Dat we verstillen in Monastiek Centrum Zeeveld beschouwen als een ander woord voor onthechten, wil nog wel eens weerstand oproepen. En ook de notie dat onthechten geen straf is, maar het mooiste wat een mens zich kan wensen, gaat er niet bij iedereen even makkelijk in. Logisch. Want de wereld zoals we die kennen is een ander woord voor ‘verzet-tegen-onthechten-in-uitvoering’. Zoals ook de meeste mensen dat meestentijds zijn: verzet in uitvoering tegen het hier-en-nu door hun gehechtheid aan het daar-en-toen. Ook ik.

Je zou het onze ‘tweede natuur kunnen noemen, vleesgeworden ‘verzet-tegen-onthechting-in-uitvoering’ te zijn. Een natuur waarmee we zo vergroeid zijn dat we hem eigenlijk als onze ‘eerste’ natuur ervaren. Met als gevolg dat zelfs ons verstillen, mediteren of bidden al snel een vorm van verzet-tegen-onthechting-in-uitvoering’ wordt, ook al wanen we onze inzet nog zo spiritueel. Omdat het een activiteit van ons ego is; van ‘het-zich-tegen-onthechting-verzettende’ in ons. Als gaan we op ontdekkingsreis in de jungle en huren we als gids het stamhoofd in van precies dat ene volk dat ab-so-luut niet ontdekt wil worden. Vorderen zullen we zeker, maar vooruitgang maken: ho maar.

Al ons verstillen of visualiseren, mediteren of mindful ademen, rekken of strekken, zwijgen of zingen, het heeft allemaal volstrekt geen zin als we ons de participatie erin van ons ego niet acuut bewust zijn; beseffen dat de vraag niet is: ‘heb ik vandaag al gemediteerd?’ maar: ‘wie was er vandaag eigenlijk aan het mediteren?’

Wie doet eigenlijk die yogaoefening?
Wie is het die stil wordt?
Wie is de mindfulness beoefenaar?
Wie is het die liefdevol aanwezig is?
Wie is het die zijn medemens met compassie bejegent?

‘Ik kan het even niet meer volgen’ verzucht nu misschien de lezer. ‘Leuke vragen, maar hoezo? Wat is er mis met m’n wekelijkse portie yoga? Waarom is het niet genoeg een hork met compassie te bejegenen of in een vijandige omgeving toch liefdevol aanwezig te blijven? Ik ben al blij als me dat überhaupt lukt. En dan zou ik me ook nog eens mijn ego bewust moeten zijn? Maar waarom? Wat schiet ik er mee op?

In een televisieprogramma zag ik een monnik laatst heel mooi uitleggen wat een monnik tot monnik maakt. ‘De meeste mensen bouwen met antwoorden op waarom-vragen voort op stilzwijgende daarom-aannames’ zei hij en klopte op een tafel. ‘Hier aan deze tafel’ ging hij verder ‘zouden negen van de tien gasten hun daarom-antwoord opbouwen vanaf dit tafelblad. Ze zouden de hoogte van de tafel als een gegeven nemen en daarop doorborduren. Maar een monnik voelt zich geroepen verder te kijken, dieper te graven. Hoe zit het met de poten onder het blad, met de vloerbedekking onder die poten? En onder die vloerbedekking, wat voor vloer valt daar te vinden? Vragen die hij niet stelt om een anders wellicht saai leven toch nog wat inhoud te geven, maar omdat hij zichzelf en al zijn aannames een sta in de weg weet voor wat ‘Het Leven’ met hem aan wil.

Voor een monnik geldt: je ego niet te zien is het werktuig van de Eeuwige niet te kunnen zijn. ‘Ik ben een gat in een fluit waar de adem van Christus door beweegt’ zo drukt de Soefimeester Hafiz het zo prachtig uit. Wie zijn ego niet gewaar is loopt het gevaar zijn hele leven te verliezen aan het geforceerd voortbrengen van een deuntje waar geen mens echt vrolijk van wordt. Omdat z’n ego precies dat ene gaatje bezet houdt waar die ‘adem van Christus’ zo graag doorheen zou willen bewegen.

Dus waarom zou een mens zich zijn ego bewust willen zijn? Omdat niets anders dan dat eraan in de weg staat helemaal en in volle glorie en oorspronkelijkheid, je hele en werkelijke zelf te zijn. Zolang we ons ‘ik’ niet in het vizier krijgen, is het precies dat, ons ‘ik’, dat al ons handelen bepaalt. Welke spirituele school of meditatieve methode we ook aanhangen, tenzij hij ons van de werkzaamheid van ons ego bewust maakt, is het daarvan een verlengstuk. Zoals ook omgekeerd geldt dat alles wat eraan in de weg staat dat we ons ons ego bewustzijn, wordt veroorzaakt door dat ego zelf. Alle reden om het steeds weer en steeds beter op het spoor te ‘willen’ komen.

Onlangs stuitte ik daarbij op een pracht van een methode. Schaf hiertoe een IKEA-meubel aan. Klein beginnen aanbevolen. Ik koos voor een keuken-roltafel. Zet het meubel in elkaar en vooral: let daarbij op je reacties. Bij mij ging het kort samengevat ongeveer zo: ‘Dat gaat me lukken’. ‘Dat gaat me van me nooit niet lukken’. ‘Waarom leggen ze dat niet wat beter uit?’ ‘Hier ben ik echt te onhandig voor’. ‘Verdikkeme, waarom legt niemand hier het gereedschap terug waar het hoort?’ ‘Ja hoor, ze hebben me een pakket gestuurd waar iemand anders ook al op vastliep’. ‘Hmm, dat begint toch wel op iets te lijken’. ‘Kijk nu toch eens, gelukt, ongelofelijk wat knap van mezelf’.

De hoeveelheid aan ego die ik in een uur of vier, vijf heb mogen zien langskomen! Echt, even verpletterend als verhelderend. Ik kan het iedereen aanraden. Geen schroef kon ik aandraaien of daar manifesteerde zich weer een ander  IKEA of ‘Ik Eerst Automatisme’. En al die tijd was de clou: te zien dat langskomt wat langskomt. Er ‘slechts’ voor aanwezig te zijn. Gedachten of gevoelens noch uit de weg te willen ruimen, noch te willen omarmen. Alleen maar: die zuigende aantrekkingskracht van mijn ego gewaar te zijn.

Verstillen, mediteren, onthechten, bewustwording, geef het beestje een naam, het heeft alleen maar zin als het je bemoedigt aanwezig te worden voor de IKEA in je. Als het je helpt te gaan inzien dat je geen stap verzet, geen gedachte denkt, geen gevoel duidt zonder dat je IK Eerst Automatisme er zich tegenaan heeft bemoeid.

Zolang we ons niet van onze IKEA gevangenschap bewust zijn, zijn we niet meer dan dat: IKEA gevangenen. Jezelf worden, jezelf zijn? Vergeet het maar. Zolang het Ik Eerst Automatisme je de baas is, geef je het authentieke, frisse en werkelijk oorspronkelijke en onderscheidende dat de Geest je in het hier-en-nu inblaast, geen kans. En ziet je leven er dus precies zo uit als dat van de buurman, maar dan net even anders.

Vraag me: ‘maar mag ik dan nooit meer van een goed glas wijn genieten?” en mijn antwoord moet zijn: wie is dat, de ‘ik’ die dat vraagt, de ‘ik’ die dat wil, de ‘ik’ die van genieten en niet genieten zegt te weten – je ‘ik’, wie is die ‘ik’?

En jij lezer, wie ben jij? Een original of ook een IKEA?

thomasvankleef

Thomas van Kleef

Monnik

Thomas van Kleef is monnik bij Monastiek Centrum Zeeveld.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.