Beste Mirella,

Vorig jaar schreef ik een kritische reactie op ‘The Passion’ op verzoek van het tijdschrift In de Waagschaal. En jij schreef toen in Trouw een kritische reactie op al die christelijke betweters die dit mediaspektakel met gristelijke argusogen bekijken. The Passion van 2015 is inmiddels achter de rug. Je stelde me voor om onze degens maar eens vriendschappelijk maar publiekelijk te kruizen. Hierbij dan de voorzet!

Vorig jaar schreef je: “Natuurlijk is dat lastig voor gelovigen die zichzelf zien als hoeders van de christelijke (of kerkmuzikale) traditie. Maar christenen hebben geen exclusieve rechten op het lijdensverhaal. En dus kennen bezoekers van ‘The Passion’ uiteenlopende betekenissen toe aan dat evenement: van gratis popconcert tot moderne liturgie en van stadsmarketing tot heiligschennis. In de laatmoderne cultuur heeft de ene interpretatie niet meer gezag dan de andere.”

Het zal je niet verbazen dat ik me in die beschrijving niet herken. Inderdaad: nieuwe tijden hebben nieuwe vormen nodig. En zelfs als het over de inhoud gaat, is het onvermijdelijk – en zelfs wenselijk – dat in alle tijden nieuwe en andere betekenissen van het Jezus-verhaal oplichten. Maar zowel vorm en inhoud van ‘The Passion’ zijn wat mij betreft ondermaats.

Eerst de vorm dan maar.

Het gaat naar mijn beleving steeds meer om het spektakel en steeds minder om het verhaal. Het is een rijkeluispassie geworden. Een showbizz-passie. Een door BN’ers opgeklopt verhaal waar diezelfde BN’ers overigens ook zelf weinig tot niets van geloven. De vorm is overduidelijk van de inhoud afgesneden geraakt.

Terwijl in Rome paus Franciscus op gelovigen en ongelovigen indruk maakt door zijn eenvoud en authenticiteit, zoeken EO en KRO hun heil in het tegenovergestelde. Hier wordt vuurwerk afgestoken dat slechts een paar seconden indruk maakt en niet beklijft.

Op dezelfde avond waarop ‘paus Frans de Barmhartige’ in een gevangenis de voeten van gevangenen waste en op zijn knieën (na)deed wat Jezus (voor)deed, voerden Robert ten Brink en Bridget Maasland ons een spektakel voor ogen dat met de Jezus van het evangelie wat mij betreft weinig meer te maken heeft.

Je schreef ook: “Theologisch gezien is het de vraag of dat schuren wel zo slecht is. Uit tal van Bijbelteksten blijkt dat het optreden van Jezus ook de nodige commotie veroorzaakte, dat vrome gelovigen werden bekritiseerd en de gevestigde religieuze orde het niet bij het rechte eind bleek te hebben. Het verhaal dat God mens werd (wie had dat ooit gedacht?) laat zien dat God in de cultuur vormen zoekt om zich aan mensen bekend te maken. Niets is daarbij te min of te laag. Dat een ‘wervelende show’ als The Passion uitgesloten zou zijn, overtuigt mij niet.”

De ‘wervelende show’ is echter niet te laag. Het is te hoog. De show beweegt zich in de sferen van de rijken, de gangmakers, de bekenden, de opiniemakers, de (al dan niet graag) gezienen. Hebben we juist in de afgelopen decennia niet herontdekt dat de God van het christendom zich bij uitstek laat vinden bij de uitgestotenen, de zieken, de zwakken, de onzichtbaren? Waarom kregen die in ‘The Passion’ geen enkele plaats?

Waarom krijg ik slechts een wellness-christendom voorgeschoteld waar ik misschien mijn eigen lijden wel in het lijden van Jezus kan herkennen, maar dat me niet uitdaagt om ook het (vaak onzichtbare, want uit ons gezichtsveld verdrongen) lijden van anderen in ogenschouw te nemen? Want dit verhaal over een man die lijdt kan zonder problemen vervangen worden door een andere lijdende en/of stervende mens. Waarom niet een prachtig spektakel over Socrates of Jan Hus?

Het evangelie wordt een sprookje. Erger: een verhaaltje. Want de vraag naar het waarom van deze dood, naar de noodzaak en de zin ervan, wordt ontweken. De dood van deze mens wordt van de identiteit van deze bijzondere mens, van zijn spreken en handelen, losgekoppeld.

Je ziet het: voor ik het weet ben ik van de vorm naar de inhoud overgestapt. Daar ligt misschien mijn eerste kritiekpunt: nieuwe vormen moeten inderdaad. Maar deze vorm doet aan de inhoud tekort. Omdat het aan de persoon in kwestie, Jezus uit Nazareth, tekort doet.

Maar er is een ander punt dat me stoort. Een theologisch punt. En daar gaat het ook over de inhoud. ‘The Passion’ is niet slechts een showbizz-passie voor verwende Nederlanders, het is tevens bijbels fundamentalisme voor rijke westerlingen.

De EO en de KRO meldden op hun internetsite: “Aan het verhaal wordt niet getornd. Sterker nog: die volgt de letterlijke geschiedenis van 2000 jaar geleden”.

Maar we hebben niet één letterlijke geschiedenis van 2000 jaar geleden. We hebben vier of vijf versies van die geschiedenis. En daarin moet je een keuze maken.

Voor ‘The Passion’ werden die vier evangeliën in elkaar geschoven als een soort ‘Diatessaron’ (een harmonisering), niet als die van Gerson uit de 14e eeuw (te?) sterk leunend op het Johannesevangelie. Maar de keuzes die daarbij gemaakt werden zijn wat mij betreft discutabel. Waarom worden bijvoorbeeld de vrouwen die Jezus vanuit Galilea gevolgd waren, en die hem als enigen trouw bleven tot aan zijn kruisiging, uit het verhaal weggeschreven?

De aartsbisschop van Wenen, kardinaal Schönborn, wees er in zijn paaspreek op dat de kerkelijke traditie (te beginnen in de Bijbel zelf!) de vrouwen rond Jezus “nogal vergeten” was. Paus Franciscus deed in zijn paaspreek hetzelfde en zei dat “De vrouwen die Jezus’ leerlingen waren leren ons dit alles”.

In ‘The Passion’ trappen de apostelen een balletje met Jezus. In geen (voetbal)velden of wegen was een vrouw te bekennen. Behalve de zwarte Madonna op het podium. Terwijl het strikt historisch gezien nog maar de vraag is of Maria werkelijk aan de voet van het kruis stond.

In het Johannesevangelie heeft zij waarschijnlijk vooral een symbolische functie. In ‘The Passion’ is zij behulpzaam omdat zij extra emotie teweeg kan brengen: de lijdende moeder.

Maar waar zijn Maria Magdalena, Salomé en de andere vrouwen die er wèl stonden? Zij waren de leerlingen bij uitstek. Zij waren geraakt door de “blijde boodschap” die Jezus verkondigde. En zij bleven trouw tot het eind. Zolang die boodschap buiten beeld blijft of zodanig verwatert dat je de profeet uit Nazareth er niet meer in herkent, wordt de dood van Jezus ongrijpbaar en dus zinloos. En dan wordt de verrijzenis niet meer dan een ongeloofbaar wondertje.

Robert ten Brink zei in zijn inleidende preek: “De helft van alle Nederlanders weet niet waar Pasen over gaat”. Van deze onwetenden kennen zij die TV hebben gekeken inmiddels het verhaal (of in ieder geval de EO/KRO-versie ervan) – en dat is winst. Maar ze weten niet waar het over gaat. We weten wat er gebeurd is, maar niet wat de zin en onzin ervan is.

En daar toont zich het echte probleem met een zeker ‘bijbelfundamentalisme’: het beperkt zich tot het na-papegaaien van een verhaal, terwijl het meest wezenlijke onbesproken blijft.

Benieuwd naar je reactie!

Groet,

Hendro

Hendro Munsterman

Hendro Munsterman

Theoloog

Als rooms-katholiek theoloog werkzaam in Frankrijk en Vaticaanwatcher voor het Nederlands Dagblad.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.