Tegelijkertijd ontstaan er met deze omslag in bestuursdenken op de universiteiten initiatieven die zoeken naar een herdefiniëring van het huidige ‘onderwijs’. De afgelopen tien jaar is er een opmerkelijke ontwikkeling op dit gebied. Contemplatieve beoefening als vak of als cursus wordt door de universiteit steeds vaker omarmd als een manier om stress tegen te gaan, het welzijn van studenten te bevorderen, met bijkomend gevolg dat studieresultaten verbeteren. Waarom opmerkelijk? De Nederlandse overheid laat zich liever niet in met religie maar contemplatieve beoefening, ontdaan van een religieus jasje, wordt nu eerder als seculiere methode aangenomen. Het debat rondom onderwijs is in volle gang, waarin ook mindfulness en meditatie worden besproken: een nieuwe en spannende ontwikkeling voor de toekomst.
In het voorstel van Bussemaker is in totaal 30 miljoen weggezet om op de reguliere universiteit kleinschalig en intensief onderwijs mogelijk te maken. Bussemaker heeft zich voorstander getoond van Bildung onderwijs, waarin algemene ontplooiing van menselijke kwaliteiten vooropstaat. Sinds de jaren zeventig werd dit concept van Bildung verdrongen door beroepsgerichte vorming (Ausbildung). Vooral het afgelopen jaar hebben ontwikkelingen in de maatschappij geleid tot onvrede over deze vorm van onderwijs. Door snelle ontwikkelingen in de samenleving is er meer behoefte aan breed opgeleide mensen die zich staande kunnen houden in deze vluchtige complexe wereld. Daarnaast lijdt het huidig onderwijs aan schaalvergrotingen en sturing van resultaat. Docenten en studenten hebben samen hun onvrede geuit en gepleit voor een verandering. De visie van Bussemaker voor 2025 luidt een interessante trendbreuk in, waarin ze afstand neemt van Ausbildung en het voorbeeld van Bildung noemt als het onderwijs van de toekomst. Tot nu toe is deze vorm van kleinschalig onderwijs vooral aangeboden door private instellingen en de verschillende University Colleges. Het concept van een University College is gelijk aan een Amerikaans internationaal honours college en volgt de filosofie van Liberal Arts and Sciences: kleine klassen, veel persoonlijke aandacht en een intensieve studie-omgeving. Zo worden de talenten en potenties van de studenten het beste benut en kunnen zij zich ontwikkelen tot betrokken burgers en toekomstige leiders.
Als reactie op de huidige stand van zaken in het hoger onderwijs vroeg ook filosofe Martha Nussbaum zich af: How can higher education today create a community of critical thinkers and searchers for truth that transcends their boundaries of class, gender and nation? Nussbaum wil hiermee een discussie op gang brengen over wat goed burgerschap inhoudt. Volgens haar zijn het niet de studentenaantallen, studieresultaten of nieuwe markten die het verschil maken, maar de persoonlijke ontwikkeling van jonge mensen.
Wat heeft contemplatieve beoefening te maken met dit debat rondom een herformulering van het hoger onderwijs? Het intensieve, ambitieuze klimaat van University Colleges, dat als voorbeeld dient voor de toekomstvisie van Bussemaker, wordt niet alleen geprezen. Er is ook veel kritiek. Hoe kunnen studenten zich staande houden in zo’n veeleisende omgeving? Het aantal studenten dat lijdt aan klachten, zoals stress en depressie, is schrikbarend hoog. Deze ambitieuze jongvolwassenen worden gestimuleerd om het beste uit zichzelf te halen, maar er is te weinig aandacht voor hun persoonlijke zorg en welzijn. En ook de vorming in het Bildung onderwijs richt zich vooral op de intellectuele potenties van de studenten. Er is gebleken dat er meer nodig is in de vorming van jongvolwassenen dan alleen academische uitdaging.
Het welzijn van studenten moet voorop staan en hiervoor is ruimte nodig op de universiteit om kwesties zoals depressie en faalangst te bespreken. Een cultuur van acceptatie en openheid onder jongeren kan alleen ontstaan wanneer ze dit eerst voor zichzelf kunnen creëren. De universiteit kan dit wel faciliteren door manieren aan te reiken zoals mindfulness en meditatie, die helpen deze kwesties bespreekbaar te maken. Contemplatieve beoefening heeft ook een academische meerwaarde. Vragen als Wat is geluk? Wat betekent vrijheid? Wat is een goed leven? blijven slechts abstracte filosofische vraagstukken wanneer ze niet eigen worden gemaakt in de vorm van reflectie. Mindfulness en meditatie bieden ruimte aan studenten om de academische materie te zien als relevant voor hun persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komen vragen aan de orde die iedereen zichzelf weleens stelt: Waarom doe ik wat ik doe? Wat wil ik hiermee bereiken? Goed burgerschap veronderstelt burgers die hierover nagedacht hebben. Hoe kun je anders de vrijheid die we hier in het westen genieten ten volle en ten goede benutten?
De opmerkelijke trend van contemplatieve beoefening in het hoger onderwijs begon in de jaren negentig. Charles Halpern, docent aan de Berkeley School of Law, is één van de pioniers. Op de universiteit van Berkely geeft hij colleges over het belang van mindfulness voor een ieder die zich met rechtsgeleerdheid bezighoudt. Hij is voorzitter geweest van the Center for Contemplative Mind in Society – een organisatie die zich inzet voor de ontwikkeling van persoonlijk en sociaal gewaar zijn in onderwijs door middel van de integratie van contemplatieve beoefening. In het vak ‘Effective and Sustainable Law Practice: the Meditative Perspective’ onderzoekt Halpern samen met de studenten de raakvlakken van de rechtspraktijk en meditatie, op een seculiere en toegepaste wijze. Hij stimuleert ze om niet alleen als goed opgeleide advocaat of jurist te denken maar bovenal als mens met een ontwikkeld ethisch besef.
In Nederland zijn er vergelijkbare initiatieven, voortgekomen uit en geïnspireerd door Berkely’s succes. Op de UvA bestaat het vak mindfulness in law en op University College Utrecht wordt er gedurende de maand oktober een mindfulness cursus aangeboden, waarin de studenten kennis maken met verschillende contemplatieve methodes.
Waar Charles Halpern de toegevoegde waarde inzag van een empathische jurist, zo geldt dat voor iedere andere beroepsgroep. Contemplatieve beoefening kan vragen zoals Wat is geluk? en Wat betekent vrijheid? niet beantwoorden, net zomin dat het een directe garantie is voor welzijn. Maar door contemplatie en zelf-reflectie wordt je gewaar van je eigen denken en handelen en in deze complexe wereld worden we voortdurend geconfronteerd met ons eigen en andermans denk- en handelwijze. Weinig jongeren willen zich verbinden aan één bepaalde religie of geloofsovertuiging maar zoeken wel naar een manier om richting aan hun leven te geven. Mindfulness en meditatie voldoen aan de wens om zich niet te hoeven verbinden. In alle genoemde initiatieven wordt de religieuze en spirituele oorsprong van deze beoefeningen niet aangehaald. Het is volkomen seculier en daarom past het ook zo goed op de universiteit.
Als religie voor velen niet meer een inspiratie is voor persoonlijke ontwikkeling, is het mooi als de universiteit hier een rol in neemt. De universiteit zou een plek moeten worden waarin de student niet alleen ambitieus hoeft te zijn en hard te werken, maar ook ruimte krijgt om naar binnen te keren. Een moment van rust en stilte is geen verspilling van tijd. Intrinsieke motivatie kan niet van buitenaf worden opgelegd, net zo min als het ethische gewaar zijn van de student uit 2025, dat Bussemaker voor ogen heeft. Als Bildung weer in het hart van onderwijs komt te staan, dan is studeren een persoonlijke ontdekkingstocht, waarin contemplatieve beoefening de ruimte biedt voor studenten om te onderzoeken waar zij hun inspiratie en motivatie uit halen. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid in persoonlijke vorming. Wie of wat we willen zijn is aan ons, en het is aan ons om het waar te maken.