan niet racistisch blijkt te zijn. En ik hoop dat wat wel racistisch is, niet meer geuit kan worden als je de ander echt ziet.

Bart, hoe kijk jij hier nou tegenaan?

Groet,
Tanja

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Al 6 reacties — praat mee.