Sinds de islam zowel op het internationale speelveld als in de lokale publieke opinie een dominante plaats inneemt, is het aantal zogenaamde Korankenners gevoelig gestegen. Van talkshows, over rechtszalen in het Westen tot cafétogen in de Kempen, iedereen lijkt te weten wat er in het heilige boek staat over de meest uiteenlopende onderwerpen en ook de diepere toedracht van de desbetreffende verzen te doorgronden.
Zowel radicale moslims als uitgesproken islamofoben, vrouwenhaters en seksisten als feministen, militante activisten als passieve angsthazen, iedereen beroept zich op de Koran en vindt wel een of meerdere verzen die zijn of haar levensvisie onderschrijven. Wie heeft gelijk? ‘Geen van allen’, zegt Rachid Benzine die er niet voor terugdeinst tegen heilige huisjes te schoppen. In zijn historisch-antropologische benadering van de Koran helpt hij enkele diepgewortelde mythes uit de wereld.
#1 De Koran lezen is de Koran begrijpen
Dat leken, aan beide kanten van de geloofsgrens, al snel beweren de Koran te kennen en te doorgronden is lachwekkend volgens Benzine. Zowel de vrome gelovige als de denigrerende scepticus slaan de bal mis wanneer ze denken zelfs de meest eenvoudige beginselen van de islam te kunnen vatten louter aan de hand van het Heilige Schrift. De Koran is pas toegankelijk als de lezer zich de moeite getroost de historische context van de openbaring te begrijpen.
Om te beginnen is het Arabisch van de zevende eeuw sterk geëvolueerd, woorden die vandaag onderwerping (islam), geloof (iman) en godsdienst (dîn) betekenen, hadden ten tijde van de openbaring een heel andere betekenis: alliantie, engagement en (het rechte) pad.
Zelfs de geografische kenmerken van de steden die de openbaring voor het eerst hoorden, spelen een cruciale rol in de teksten van de Koran. Mohammed ontving de openbaring in Mekka, een onherbergzame woestijnstad, ver van de karavaanroutes en met weinig culturele diversiteit. Na twaalf jaar vluchtte hij naar Medina, een oase en vaste ankerplaats van de wierookroute met een religieus diverse bevolking die veel meer blootgesteld werd aan externe invloeden.
Deze verandering van natuurlijke omgeving is voelbaar in de toon en het woordgebruik van de Koran. Deze geografische contextuele situering is broodnodig om de kinderjaren van de islam te kunnen begrijpen. Ook de sociale structuur van de bedoeïenen speelt een rol in het begrijpen de prille islam. De verhouding tot het goddelijke is immers gebaseerd op de tribale kernwaarden: alliantie, bescherming en solidariteit.
Volgens Benzine vloeien alle perverse uitwassen van de islam voort uit de onwetendheid en gebrek aan kennis van de geschiedenis. Daarin is hij mals noch voor de moslimgemeenschap, noch voor de overheden van westerse landen.
‘Om de Koran te kunnen lezen’, aldus Benzine, ‘is het onontbeerlijk de sociale context te begrijpen van het volk dat voor het eerst de Koran hoorde. Omdat er weinig betrouwbare historische, archeologische bronnen uit de zevende eeuw voorhanden zijn, is deze oefening geen sinecure. De getuigenissen over het leven van de Profeet en de zogeheten eerste gemeenschap zijn pas anderhalve eeuw later verzameld, op tweeduizend kilometer van de openbaring, in Bagdad.’
#2 De Koran is islamitisch
Er wordt algemeen aangenomen dat de Koran een religieuze tekst is, in het verlengde van de Bijbel en van de Thora. Hoewel er christelijke en joodse gemeenschappen wonen op het Arabisch schiereiland en de profeet er aanvankelijk zijn legitimering mee onderbouwt, is de Koran verre van een godsdienstige verzameling. Het Schrift richt zich tot de Arabieren die op dat moment geen moslims zijn en die in de eerste plaats trouw zweren aan hun stam.
In een hedendaagse lezing overschatten we het religieuze aspect van de Koran omdat het vandaag een islamitische tekst geworden is en haast uitsluitend als dusdanig gelezen wordt. Er is in de zevende eeuw nog geen sprake van islam als religie. Moslim zijn betekent aanvankelijk zich onder de hoede van de beschermer plaatsen.
Daarom kunnen we niet spreken van godsdienst of zelfs maar van monotheïsme ten tijde van de openbaring van de islam. Deze begrippen waren vreemd aan de samenleving van dat tijdperk. Zelfs de begrippen ‘islam’ en ‘moslim’ komen slechts zelden (resp. zeven en vijftien keer) voor in de Koran. Pas lang na de dood van Mohammed noemen gelovigen zichzelf moslims. ‘Islam van de beginjaren vertalen als religie is een absoluut anachronisme’, stelt Benzine.
#3 De oproep tot geweld
In het licht van de actualiteit van moslimterroristen, jihadisten en barbaarse praktijken van een zelfverklaard kalifaat, draait het publieke debat steeds vaker om het “gewelddadige karakter” van de Koran. Ook hier zwaaien voor- en tegenstanders van de gruweldaden met het heilige boek en spannen ze eeuwige maagden en martelaarschap voor hun ideologische kar.
Beweren dat er geen geweld is in de islam is kort door de bocht, de Koran gelijkstellen aan een gewelddadig manifest is dat eveneens. Om de Koran en zijn verhouding tot het geweld te begrijpen mag men de historische context van de zevende eeuw niet uit het oog verliezen.
Het is wat geweld betreft belangrijk een onderscheid te maken tussen woord en daad, het ene bepaalt niet per se het andere. In Mekka is het discours gewelddadig om de vruchteloze ondernemingen te compenseren. God neemt in het hiernamaals dit geweld voor zijn rekening. In Medina zijn de daden gewelddadig, maar gaan ze geenszins in tegen de sociale grenzen.
Beweren dat er geen geweld is in de islam is kort door de bocht, de Koran gelijkstellen aan een gewelddadig manifest is dat eveneens.
‘De Koran belooft aan strijders die ondanks de grootste voorzorgen op het slagveld zouden sterven dat weldaden te wachten staan, hieronder verstaan we dat ze in het paradijs met hun familie herenigd worden’, aldus Benzine, ‘Er is in de Koran geen enkel verband tussen strijders en houri (eeuwige maagden die als beloning voor de strijder wachten in het paradijs).’
De Koran richt zich tot stamhoofden van de zevende eeuw in een overlevingsmaatschappij waar mannen zich de luxe niet kunnen veroorloven roekeloos om te springen met hun leven, het overleven van de stam hangt namelijk van hen af.
De tijdgenoten van de Profeet waren overigens meer dan eens weigerachtig om de wapens op te nemen, dit verklaart waarom de oproep vaak herhaald wordt. De belofte van het paradijs had blijkbaar niet in het minst effect op de mannen uit dat tijdperk. De oproep tot ‘strijd’ betekende voor hen namelijk meer het risico lopen zelf gedood te worden dan het verlangen om de vijand te doden.
De Profeet voerde geen heilige oorlog om te bekeren of om zijn tegenstanders uit te schakelen, hij wilde vooral zijn stam aan zijn god verbinden. Zo was de strijd tegen de joden van Medina geen geloofskwestie, maar een antwoord na herhaalde diplomatieke verzoeningspogingen, op het verbroken verdrag dat in die maatschappij als verraad werd beschouwd.
Gewag maken van oproep tot martelaarschap in dat tijdperk is even absurd als denken dat de Koran tot een algemene tijdloze lezer spreekt.
#4 De Koran emancipeert/onderdrukt de vrouw
De moslimvrouw, sinds enkele jaren ook moslima genoemd, is reeds lang het onderwerp van menig discussie. Onderworpen, onderdrukt, verstopt, mishandeld, op handen gedragen, bevrijd, geëmancipeerd, empowered, het statuut van de vrouw binnen de islam levert steeds een vurig debat op.
Beide kampen beroepen zich op de Koran om hun gelijk te halen. Beiden vergissen zich, zegt Rachid Benzine. De Koran gaat niet in tegen de sociale verplichtingen van de zevende eeuw, de Koran maakt in dat opzicht deel uit van een patriarchale traditie. We beschikken over onvoldoende pre-islamitische bronnen om te beweren dat de situatie van de vrouw erop vooruit gaat.
Wel beschermt het heilige schrift de vrouw als moeder en borg van het mannelijke nageslacht dat op zijn beurt instaat voor het voortbestaan van de stam. De regels van goede zede en gedrag moeten overigens in die optiek begrepen worden, het gaat erom de zuiverheid van de stamboom te verzekeren.
Het tribale statuut van de vrouw kent geen revolutionaire wending, de Koran eist slechts dat de (huwelijks)contracten nageleefd worden en dat vrouwen en wezen hun eerlijke deel ontvangen in het geval van een overlijden of scheiding. Daar de vrouw in dat tijdperk niet autonoom was, erfde ze ook minder dan een man. In de economische context van de zevende eeuw stond de man volledig in voor het onderhoud van zijn kroost.
Er is bijgevolg geen sprake van revolutie, slechts van een sociale continuïteit.
Net zoals het te makkelijk is een feministische boodschap te lezen in de Koran, is het simplistisch om je islamofobie te ventileren aan de hand van bestaande en vermeende vrouwenonderdrukking.
#5 Geen Koran zonder traditie (soenna)
Voor de meeste soennieten is de traditie van de profeet op zijn minst even belangrijk als de Koran zelf, de twee boeken vullen elkaar aan. De soenna (ook hadith genoemd) is een verzameling van getuigenissen over uitspraken, daden en zelfs stilzwijgen van de profeet in zeer concrete situaties.
Zowel geleerden als leken beroepen zich op deze getuigenissen voor antwoorden op problemen van een praktische aard. Zelfs vandaag, vijftien eeuwen na de dood van de Profeet, kan menig moslim enkele hadith uit de mouw schudden als antwoord op een concrete, hedendaagse situatie.
Benzine verklaart waarom deze houding meer dan twijfelachtig, om niet te zeggen ronduit fout, is.
‘Nochtans moeten deze twee corpussen volledig los van elkaar gelezen worden’, drukt Rachid Benzine op het hart. Bij het lezen van de Soenna hoort de lezer de getuigenissen steeds met een kritische blik door te lichten om na te gaan of de verzen overeenkomen met de historische elementen waarover we beschikken. De soennitische traditie dateert immers van anderhalve eeuw na de dood van Mohammed.
De islamoloog beseft dat deze stelling vele soennieten tegen de borst kan stuiten, niettemin zijn er tussen de Koran en de hadith tegenstrijdigheden die wederom een historische verklaring hebben. Als voorbeeld neemt hij het stenigen dat vandaag in bepaalde islamitische landen als straf gebruikt wordt. In de Koran is er enkel sprake van ‘het verjagen van de duivel door steentjes te werpen’, er is echter geen vermelding van stenigen van overspelige echtgenoten bij de eerste moslims.
Anderhalve eeuw later staat er in de soenna een getuigenis over het stenigen van een vrouw, wat betekent dat er bijbelse elementen uit de Thora in de hadith hun intrede gedaan hebben. Deze zogeheten interculturele en interreligieuze vermenging is geen geïsoleerd geval in de hadith.
De Soenna is een vorm van religieuze creativiteit die beantwoordt aan de nood van de bekeerde bevolkingen van de negende eeuw. De Koran op zich volstond niet, wat ook begrijpelijk is, er staan immers weinig praktische elementen in.
Het is niet verrassend dat de verschillende volkeren die zich intussen bekeerd hadden en zich als moslims identificeerden, nood hadden aan een gedeeld verleden en een collectief geheugen. Daarom projecteerden ze bijbelse gebeurtenissen op de Profeet, vanaf dan wordt Mohammed deze ideale figuur naar wiens voorbeeld men moet leven. Terwijl dit nergens vermeld staat in de Koran.
Lesje leren of van leer trekken
De les die Rachid Benzine hieruit trekt is eenvoudig: beweren terug te willen keren naar de bron van de islam is even zinloos als onmogelijk.‘Wanneer je ziet hoe de Koran, in één tijdperk, van perspectief verandert tussen Mekka en Medina, mogen we gerust aannemen dat de verandering eveneens van toepassing is na vijftien eeuwen.’
Om de verschillende problemen waarmee de moslimgemeenschappen al decennia kampen het hoofd te bieden, moeten ze delen van hun geloof in twijfel trekken. Moslims en niet-moslims moeten begrijpen dat de Koran geen antwoorden biedt, maar vragen stelt. Dit is geen evidente onderneming, de vertrouwde zekerheden vallen weg en worden vervangen door historische kritiek.
Toch is de Franse islamoloog optimistisch, enkele jaren geleden was het onmogelijk een lezing te organiseren waarbij de waarachtigheid van de soenna openlijk wordt ontkend. Moslims vandaag zijn alleszins bereid een heel andere mening te horen om oplossingen te vinden.
Dit artikel is eerder verschenen op de Belgische site Mondiaalnieuws.be.
Mooi heldere tekst, en naamgrappen zijn ongepast maar dit is bizar en zal wel zoiets als Ben Zine moeten zijn?
Leuk en aardig, maar de koran is gewoon een verzameling gedichten en brieven. Alleen al Room is een openbaring voor zover ik nu kan zien. Het is allemaal bij elkaar verzonnen.
jammer dat de onwetendheid aan elkaar wordt door gegeven en dat dat ook te horen is in de moskeeën dat ouders dat aan hun kinderen door geven misschien heeft die haat die er nu is niets met de islam te maken nou ik betwijfel dat ja ik twijfel zeer na 18 jaar een schoonzoon te hebben die zelf zegt een goed moslim te zijn die zijn kinderen leert haten die zijn vrouw elke hoek van de kamer laat zien die alleen maar af geeft op het westen die al jaren zijn hand op houdt nee geloof is goed als het juist is maar als ouders het verkeerd brengen dan begint het toch echt daar .
Aanbevolen: “Waarover men niet spreekt” van Wim Van Rooy, (uitgave Blauwe tijger”)
jammer dat de schrijver zelf niet goed geinformeerd is over de islam. de koran en soenna (leefwijze van d eprofeet in woord en daad) is 1 geheel en vormt het geloof voor de moslim. zonder de koran mis je de helft en zonder de soenna mis je de andere helft. Moslims bidden 5 keer per dag. In de koran staat dat je moet bidden maar er staat niet hoe je moet bidden. Dit staat namelijk in de soenna. deze 2 bronnen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Om de koran te berijpen moet je naar de uitleg luisteren die de profeet Mohamed vzmh heeft gegeven. Dit staat duidelijk en meerdere keren in d ekOran genoemd.
De islam kent geen geweld en heeft nooit oorlogen gestart. De islam is een en al rechtvaardigheid en vrede. zowel voor de man als voor de vrouw, voor de jood en voor de christen. lees de ware geschiedenis om dit bevestigd te krijgen.
verder staan er nog vele fouten in jouw tekst en is de titel is zeer misleidend.
Dit is erg! maar veel erger is dat de schrijver een islamitiscvhe naam heeft en vele onwaarheden over de islam/profeet heeftgeschreven. Dit behoort tot de grote zondes. ik hoop dat de schrijver dit ooit zal beseffen en zich corrigeert.
Sommige mensen beweren tegenwoordig dat de Sunnah geen bron van wetgeving is. Ze noemen zichzelf “Quranist” en zeggen dat we de Qur’an hebben, en dus nemen we als halal wat het mogelijk maakt en als haram wat het verbiedt. De Sunnah, zo beweren zij, is vol van gefabriceerde ahadith ten onrechte toegeschreven aan de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Deze mensen zijn de opvolgers van anderen over wie de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) ons verteld: “Binnenkort komt er een moment dat een man onderuit zittend op zijn bank een hadith van mij vertelt, en hij zal zeggen: “Tussen ons en u is het Boek van Allah: wat het zegt dat halal is, nemen we als halal, en wat het zegt dat haram is, nemen we als haram. ‘Maar luistert! Wat de Boodschapper van Allah verbiedt is als wat Allah verbiedt.’ ”
De term Quranisten past niet bij deze mensen, want juist de Qur’an vertelt ons (in bijna honderd verzen) de Boodschapper (vrede zij met hem) te gehoorzamen. Gehoorzaamheid aan de Boodschapper (vrede zij met hem) wordt beschouwd in de Qur’an als onderdeel van de gehoorzaamheid aan Allah, moge Hij verheerlijkt. “Wie de boodschapper gehoorzaamt, heeft inderdaad Allah gehoorzaamd, maar wie zich afwenden, dan hebben we je niet (O Muhammad) als een wachter over hen gezonden.” [Al-Nisa ‘4:80]. De Koran, die zij beweren te volgen, ontkent het geloof van degene die weigert om de Boodschapper (vrede zij met hem) te gehoorzamen en zijn uitspraken te accepteren: ‘Maar neen, bij uw Heer, zij kunnen geen geloof hebben, totdat zij jou (O Muhammad) als rechter nemen in alle geschillen tussen hen, en in zichzelf geen weerstand vinden tegen uw beslissingen, en deze accepteren met volledige onderwerping “[al-Nisa ‘4:65]
Hun suggestie dat de Sunnah is “besmet” met verzonnen ahadith is niet correct, omdat de geleerden van de ummah de uiterste zorg hebben besteed om de Sunnah te zuiveren van alle vreemde elementen. Als ze twijfels hadden over het waarheidsgehalte van een verteller, of er de geringste mogelijkheid was dat hij iets had kunnen vergeten, zou dit voldoende grond voor afwijzing van een hadith zijn. Zelfs vijanden van de ummah hebben verklaard dat geen enkel ander volk zo veel aandacht heeft besteed aan het onderzoek van de rapporten en de vertellers, vooral in het geval van de verslagen overgeleverd van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Hadith komt uit dezelfde bronnen die ook Qur’an geconserveerd hebben. De overleveraars staan erbij vermeld, de hele ketting. Een deel heeft ons bereikt via zo veel routes dat het onmogelijk is dat zij zich op een leugen verenigd hebben om hetzelfde te berichten. Er is ook veel over de overlevereraars bekend. Hun kennis, inzicht, eerlijkheid en toewijding aan islam is aantoonbaar. Hadithbeoordeling is een aparte tak van wetenschap.
Voor de verplichting om een hadith te volgen, is het voldoende om te weten dat het een sahih (authentiek) hadith overgeleverd van de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) betreft. De Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) vondt het afdoende om zijn boodschap over te brengen door slechts een van zijn metgezellen te sturen, waaruit blijkt dat de door één betrouwbaar persoon gemelde hadith dient te worden gevolgd.
Bovendien kunnen we deze mensen vragen: waar zijn de verzen die ons vertellen hoe we moeten bidden, of die ons vertellen dat de verplichte gebeden vijf keer per dag zijn en op elke tijdstippen, of die ons vertellen over de nisaab op diverse soorten rijkdom voor het doel van zakaah, of over de details van de rituelen van de Hajj en andere uitspraken die we alleen kunnen kennen uit de Sunnah? Zonder kennis van de situaties waarin Quranverzen geopenbaard zijn, is het ook niet mogelijk om ze allemaal juist te interpreteren. Ook dat weten we alleen uit overlevering. De Quran gaat hand in hand met de Sunnah. Het is niet mogelijk één van de twee correct te volgen zonder kennis van de ander.
Hadith
Bewoners van het Paradijs en Hellevuur
“Ik keek in het Paradijs en zag dat de meerderheid van de bewoners armen waren en ik keek in de Hel en zag dat de meerderheid van de bewoners vrouwen waren.”
Sahieh Muslim
Bukhari I,6,301; de vrouw heeft volgens Mohammed weinig verstand, en tijdens haar menstruatie mag ze niet bidden. Er komen dan ook maar weinig vrouwen in het paradijs.
Bukhari
Uitspraken die in tegenstrijd zijn met de Koran!!
Slechts één keer, in vers 66:3, wordt het woord hadith gebruikt met betrekking tot Mohammed. In die vers en de twee daar op volgende verzen (66:3-5) lezen we hoe God streng optrad tegen het verspreiden van een vertelling/verhaal (hadith) buiten de Koran om.
In de Koran wordt nooit in positieve zin verwezen naar de hadith.
Op 3 plaatsen in de Koran — 7:185; 45:6 en 77:50 — vraagt God ons expliciet welke hadith wij volgen: de Koran, of een andere die niet van Hem afkomstig is? Eén van deze verzen luidt:
45:6Dit zijn Gods tekenen (ayaat) die Wij aan jullie voordragen met waarheid. Dus, welke overlevering (hadith), na God en zijn tekenen, erkennen zij?
Jammer, de Koran is compleet volgens Allah swt.
6
GELOOF JE GOD OF NIET?
God zegt dat de Koran COMPLEET, PERFECT & VOLLEDIG GEDETAILLEERD is , en dat je geen andere bron zult zoeken:
“We hebben niets weggelaten uit dit boek, dan zullen allen voor hun Heer worden verzameld (voor oordeel). Zij die onze verzen niet geloven zijn doof en stom; in totale duisternis. God dwaalt wie Hij wil, en leidt wie dan ook. Hij wil op de goede weg. ” (6: 38-39)
“Zal ik iets anders zoeken dan God als een bron van wet, toen Hij DIT BOEK VOLLEDIG GEDETAILLEERD openbaarde ? (6: 114)
“Het woord van uw Heer is VOLLEDIG in waarheid en gerechtigheid.” (6: 115)
DE GEVOLG VAN HET NIET GELOVEN VAN GOD
Zoals getoond op pagina 10, zegt God dat de Koran COMPLEET, PERFECT EN VOLLEDIG GEDETAILLEERD is .
Zijn geboden zijn duidelijk en strikt, zodat U Niets anders behalve de Koran HOUDT als een bron van religieuze leiding (zie pagina 7 en 8).
Nu heb je de totale vrijheid om te besluiten God te geloven, of zijn uitspraken te verwerpen en zijn geboden te negeren, op voorwaarde dat je bereid (of niet bereid) bent om de consequenties te accepteren.
U bent het er ongetwijfeld mee eens dat weigeren God te geloven een zeer ernstige overtreding is. Hoe ernstig wordt uitgedrukt in vers 40 van soera 7:
“Voor degenen die onze openbaringen niet geloven, en te arrogant zijn om er acht op te slaan, gaan de luchtpoorten nooit voor hen open, noch zullen ze ooit het Paradijs binnengaan totdat de kameel door het oog van de naald gaat. Zo vergelden we de schuldige. ” (7:40)
Het is dus EEN FYSIEKE ONMOGELIJKHEID voor degenen die weigeren in God te geloven om het Paradijs binnen te gaan.
BELANGRIJKE CRITERIUM VOOR GODDELIJKE OPENBARING
Sommige mensen beweren dat de “Hadith & Sunna” goddelijke openbaringen zijn. Het is duidelijk dat ze zich niet bewust zijn dat het criterium van goddelijke openbaring PERFECT BEHOUD is. Aangezien de zogenaamde hadith & sunna van de profeet enorm verdorven zijn, kunnen ze nooit voldoen aan het criterium van goddelijke openbaring. Het is een erkend feit dat de overgrote meerderheid van de hadiths valse verzinsels zijn.
‘We hebben de openbaring neergezonden en we zullen hem zeker bewaren.’ (15: 9)
“Inderdaad, dit is een eerbare schriftplaats. Onwaarheid zou er nooit in het verleden, het heden of de toekomst in kunnen komen; een openbaring van de meest wijze, de meest geprezen.” (41: 41-42)
De godslastering is duidelijk wanneer ze beweren dat Hadith en Sunna goddelijke openbaringen zijn. Beseffen ze niet dat de Almachtige God in staat is om zijn openbaringen te bewaren?
HADITH & SUNNA = 100% CONJECTUUR
Hoewel God verklaart dat de Koran VOLLEDIG GEDETAILLEERD is en de enige bron zal zijn, is de meerderheid van de moslims misleid om het vermoeden te volgen dat bekend staat als Hadith & Sunna.
Terwijl de Koran door FYSIEK BEWIJS wordt bewezen het authentieke en ongewijzigde woord van God te zijn (zie het boek “QURAN: VISUELE PRESENTATIE VAN HET WONDER”), worden Hadith en Sunna unaniem erkend als vermoeden.
“Zal ik ANDERS DAN GOD zoeken als een bron van wet, wanneer Hij DIT BOEK VOLLEDIG GEDETAILLEERD heeft geopenbaard? … Het woord van uw Heer is VOLLEDIG, in waarheid en gerechtigheid. Niets zal Zijn woorden afschaffen; Hij is de toehoorder, de alwetende. Maar als je de meerderheid van de mensen gehoorzaamt, zullen ze je van het pad van God afleiden. Dat is omdat ze CONJECTURE volgen en niet denken. ‘ (6: 114-116)
“Ze staan erop om vermoedens te volgen, wanneer de leiding van hun Heer hun hierin wordt gegeven.” (53:23)
Het heeft weinig zin om een tekst, die zo bol staat van onjuistheden, puntsgewijs te behandelen. Dat zou een tekst opleveren, die twintig keer de lengte van het originele artikel heeft.
“Volgens Benzine vloeien alle perverse uitwassen van de islam voort uit de onwetendheid en gebrek aan kennis van de geschiedenis.”
Daar is hij zelf helaas het levende bewijs van. Zelfs betekenissen van woorden, zoals ze bijna 1400 jaar geleden omschreven werden, noemt hij moderne verzinsels, en dingen die in de Quran staan, noemt hij veel latere ontwikkelingen. Hoe wil hij eigenlijk iets van de context van de Quran weten, als hij alle overlevering uit die streek en uit die tijd verwerpt?
Déradicalisering, wat een zegen!
De islamologen, de kritische denkers van Islam, de afsplitsingen: zij grijpen allemaal hun kans. U wilt deradicalisering? Wij zijn de oplossing! Schuif alle islamitische leer aan de kant, want wij zijn anders met een reden. Wat ons zo vredelievend maakt is wat wij anders doen. Wij zijn de weg, de waarheid, het leven! Alleen via mij zult gij de waarheid bereiken.
Heel mooie woorden, bijna allemaal heel mooie woorden, maar het klopt niet helemaal:
* Politieke radicalisering gaat vooraf aan religieuze radicalisering. Het kan niet in omgekeerde richting aangepakt worden. Dat is symptoombestrijding. Die symptomen verdwijnen als je het probleem aanpakt. Verwijder de wortel als je van de wrat afwilt. Make-up werkt niet en snijden is gevaarlijk.
* Separitisme is juist onderdeel van het probleem. Een nieuwe vorm van separatisme is de oplossing niet. Het heeft de wrat alleen een andere kleur.
* Demoniseer niet door generalisatie. Wie gevoelig is voor conservatieve Islam, is gevoelig voor correctie door conservatieven. Eer het goede aan hen. Trap ze niet in een hoek. Die vijandigheid werkt averechts. Laat vooroordeel geen blinddoek zijn waardoor welwillendheid keer op keer tevergeefs zal blijken.
* Pas op voor mensen die zich aan uw kant lijken te scharen door een gemeenschappelijke vijand te bestrijden. Wordt ook niet blind voor wat zij met uw hulp nog meer willen bereiken. Wees vooral kritisch als zij voor u uw problemen nader definieren. Blijf bij de les, en laat u voor hun karretje spannen. Het benoemen van grotere risicogroepen is tegenovergesteld aan inzoomen op de probleemgevallen. Opvallend vaak gebeurt dit door mensen die ook los van het gedeelde probleem al strijd hadden met die zgn. risicogroepen. Wrijf vieze vlekken niet uit als iemand met een hekel aan het kledingstuk dat adviseert.
Laat Moslims zich van hun goede kant láten zien. Er is geen interesse in Islam nodig om aan te geven wat u goed aan uw buurman vindt en wat u er slecht aan vindt. U heeft geen islamoloog, kritische denker van Islam, of nieuwlichter nodig om te begrijpen wat u van uw buren vindt. Al deze mensen zijn ook niet bij machte om invloed uit te oefenen op de religie. Zij kunnen hooguit hun eigen groep vormen en daarmee proberen om zelf positief bij te dragen. Laat de religie rustig over aan de Moslims, en als u van mensen last hebt, spreek ze dan aan op hun gedrag. U hoeft echt geen Moslim zijn of te spelen om duidelijk te maken wat er fout aan is. Praat gerust met Moslims. U zult erachter komen, dat veel daarvan het met u eens zijn. Als u dat probeert te benaderen vanuit de religie, zult u vaak merken dat u minder serieus genomen wordt. Wij besteden daar ons leven aan. Het is onze zaak. U bent welkom om zich bij ons te voegen, maar we kunnen ook gewoon de zaken bespreken op basis van logica en menselijkheid en in de termen van de wereld die we delen.