De eerste brief van Mikkers vindt u hier, de reactie van Voorberg vindt u hier. De tweede brief van Mikkers vindt u hier, de reactie hierop van Voorberg vindt u hier. Vorige week schreef Mikkers zijn derde en laatste brief waarop Voorberg vandaag in zijn laatste brief reageert.
Beste Tom,
Een laatste brief. Nog één mogelijkheid om onder woorden te brengen wat ik graag wil zeggen, nog één keer een mogelijkheid om het allemaal heel anders te bekijken. Ik wil je bedanken, want je hebt me scherpe vragen gesteld. Jouw missie knalt uit elke regel die je schrijft, terwijl je ook aan alle kanten probeert de mogelijkheid open te houden dat anders denken dan jij doet niet moreel laakbaar is. Op het punt van homoseksualiteit wel te verstaan. Verdraagzaamheid is je doel, maar onverdraagzaamheid verdragen wil je nooit. Dat is een paradoxaal dilemma waarin voor jou heel duidelijk de liefde zal overwinnen. Altijd.
Je schrijft dat je goede hoop hebt dat ik niet instemmend knik in gesprek met mensen die homoseksualiteit afwijzen. Het scheelt misschien dat al dan niet instemmend knikken überhaupt niet mijn grootste gave is. En het zou van de zotte zijn om homoseksualiteit af te wijzen. Het is er. Het leeft. En het is liefde. Punt. Daar zijn wij het over eens en mijn kritiek op de omgang daarmee in orthodoxe kringen heb ik – dankzij jouw vragen – nu eens op papier kunnen krijgen. Ontkennen dat er sprake kan zijn van opofferende, trouwe, wederzijdse, hoopgevende liefde tussen mensen van gelijk geslacht is tegen de feiten op redeneren om je eigen straatje schoon te houden. Ik heb in de briefwisseling ook geprobeerd om via jou de wat orthodoxere lezer te raken met de gedachte dat het homohuwelijk het allerbeste middel is dat de kerk heeft tegen discriminatie van homoseksuelen. Want met een huwelijk wordt die liefde en geaardheid die in zoveel culturen (niet alleen kerkelijke of christelijke) uit de schaduw gehaald, in het volle licht gezet en het een ereplaats gegeven als (met Paulus) een beeld van de liefde tussen Christus en zijn gemeente.
Het fijne punt is dat ik er een beter theologisch verhaal voor wil. Ik verwacht niet dat de zoektocht daarnaar een andere uitkomt zal hebben dan het bevestigen en eren van die liefde, maar het hoe en waarom is essentieel. De kerk is geen politiek orgaan dat een nieuw regeltje uitvaardigt en over gaat tot de orde van de dag. Het is een gemeenschap die zich altijd bezig houdt met het hoe, waarom en waartoe. En dat gebaseerd op het enige dat ze echt heeft, de overgeleverde ideeën die onontwarbaar zijn verbonden met de sociale en politieke omstandigheden van toen. En dan vind ik eerlijk gezegd het wegkieperen van teksten een vorm van theologische luiheid. Als je vindt dat teksten weg kunnen omdat ze historisch bepaald zijn, moet je mijns inziens alles wegkieperen. Er is geen tekst in de bijbel, geen thema dat besproken wordt dat niet volledig historisch en contextueel bepaald is. Ook de liefde, ook de opstanding, ook de kruisiging, ook dat je de vijanden lief moet hebben. Teksten wegkieperen die niet passen bij je huidige inzicht en teksten behouden die daar wel bij passen, dat is toch geen theologie. Dat is illustraties zoeken bij je eigen opvattingen. Dat is superinteressant om te doen, maar daarmee ben je niet aan het uitzoeken wat het geheel van de Bijbelse teksten nu wil zeggen en welke unieke bijdrage het heeft aan het gesprek over een betere, andere wereld.
Je schrijft dat het alternatief is dat we de tekst ‘van kaft tot kaft’ letterlijk nemen. Maar ik vind die ‘letterlijke’ benadering net zo lui. We moeten goed gaan lezen, waarbij we ons realiseren dat de teksten niet voor ons zijn geschreven. Dat ze onontwarbaar verweven zijn met de context. Het is onze kunst om daarin het ‘evangelie’ te ontdekken en opnieuw zichtbaar te laten worden in onze context. En dan kun je volgens mij zelfs de geweldsteksten niet wegkieperen, Het is toch theologisch en literair onzin om te beweren dat die óns zouden willen aanzetten tot geweld? Integendeel. Die teksten zeggen tenminste iets over bevrijding, over zorg, over menselijk onvermogen en bovennatuurlijke hulp. Over de agressie van een schepper tegen ideologieën die zijn wereld kapot maken. Dat dit zich niet in geweld door ons moet vertalen, vind ik dan vanzelfsprekend. Wie er kwaad mee wil, kan dat met elke tekst.
Natuurlijk kan dat betekenen dat de ‘belijdenissen’ die je noemt aan letterlijke relevantie verliezen of dat het tijd wordt voor een nieuwe. En ook kan iemand het gevoel krijgen dat er teksten uit de handen worden geslagen, omdat ze iets heel anders blijken te betekenen. En ja, ik hoop ergens dat orthodoxe kerken homo’s gaan trouwen – als zíj homo’s gaan trouwen hebben ze ontdekt dat de verboden in de brieven iets anders betekenden.En als ze dat niet vinden, dan hoop ik dat ze andere manieren vinden om de diepe liefde tussen homo’s recht te doen en te eren.
Als laatste: je argument van de liefde die jou doet bepalen hoe je de teksten leest. Ik herken er heel veel van maar jij moet toch ook erkennen dat er geen problematischer criterium in de wereld is. Want liefde waarvoor? Voor de mensheid als geheel? Maar het kwaad dan dat daarin huist? Kwaad zou je effectief met de liefde moeten bestrijden, maar dan heb je wel al gedefinieerd wat kwaad is en wat niet. En dat vinden sommigen liefdeloos. Dat is net zo paradoxaal als verdraagzaamheid preken maar zeer onverdraagzaam zijn tegen onverdraagzamen. Nodig en terecht, maar wel paradoxaal. Als er iets historisch bepaald is en contextueel, dan is het dat wat je liefde noemt. Zo schreef onlangs Lynn Berger een prachtig artikeltje in de Correspondent over het problematische van de liefde – en onze hooggespannen verwachtingen ervan. Zij zegt: de liefde is “niet iets wat nergens boven staat, dat ons net zo goed klein kan houden als groot kan maken, dat ons kan redden maar ook kan tegenwerken”. Een algemeen beroep op liefde gaat niet helpen, ook bij zoiets vanzelfsprekends als de homoseksuele liefde. Het is simpelweg een te abstracte categorie als je ermee bijbel wil lezen of de wereld wil veranderen. Liefde waarvoor? Liefde waartoe? En wat haat je dan? Het is de grootste theologische vraag: wat is werkelijke liefde? Liefde kiest altijd voor het een en niet voor het ander, het kiest voor de ene en tegen de ander. Terrorisme is ook een vorm van liefde, radicale zelfopofferende liefde zelfs. Maar wel een vervloekte liefde, dat wel.
Tom, hartelijk dank voor dit gesprek. Maar zoals in elk goed gesprek gaat op een gegeven moment de kroeg dicht, of de trein vertrekt. En dan blijven open einden doorsudderen in het hoofd. Op andere plekken en andere momenten gaan dan de gesprekken verder. Het was prettig schrijven met je.
Een hartelijke groet,
Rikko Voorberg
Jammer dat dit de laatste brief is. Heb genoten. Hoop stiekem op een vervolg.
Hee, wat mooi gezegd! Jammer dat ik pas instap bij de laatste . Pech voor mij, dank aan jou. 😉