Beste Wielie,

Bedankt voor je brief.

Jouw vragen zijn zeer terecht. Zichtbaarheid, in al haar facetten, is ontzettend belangrijk voor LHBT-emancipatie, ook binnen de moslimgemeenschap. Het is dé manier om te tonen dat moslimhomo’s bestaan. Als iemand die zelf uit de kast is, ben ik er een voorstander van dat veel meer mensen uit de kast komen en zichtbaar op een roze wolkje door het leven kunnen gaan. Maar dat is te simpel en negeert de realiteit waar moslimhomo’s in leven.

De meeste jongeren die bij stichting Maruf binnenkomen willen niet dat anderen er achter komen dat ze homoseksueel zijn. Enkelen vertellen pas na weken hun echte naam. Ik maakte een keer mee dat een Marokkaanse meid die aan de workshops van Maruf meedeed met haar moeder door de Kalverstraat liep en mij niet begroette. Toen ik haar later vroeg waarom ze dat deed, zei ze geen zin te hebben in de vragen die haar moeder zou stellen. Als die erachter zou komen dat ze lesbisch is, zou dat haar in gevaar brengen.

Drie jaar geleden had ik hier moeite mee. Ik vroeg me af waarom niet nog meer mensen voor hun geaardheid uitkomen. Het is helaas voor velen van ons niet weggelegd. Ik hoor vaak dat jongeren bang zijn door hun familie verstoten te worden of op straat te eindigen. Sommigen krijgen te maken met huiselijk geweld, stalking, uithuwelijking of eerwraak. Als je dit plaatst tegenover de voordelen van zichtbaarheid, dan is de keuze om ‘onzichtbaar’ te blijven heel begrijpelijk.

Als je als moslim LHBT toch de keuze maakt om zichtbaar te zijn, dan ben je eerder een object dan een subject van de emancipatiebeweging. Je schreef zelf in je brief aan mij dat in 1997 voor het eerst “homoseksuele en lesbische moslims expliciet als object van emancipatoire aandacht werden genoemd”. Het emancipatieproces van moslimhomo’s werd vooral van buitenaf gestimuleerd, of door overwegend witte homobelangenorganisaties of door de overheid die homoseksualiteit ‘bespreekbaar’ wilde maken. Dat is natuurlijk geen slechte zaak, maar de ‘ownership’ moet bij moslim LHBT’s liggen.

Vergeet niet dat eind jaren zeventig de eerste groepen LHBT’s met een niet-Westerse afkomst al bij elkaar kwamen en dat ‘Strange Fruits’ in de jaren tachtig ontstond. Stichting Yousef borduurde voort op het werk van veel initiatieven en activisten voor hen. Wat zo typisch is aan al die geweldige individuen en initiatieven is dat ze opdoken, populair waren, maar na een tijdje van het podium verdwenen. Dat gebeurde om verschillende redenen, van het gebrek aan financiële middelen tot het ontbreken aan morele steun. Dat gebeurt als je zichtbaarheid eerder als doel ziet dan als een middel om een duurzame emancipatiebeweging te creëeren. Een duidelijke en stevige infrastructuur voor queer moslims is er nog steeds niet. De meeste moslim homoactivisten klagen dat ze overgevraagd worden, teveel dingen doen en weinig opvangnet hebben. Zodra een activist of een organisatie wegvalt, wordt het emancipatieproces weer vertraagd.

Ik voel mij als zichtbare moslimhomo ook vaak als een object. Mijn ‘narrative’ wordt gebruikt voor verschillende doeleinden, dikwijls met goede bedoelingen. Maar vaak dient het als een exemplarisch verhaal om aan te geven hoeveel moeite de moslimgemeenschap met homoseksualiteit heeft. Ik ben de laatste die zou ontkennen dat er nog veel werk aan de winkel is. Maar onze verhalen zijn voer voor rechts-extremistische sociale en politieke bewegingen in Nederland. Dergelijke verwijten worden exclusief gemaakt richting de Marokkaanse en Turkse gemeenschap en hebben een duidelijke boodschap: “accepteer je de homo’s niet, dan hoor je hier niet thuis”. Het is best goed om een duidelijk statement te maken, maar de grootste lasten komen bij ons terecht, de moslim LHBT’s die onderdeel uitmaken van die moslimgemeenschap. Het zijn onze moeders, vaders, familie en vrienden.

Zichtbaarheid is belangrijk. Maar dan wel in een vorm die door moslimhomo’s zelf georkestreerd wordt. Naast zichtbaarheid zouden we het ook over hoorbaarheid moeten hebben. Hoeveel moslimhomo’s zitten in het bestuur van een homobelangenorganisatie, zijn beleidsmakers in een gemeente of projectmanagers van een internationale mensenrechtenorganisatie? Als we niet genoeg competente figuren hiervoor hebben, dan moeten we daarin investeren in plaats van succes te meten door te turven hoeveel zichtbare moslimhomo’s er in de spotlights hebben gestaan.

Mooi dat je zichtbaarheid ook theologisch benadert. Binnen de islam is er niet zoiets als een kerkelijk gemeente, maar wel het concept van de eenheid van de Schepper en zijn schepping met alle aanwezige diversiteit. In de Koran wordt diversiteit zeer geprezen (11:118, 49:13). Daarnaast wordt seksualiteit binnen de islam weliswaar publiekelijk gereguleerd, maar het blijft een prive-aangelegenheid. Zolang je ‘het’ niet bekend maakt en het tussen vier muren blijft, levert het minder problemen op. Dat zou een verklaring kunnen zijn waarom zichtbaarheid geen goede basis heeft binnen de moslimgemeenschap.

Er is echter ook een beweging richting meer zichtbaarheid binnen de islam geïnspireerd door de bevrijdingstheologie van de Zuid-Afrikaanse theoloog en politieke activist Farid Esack. Hij streed tegen de onderdrukking van het apartheidsregime. Esack articuleerde de stem van de onderdrukten en beweerde dat de centrale opgave van moslims de strijd tegen onrechtvaardigheid moet zijn. De beweging moet goed georganiseerd zijn en allianties sluiten met andere onderdrukte groepen. Muhsin Hendricks, Amina Wadud, Fatema Mernissi, Asma Barlas, Omid Safi en anderen zijn deze uitdaging aangegaan. Esack’s boek Quran, Liberation and Pluralism zou verplichte literatuur voor alle Moslim LHBT’s moeten zijn.

Over theologie gesproken… Ik krijg vaak te horen dat de dialoog met de moslimgemeenschap geen theologische discussie mag worden. Al jaren kom ik mensen tegen die bij het noemen van het woord religie (laat staan islam) de kriebels krijgen. Het is immers juist de bevrijding van religieuze dogma’s en ontkerkelijking die de strijd van LHBT’s makkelijker maakten, aldus velen.
Herken jij dit? En hoe zie je het als christelijke homo?

Groeten en tot zondag!

Dino Suhonic

Dino Suhonic

Dino Suhonic

Directeur van Stichting Maruf

Dino Suhonic is queer moslim en publiceert over diverse gender-gerelateerde vraagstukken. Hij is directeur van Stichting Maruf, het …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.