Beste Nourdeen,

In mijn eerste brief aan jou wilde ik je in de eerste plaats een gelukkig Nieuwjaar wensen en gezondheid en voorspoed voor jou en de jouwen. En daaraan gekoppeld natuurlijk, we moeten er even in komen, nietwaar, mijn eerste vraag of jij als moslim aan nieuwjaarswensen doet en of je dat nu doet of niet, je de nieuwjaarswensen retourneert. Immers, we zullen het in onze briefwisseling hebben over de inpassing van moslims in de Nederlandse samenleving. We zijn het islamdebat voorbij. We praten niet meer over het of, maar over het hoe.

Maar maak niet te veel woorden vuil aan mijn, misschien wat plagerig gestelde, eerste vraag. Er zijn veel belangrijkere kwesties die ik aan je wil voorleggen en ik ben ook benieuwd naar de vragen die jij voor mij in petto hebt.

Integratie

In deze eerste brief wil ik het thema integratie centraal stellen. Integratie is een volkomen afgekloven, bijna betekenisloos woord geworden. Ik ga je dan ook niet naar jouw definitie ervan vragen. Wat ik wel doe is je een aantal cases voorleggen die met integratie te maken hebben. Overigens presenteer ik deze cases elk jaar weer aan mijn nieuwe studenten en ze hebben telkens weer verrassende reacties.

Hugenoten

De eerste case gaat over de hugenoten. In de zestiende en zeventiende eeuw kwamen er veel Franse hugenoten, die protestants waren, naar Nederland omdat ze in Frankrijk hun geloof niet langer mochten beleven. De vraag die ik de studenten stel is wie er weet heeft van de hugenotengemeenschap in Nederland. Die vraag wordt vrijwel altijd beantwoord met blikken van niet begrijpen. Sommigen weten niet eens wie de hugenoten zijn. Het commentaar dat ik op mijn zelf gestelde vraag geef is dat de hugenoten in korte tijd volkomen geïntegreerd zijn. Slechts een enkele achternaam, waaronder die van mijn oudtante, roept het hugenotenverleden van deze Nederlanders nog op. De slotconclusie van het college is dan dat de hugenoten hun weg in de Nederlandse samenleving hebben gevonden en erin zijn opgegaan.

Joden

Mijn tweede case gaat over de joden. Sinds het begin van de zeventiende eeuw hebben Sefardische en Asjkenazische joden zich in Nederland gevestigd. Hen overkwam in de vorige eeuw het drama van de Shoah, maar gelukkig is er nog steeds een joodse gemeenschap in het land. Maar dat roept een vraag op. Hoe komt het dat er in Nederland nog steeds een joodse gemeenschap bestaat terwijl de hugenoten als gemeenschap niet meer bestaan? Wat maakt dat de joden, die al meer dan 400 jaar in Nederland wonen, nog steeds te boek staan als aparte gemeenschap? Er ontwikkelen zich dan altijd uiterst interessante discussies in het college. Als afsluiting concludeer ik dan dat de joden als groep nog steeds bestaan omdat ze belang hechten aan hun joodse identiteit maar ook omdat ze door de ontvangende samenleving toch vaak nog als ‘anders’ worden gezien. De laatste stap tot volledige integratie wordt maar niet genomen.

Orthodoxe protestanten

Mijn derde vraag gaat over de protestanten in Nederland die in dorpen als Staphorst, Spakenburg-Bunschoten en Tholen wonen. Ze zijn orthodox, de vrouwen dragen verplicht lange haren en hoeden. TV kijken is taboe en eventueel internet afgeschermd. Sommigen laten hun kinderen niet inenten waardoor er van tijd tot tijd polio- en mazelen-epidemieën uitbreken, onlangs nog, en soms met de dood tot gevolg. Alles onder het motto dat de HEERE geeft en de HEERE neemt. Ik vraag mijn studenten dan of ze vinden of deze mensen geïntegreerd zijn. Dat is een lastige! Bij hugenoten en joden kun je nog aanvoeren dat ze oorspronkelijk niet uit Nederland afkomstig zijn, maar bij steile protestanten geldt dat argument niet. Enerzijds hebben ze hun plek in de samenleving, in een eigen zuil, meer dan gevonden. Maar om dan anderzijds te zeggen dat ze geïntegreerd zijn? Ze onderscheiden zich heel duidelijk van ‘de rest’. De studenten komen er meestal niet uit. Sommigen vinden dat zo’n opmerkelijke gemeenschap de diversiteit in de samenleving vergroot, anderen vinden dat ze een afwijkende en dus niet passende levensvorm beoefenen.

Jouw voorkeuren

En dan nu naar mijn vragen, waarde Nourdeen, aan jou. Op dit moment wonen er tegen de een miljoen moslims in Nederland in allerlei soorten en maten. Jij bent een van hen. Ik heb je de gevallen van integratie van hugenoten, joden en orthodoxe protestanten voorgelegd. Met welke groep voel jij je, vanuit jouw perspectief van integratie, het meest verwant? Zou je me verder ook willen zeggen aan welke van deze drie vormen van ‘integratie’ jij voor de moslims in Nederland de voorkeur zou geven? Het hugenotenmodel, zodat we over honderd jaar van niemand meer weten dat hij of zij moslim is of van moslimafkomst. Het joodse model, waarin het belang van het behouden van de eigen identiteit centraal staat maar die wel als prijs heeft dat je geen volledige integratie à la hugenoten bereikt. Of het orthodoxe protestantenmodel, waarin moslims nogal gescheiden van de samenleving hun eigen leven leiden en hun eigen gewoontes navolgen.

Ik vraag je naar je gevoel van verwantschap en voorkeur voor de modellen. Maar zou je ook antwoord willen geven op de vraag welk scenario van ‘integratie’ het meest voor de hand ligt in het geval van de moslims in Nederland? Wat kunnen we verwachten de komende honderd jaar?

Ik wacht met grote belangstelling je antwoord af maar ook ben ik nieuwsgierig welke vragen je mij als oer-Hollandse kaaskop wilt stellen.

Met hartelijke groet,

Jan Jaap de Ruiter

Update 22 januari 2014

Klik hier voor de eerste brief van Jan Jaap de Ruiter.
Klik hier voor de eerste brief van Nourdeen Wildeman.
Klik hier voor de tweede brief van Jan Jaap de Ruiter
Klik hier voor de tweede brief van Nourdeen Wildeman

Jan Jaap de Ruiter

Jan Jaap de Ruiter

Arabist

Jan Jaap de Ruiter (1959) is arabist en de Arabische taal is zijn grote -professionele- liefde. Het Arabisch is een van de twee ankerpunten …
Profiel-pagina
Al 15 reacties — praat mee.