Ik heb drie vragen voor je:

  1. Ben je een Nederlander?
  2. Voel je je een Nederlander?
  3. Identificeer je jezelf met de Nederlandse identiteit?

Hoe vaak heb je ‘ja’ geantwoord?

Ervaar je een probleem?

De mensen die bij de denkstudio van maandag 25 januari in het LUX, Nijmegen, aanwezig waren, kregen dezelfde vragen voorgelegd. Bij de eerste vraag stak bijna iedereen zijn hand op. Bij de tweede vraag deed dat nog maar de helft van de aanwezigen en op de laatste vraag antwoorden slechts twee mensen bevestigend. Hoe komt dit?

Het is niet moeilijk om te bepalen of je ‘ja’, of ‘nee’ op de eerste vraag antwoordt; je hebt wel of geen Nederlands paspoort/identiteitskaart. Simpel. De tweede vraag is lastiger. Ikzelf heb geen druppel vreemd bloed door mijn aderen stromen, en voel me Nederlander, al schaam ik me er soms ook voor (meer hierover later verderop). Maar de persoon die naast me zat, worstelde met deze vraag. Ja, ze is Nederlandse, want ze heeft de Nederlandse nationaliteit, maar ze voelt zich Surinaams en Curaçao’s. Ze zei echter dat ze wel vernederlandst is. Voel je je dan een beetje Nederlander of is dat slechts een dun laagje eroverheen?

Maar met die laatste vraag kon ook ik niets. Identificeer ik me met de Nederlandse identiteit? Ten eerste is mijn vraag wat die Nederlandse identiteit is. Ten tweede vraag ik me af of ik mij herken in het beeld dat bij deze identiteit wordt geschetst. Want als de Nederlandse identiteit wordt uitgelegd in termen van “blanke man/vrouw, hardwerkend voor de kost, Nederlands sprekend en Nederlandse waarden en normen aanhangend” dan voldoe ik hier wel aan, maar vind ik het toch eng om me hiermee te identificeren, omdat ik weet dat ik dan een groep buitensluit die mijn inziens net zo goed in Nederland thuishoort.

En daar stuiten we dus op een probleem met identiteit. Identiteit betekent altijd dat je je ergens mee verbindt, dat je ergens bij hoort. Dat heeft automatisch tot gevolg dat je daarmee andere mensen en andere zaken uitsluit. In Nederland zeggen we dat je Nederlander bent of Turks, of Surinaams. Maar daarmee zetten we elkaar in hokjes en wordt het bijna onmogelijk om van Turks Nederlands te worden of om een Surinaamse-Nederlander te zijn. Maar evenzo heeft dit ook tot gevolg dat bijvoorbeeld Limburgers en Friezen zich niet thuis voelen. Door te zeggen dat het Nederlanders zijn, wordt de ruimte om Limburger te zijn beperkt.

Een identiteit kan dus blijkbaar twee dingen doen. Of we gebruiken het om een scheiding aan te brengen tussen wij en zij; wij, de Nederlanders, tegenover zij, de buitenlanders. Of we gebruiken het als instrument om mensen bij Nederland te trekken. We accepteren ze als Nederlanders, maar dan moeten ze wel (een deel van) hun originele identiteit opgeven, of hun eigen waarden en normen, of hun eigen cultuur.

Identiteit verwordt hiermee tot een machtsmiddel. Cees Leijenhorst zei het zelfs nog scherper: het is een verdekte vorm van racisme. En als ik kijk naar hoe we het gebruiken, ben ik het met hem eens. Ik zal dit onderbouwen met wat me zelf overkwam:

Laatst ging ik naar de bibliotheek. Deze bibliotheek is gehuisvest in een multifunctioneel centrum waar ook nog twee basisscholen in zitten. Ik kwam bij de bibliotheek op het moment dat de scholen uitgingen. Ik worstelde me door de mensenmassa heen en zag slechts één Nederlander.

Op het moment dat ik deze woorden dacht, corrigeerde ik mezelf: “Ik worstelde me door de mensenmassa heen met daarin één persoon die net zo wit is als ik. Of dat een Nederlanders is, kan ik niet zeggen. Of de niet-witte mensen Nederlanders zijn, kan ik evenmin zeggen.”

Maar wat was het moeilijk om dit te formuleren. Ten eerste voelde ik me vreselijk politiekcorrect bezig en ik vind het vreselijk om zo geforceerd te doen. Ten tweede vind ik mezelf discrimineren als ik zeg “één Nederlander”, en dat is iets wat ik niet wil doen. Met andere woorden, ik kwam in een spagaat terecht. Ik wil gewoon praten, maar blijkbaar hebben we hier gewoon geen woorden voor.

Moeten we de term ‘Nederlandse identiteit’ dan maar afschaffen? Of ‘Nederlander’ in de prullenbak gooien?

Nee, volgens mij gaan we dan een stap te ver. De Nederlandse identiteit in de betekenis van Nederlandse nationaliteit is een handig begrip dat de staat helpt om dingen voor haar burgers te regelen. Maar waar we vanaf moeten is dat we de Nederlandse identiteit en andere identiteiten gebruiken om groepen weg te zetten of uit te sluiten. Het publieke debat is nu vervuild. Het zou opgeschoond worden als we het niet langer hebben over de Marokkanen, de Antilianen, de Turken, maar in het debat zouden focussen op waar het om draait, namelijk om de vraag hoe we hier met elkaar samen willen leven en wat daarvoor van ieder van ons gevraagd wordt.

Dus, weg met de Nederlandse identiteit, welkom Nederlandse nationaliteit en welkom mens, wie je ook bent. Laten we samen deze samenleving opbouwen.

Dit artikel is geïnspireerd door “De Nederlander bestaat niet – Denkstudie live”. Deze denkstudio, georganiseerd door Radboud Reflects, vond op maandag 25 januari plaats in het LUX, te Nijmegen.

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.