Beste Dino,
Dank voor je antwoord op mijn eerste brief. Excuses dat mijn reactie even op zich heeft laten wachten. Dat was vanwege een enerverend en inspirerend pinksterweekend in Merville, Frankrijk. Ik werd er tijdens de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van het Europees Forum van christelijke LHBT-groepen gekozen tot voorzitter (M). Ik moet er nog een beetje aan wennen, maar ik heb de eervolle taak graag aanvaard en ik ga deze wonderlijke organisatie met meer dan veertig groepen uit meer dan twintig landen graag dienen met wat ik aan gaven en talenten in mij heb.
Dank voor wat jij schreef over ‘zichtbaarheid’ en hoe dat wel en niet werkt in de islamitische gemeenschap. Ik vind dat je je hier heel genuanceerd over uitspreekt. Het viel mij wel op dat het een paar betrekkelijk felle reacties opleverde. Blijkbaar wordt er niet door iedereen hetzelfde over gedacht. Ik hoor wel eens vaker dat sommige negatieve reacties op homoseksualiteit vanuit de moslimgemeenschap eigenlijk meer uitdrukking geven aan de waardering daarvan in de Arabische cultuur dan dat het zo af te leiden zou zijn vanuit de islam. Een van die cultureel bepaalde zaken zou de nadruk op de eer van de familie zijn. En dat is nou juist iets dat veel (jonge) moslims parten lijkt te spelen in de acceptatie van hun eigen homoseksualiteit. Wat vind jij daarvan? Vind je de tegenstelling gezocht, of vind jij dat moslims betere moslims zouden moeten worden en dat een nauwkeuriger bestudering van de eigen traditie tot een andere visie op de betekenis van eer en schande zou kunnen leiden? Houden jullie je bij Maruf ook bezig met dit soort vragen?
Volgens mij schreef je terecht dat de emancipatie van islamitische lesbiennes en homo’s het beste tot zijn recht komt als er sprake is van ‘ownership’ of van zelforkestratie. Met andere woorden: de emancipatie van islamitische lesbiennes en homo’s komt alleen tot zijn recht als zij zelf het subject van hun eigen emancipatie kunnen zijn. Dat geldt ook voor de christelijke LHBT-beweging, en volgens mij geldt het inderdaad uiteindelijk ook voor dat meisje dat ervoor kiest jou op straat niet te groeten, omdat dat voor haar voor onoverkomelijke problemen zou zorgen, hoe lastig ik een dergelijke situatie ook kan begrijpen. Waar ik benieuwd naar ben is wat voor jou in ideale zin dat ‘ownership’ in zou houden? Je schreef al iets over zelforganisatie en een duurzame infrastructuur, maar waar droom jij inhoudelijk van, om het zo maar te zeggen? Voel je je bijvoorbeeld verwant met de bevrijdingstheologie van Farid Esack? Leuk om te lezen trouwens. Ik wist niet eens dat er een islamitische bevrijdingstheologie bestond!
Dank voor jouw vraag aan mij. Zoals je weet heb ik lange tijd deel uitgemaakt van De Dialoog, een doorlopend breed gesprek over religie, homoseksualiteit en ethiek. Ik was een aantal jaren vanuit het LKP lid van de Adviesraad van De Dialoog. Precies daar heb ik eens benoemd dat in het gesprek over homoseksualiteit religie niet uit de weg gegaan zou moeten worden. Ik vroeg me steeds af waarom het gesprek in de Raad zelf, maar ook in de vertegenwoordigde groepen en gemeenschappen zo moeizaam verliep. Natuurlijk konden daar meerdere oorzaken voor aangewezen worden, maar een hele duidelijke was dat mijns inziens de kern van de zaak werd vermeden en dat was de religiositeit zelf van de deelnemers aan de gesprekken. Ik denk dat het voor de gemiddelde autochtone Nederlandse voorlichter of gespreksleider lange tijd wennen was aan het feit dat je het best over religie kunt hebben, sterker nog: dat je dat moet doen, omdat je daarmee de harten van deze mensen bereikt. Religie gaat ten diepste over wat mensen dierbaar is en vaak veel minder over stellige overtuigingen . Die vormen nog wel eens het eerste laagje over een gesprek, maar maken bij goede begeleiding al snel plaats voor de behoefte te delen en herkenning te zoeken en te vinden bij elkaar. Destijds, bij het begin van De Dialoog, bepleite ik een verdere ontwikkeling van de zogenaamde ‘narratieve voorlichting’, een gesprek dat mensen uitnodigt over zichzelf te vertellen – dat doet iedereen graag – en in de levensverhalen van mensen momenten en gebeurtenissen te benoemen die aanleiding geven voor mensen om ‘langszij’ te komen. Daar horen dan ook religieuze momenten en ervaringen bij. Hoe dan ook blijken de verhalen van een Nederlandse lesbienne en een Turkse moslim dan meer op elkaar te lijken dan je zou denken. En als religies ergens goed in zijn dan is het in het vertellen van verhalen en in het gelegenheid vinden daarvoor, ter wille van een goede verstandhouding tussen mensen en om gemeenschapsvorming. Het oordeel of de overtuiging verdwijnt niet, maar het krijgt daardoor wel een hele andere plaats.
Ik snap trouwens het ‘gekriebel’ bij veel mensen als het om religie gaat wel. Mijn geloof is mij zeer dierbaar en ik ben een groot fan van de kerk om allerlei redenen, maar we kennen allemaal de mensen die aan diezelfde kerk geleden hebben en er met veel gedonder of in stilte uit vertrokken zijn. Als ik aan al die mensen denk, kan ik echt heel verdrietig worden. Ik ben blij dat we aan dit verdriet en aan de boosheid van mensen iets van een plek kunnen geven in de jaarlijkse IDAHOT-wake, een wake die het geweld tegen LHBT’ers wil gedenken, dat maar al te vaak ook in geloofsgemeenschappen voorkomt. Wat ik nu kan doen, juist vanuit mijn religieuze overtuiging, is stem te geven aan die LHBT’ers die hun plek in de kerk hebben gevonden of die aan het bevechten zijn. Zij zijn een onmisbaar onderdeel van wat de kerk het ‘lichaam van Christus’ noemt. In de loop van de afgelopen jaren is gebleken dat die eigen stem van christelijke/religieuze LHBT’ers ook een belangrijke rol kan spelen in het voortgaande gesprek over mensenrechten, zoals dat bijvoorbeeld in de Raad van Europa wordt gevoerd. Juist in landen waar overheid en kerk samenspannen om de rechten van LHBT’ers te beperken is het van belang te laten zien dat kerken niet monolitisch bestaan uit hetero’s die het liefst alleen maar kerngezinnen vormen en dat het recht op zelfbeschikking van kerken moeilijk in absolute zin kan worden volgehouden, willen sommige van haar leden niet in een onaanvaardbaar sociaal en ook religieus isolement terecht komen. Leiders zouden er daarom bijvoorbeeld op z’n minst van overtuigd moeten kunnen worden af te zien van een vocabulaire dat aanzet tot haat en geweld tegen LHBT’ers. Christelijke LHBT’ers zitten dicht op het vuur en kunnen helpen dat in kaart te brengen. En, om terug te komen op jouw vraag, dat eigen geluid wordt hoe langer hoe meer erkend door organisaties als COC Nederland en ILGA (International Lesbian & Gay Association). De contraproductieve sensitiviteit rond religie binnen de LHBT-beweging is langzaam aan het verdwijnen. Al putten we uit verschillende bronnen, we hebben elkaar hard nodig, om humaniteit.
Ik weet niet of jij daar zicht of visie op hebt, maar is er iets waar christelijke en islamitische LHBT’ers elkaar in het bijzonder mee zouden kunnen ondersteunen? Waar vinden wij elkaar? Hebben wij een ‘jihad’ (met dank aan Enis Odaci) die ons aan elkaar verbindt?
Ik zie weer uit naar jouw volgende brief.
Hartelijke groet,
Wielie Elhorst.