Lange tijd wist ik niet meer of ik nog wel moslim wilde zijn. Niet vanwege twijfel aan God of de boodschap van de profeet, al had ik natuurlijk vragen zoals de meeste gelovige jongeren op een gegeven moment vragen gaan stellen over hoe bepaalde dingen nou eigenlijk kunnen. Vooral jongeren die opgroeien tussen vriendjes en vriendinnetjes die zeggen dat God helemaal niet bestaat. Maar daar ging het niet om. Ik kon niet tegen al die verboden. Ooit kocht ik op de zwarte markt in Beverwijk een boekje met als titel De 77 grote zonden. Een boekje met een zwarte kaft en vuur op de voorkant. Een boekje dat mij bang maakte. Ik telde alle zondes waaraan ik mij schuldig maakte en van de 77 die in het boekje beschreven waren, waren er denk ik wel 60 die ik elke dag beging. Ik luisterde muziek, ik keek tv, ik droeg wel eens een strakke broek. En al die zondes hadden een eigen pagina, waar onder aan de pagina dan stond: en degene die muziek luistert zal nooit de hemel bereiken. Het was een boekje waarvan mijn ouders zeiden dat ik het niet moest lezen en het boekje verdween op een dag.
Een paar jaar later kreeg ik voor mijn verjaardag van een vriendin een nieuw boekje. Het heette Het handboek voor de moslimvrouw en het zag er minder bedreigend uit dan het 77 zondesboekje. Het was roze, dat scheelt natuurlijk al meteen. Maar de inhoud was niet minder bedreigend voor me. Een sjeik uit Saoedi-Arabië vertelde mij, de moslimvrouw, dat het beter was om snel te trouwen en dan niet mijn studie af te maken. En die sjeik vertelde mij opnieuw dat ik geen muziek mocht luisteren. Ik was 18 toen ik dit boekje kreeg en ik dacht: dit wil ik niet. Ik wil niet de vrouw worden, die ik moet worden van dit handboek. En toen werd ik een feminist.
Een moslimfeministe. Ik begon met het lezen van de boeken van Fatima Mernissi, Amina Wadud, Asma Barlas en Margot Badran. Ondanks de kritiek die er bestaat op bijvoorbeeld het werk van Mernissi, schetste zij in haar boeken een beeld van de islam waarvoor ik niet bang was. In haar werk was de profeet niet langer iemand die dingen had gezegd als: “Degene die een strakke broek draagt, zal nooit de hemel bereiken”, zoals ik las in het zwarte boekje. Hij was ook niet langer iemand die dingen had gezegd als: “De man staat boven de vrouw”, zoals er stond in het roze boekje. De profeet was vanaf dat moment een redelijke man, die er alles voor over had om de gelijkheid tussen mensen te herstellen. En dan met name tussen man en vrouw. Dat de vrouw 1/3 erft en de man 2/3 bleek niet langer een stap geweest te zijn om de vrouw te discrimineren, maar een stap om de vrouw van niks iets te laten erven. Ik las in de boeken van Mernissi dat de profeet dol was op Aisha en dat de andere vrouwen jaloers waren op de vrouwen van de profeet, omdat hij zijn geliefdes zo goed behandelde. Door de werken van verschillende feministes werd de islam een religie van gelijkheid, in plaats van een religie van verboden.
Gisteren bekeek ik voor het eerst de serie De boodschapper. Een Arabische serie over het leven van de profeet vanaf de openbaring tot zijn dood. Een serie die liet zien dat de boodschap van de profeet draaide om een heel belangrijk punt: menslievendheid. De film liet op een indrukwekkende manier zien hoe diverse mensen zich aansloten bij de boodschap van de profeet en waarom. Slaaf Bilal sloot zich aan, omdat hij als slaaf zijnde als geen ander wist hoe het was om niet gelijk te zijn aan een ander. Een ouder echtpaar sloot zich aan, omdat de zus van de vrouw als baby levend was begraven, omdat zij een meisje was: een gruwelijke gewoonte in het pre-islamitische Mekka. Een oude man sloot zich aan, omdat de profeet rente verbood en door die rente was hij eerder verplicht geweest zijn kind te verkopen, vrouwen sloten zich aan, omdat de profeet hen ook liet erven. De oude goden van Mekka werden in de ogen van al deze mensen ineens waardeloos: want zij waren het die al deze misstanden hadden laten gebeuren. De God van Mohammed (vzmh) leek zoveel rechtvaardiger. In de hele film lag de nadruk om broederschap (nieuwe gelovigen werden meteen opgenomen), gerechtigheid en gelijkheid. Net als na het lezen van de feministische werken, kreeg ik na het zien van de serie een warm gevoel van binnen. Een gevoel dat zei: dit is de profeet die ik wil volgen, dit is de religie die ik aan wil hangen.
Een totaal ander gevoel dat ik kreeg na het lezen van de boekjes of als ik bepaalde sjeiks hoor zeggen dat mannen superieur zijn aan de vrouw. Daar krijg ik een kil en angstig gevoel bij.
Ik weet nu, na jaren twijfelen, dat ik nog steeds een moslim wil zijn. Maar mijn religie is een religie van liefde, gelijkheid en rechtvaardigheid. Mijn religie is een religie die voorschrijft goed te zijn voor de mensen om mij heen en te streven naar gelijkheid voor iedereen. Mijn religie is een religie met een God die niet accepteert dat babymeisjes levend worden begraven of kinderen moeten worden verkocht. En in de huidige tijd is mijn religie een religie met een God die niet accepteert dat vrouwen niet mogen studeren. Mijn religie is geen religie waarin ik bang moet zijn als ik een broek draag of naar een liedje luister. Dat maakt mij namelijk geen slechter mens. Een goed mens zijn, dat is uiteindelijk waar het om draait. En dat is wat ik geloof.
Mooi artikel, wijze vrouw. Waarom zou God willen dat we hem via allerlei geboden en wetten eren. Dat wil een ‘gewone’ vader toch ook niet?
God, heeft wetten en geboden gemaakt omdat hij het beste weet wat goed of slecht is voor de mens. Ik hoef jouw niet uit te leggen dat als wetten niet zouden bestaan dat het een chaos op aarde zou worden.
Dus ik vind eigenlijk niet goed om te zeggen ‘waarom heeft god wetten gemaakt’ maar ik zou juist zeggen, gelukkig dat er wetten zijn.
Een mooi verhaal. Gelukkig heeft de verbodscultuur geen vat op je gehad. Geloof gaat om innerlijke groei, niet om verboden en straf. Met dwang kun je – totdat de mensen in opstand komen – een samenleving organiseren, maar niet iemands innerlijke overtuigingen. Als geloof om groei draait, dan moet je een gelovige de ruimte geven dat hele proces zelf door te maken. Het gaat meer om de weg dan om het resultaat. Helaas zijn er nog veel geestelijk leiders die mensen met hun beperkte blik verhinderen werkelijk mens te worden.