Het is een model en ik heb eigenlijk geen enkele gevalsstudie gezien die er exact op toepasbaar was. De Turken van nu in Nederland houden veel meer vast aan hun eigen taal dan de Marokkanen. Derde generatie Turken spreken en gebruiken Turks en Nederlands in gelijke mate en derde generatie Marokkanen spreken toch vooral Nederlands en slechts in bescheiden mate Arabisch of Berbers.
Je kunt je een vergelijkbaar model van integratie voorstellen, waarin het zo is dat de eerste generatie migranten nauwelijks integreren in het nieuwe land. Ze zijn bijvoorbeeld gastarbeiders en hadden in eerste instantie niets anders op het oog dan te werken, en later weer terug te keren. Maar het liep anders en ze bleven, gevolgd door een tweede en derde generatie, die doorgaans goed het Nederlands leerden en bovendien ook goed begrepen hoe de Nederlandse maatschappij in elkaar stak. Maar modelmatig is de stelling dat Turken en Marokkanen van de derde generatie vrijwel geïntegreerd zijn aanvechtbaar.
Een model is noodzakelijkerwijs een versimpeling van de realiteit. De realiteit van integratie behelst het samenspel van een bijna oneindig aantal factoren. Taal is genoemd, maar wat dacht je van geslacht, economische status, onderwijsniveau, religie, leeftijd, culturele oriëntatie? Het zijn er te veel om op te noemen en het lijkt wel of elk integratieproces zijn eigen regels stelt.
Een voorbeeld van een bijzonder glad verlopen proces van integratie is het geval van de Hugenoten. Vandaag de dag weet niemand meer wie een Hugenoot is en alleen de achternamen herinneren er soms nog aan. De Hugenoten zijn evenwel al vanaf het einde van de zeventiende eeuw in Nederland. Ze werden indertijd hartelijk welkom geheten, ze waren –ook- protestanten, net als de meeste steden in de noordelijke Nederlanden. Ze spraken Frans hetgeen de rijzende cultuurtaal van dat moment was; ze waren goed opgeleid en brachten zelfs wat geld mee en werden uitgenodigd lid te worden van de gilden en er werden collectes voor ze gehouden. De Hugenoten hadden veel gemeen met de Hollanders en dat zal ongetwijfeld voor hun succesvolle opname in de bevolking gezorgd hebben.
Niet eens zo lang voordat de Hugenoten kwamen, waren het de sefardische joden die hun toevlucht zochten tot de Republiek waar een zekere godsdienstvrijheid heerste, vergeleken met het wrede Spanje, grootmacht van de tijd. Deze joden werden ook relatief hartelijk ontvangen want ook zij brachten kapitaal mee, geld en kennis, een groot netwerk aan zakelijke contacten. Toch integreerden ze niet echt. Ze bleven een aparte groep hoe succesvol ze ook waren en de Republiek van hen profiteerde. De oorzaak lag bij beide partijen. De Hollanders, soms koopman maar dan weer dominee, zagen hen als Christusmoorders en de joden zelf hingen erg aan het instandhouden van hun eigen zeden en religieuze gebruiken. De brug tussen beide kanten was wankel.
De (Nederlandse) Indiërs die na de Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië de wijk naar het oude moederland namen, zijn nauwelijks meer herkenbaar als eigen etnische groep. Iedereen kent wel iemand met een Indische achtergrond, maar daar is ook alles mee gezegd. Wellicht waren ze in het oude Nederlands-Indië al zo vereenzelvigd met de Nederlandse cultuur dat hun nieuwe leven in Nederland tot weinig problemen leidde. En dat laatste kan van de Molukkers, eveneens afkomstig van de ‘Gordel van Smaragd’ weer niet gezegd worden. In die gemeenschap is inmiddels sprake van een vierde generatie maar nog steeds wonen de meeste in “de wijken” en is het onderwijsniveau van de jongste onder de maat. Het wil maar niet lukken met deze groep.
Elke groep, etnisch of religieus of anderszins bepaald, heeft zo zijn eigen integratiegeschiedenis maar er lijkt toch wel een belangrijke rationale te zijn en dat is de wens of mogelijkheid te integreren en de daaraan verbonden mate van acceptatie door de bevolking. Hugenoten en Indiërs integreerden gemakkelijk omdat de Nederlanders zich met hen verwant voelden en zij op hun beurt de Nederlandse cultuur al kenden of er in elk geval veel affiniteit mee hadden.
Joden en Molukkers zijn een ander geval. Ten opzichte van joden was er altijd achterdocht, ingegeven door een lange en tragische gedeelde geschiedenis en hetzelfde kan gezegd worden over de Molukkers. Eigenlijk tegen hun wil kwamen de laatste naar Nederland hopend op een latere terugkeer naar een eigen republiek terwijl Nederland hen vage beloften dienaangaande deed. De geschiedenis is bekend en veelzeggend is het al dat de Molukkers indertijd in voormalige concentratiekampen werden ondergebracht.
Toch kan van alle vier de groepen gezegd worden dat ze uiteindelijk het Nederlands goed beheersten, de joden hadden toen ze naar Nederland kwamen heel veel talen in hun repertoire maar werden door een actieve Nederlandse taalpolitiek gedwongen eentalig Nederlands. Ook Molukkers kunnen zich prima in het Nederlands uiten en hetzelfde geldt eigenlijk ook wel voor de jonge Turken en Marokkanen, de kleine verschillen ten spijt. Ook kan van alle vier de groepen gezegd worden dat ze uiteindelijk goed bekend waren en zijn met de Nederlandse cultuur en mentaliteit. Maar het waren dus met name attitudekwesties, van eigen en Nederlandse kant, die de “definitieve” integratie tegenhielden.
Er kan dus feitelijk niets gezegd worden over de toekomst van de vierde generatie moslims in dit land waarvan de meeste van Turkse en Marokkaanse afkomst zijn. Het is verleidelijk ze te vergelijken met joden of Molukkers. Immers, de attitudekwestie speelt in geval van de Turken en Marokkanen ook een rol: ‘ze’ willen aan hun eigen ‘islam’ mentaliteit vasthouden en ‘we’ zijn ze soms meer dan zat. De echo van het Molukse en joodse verleden (en heden) horen we hier. Toch zal hen dat er niet van weerhouden zich volledig en steeds beter te ontwikkelen. Ze zullen het Nederlands ongeëvenaard beheersen, steeds hogere onderwijsniveaus halen en we zullen ‘ze’ overal in de samenleving tegenkomen, van het parlement tot de vuilnisophaaldienst. Het is een paradoxale situatie: er wordt samengewerkt en samengeleefd maar de scheiding die onzichtbaar is en soms wel zichtbaar, die blijft. En het model gaat nog meer haperen als de integratie maar niet wil blijven lukken. Je ziet dan vaak een back to the roots beweging. In het geval van de moslims in Nederland onder andere een soort zoeken naar wat de ware islam is en hoe je als moslim in een westers land kunt leven. Ik neem ze niets kwalijk, maar het versterkt de negatieve attitude kwestie bij beide kanten. Want de herbeleving van de islam gaat vaak sterk gepaard met een afkeer van het westen en dus van je Nederlandse buurman en buurvrouw.
Ik denk resumerend dat de pragmatische integratie, taal leren en spreken, maatschappelijke carrière en andere zaken, gewoon doorgaat bij de jonge moslims maar dat de barrières tussen ‘hen’ en de ‘ontvangende’ samenleving gewoon blijven en zelfs wel eens groter kunnen worden. Net zoals dat het geval was en is bij de ‘prima’ geïntegreerde joden en Molukkers. En er kunnen initiatieven genomen worden, projecten ontwikkeld, opgezet en uitgewerkt. Dat moet ook allemaal zo blijven. Maar zolang het wederzijdse wantrouwen niet weg wordt gewerkt, zullen jonge moslims nooit geruisloos in de Nederlandse samenleving wegsmelten zoals indertijd de Hugenoten en recentelijk de Indische Nederlanders. Is dat erg? Kijk je naar de emancipatie van de joden indertijd, dan stellen we vast dat het samenleven in de jaren 1880-1930 steeds beter ging. Sommige historici stellen zelfs dat als de Holocaust niet had plaats gevonden, het tot een nog betere integratie en samensmelting had geleid. Het is een hypothese waar wel wat voor te zeggen valt, maar we hebben er weinig aan, gezien het tragische verloop van de geschiedenis.
Wij, beide partijen, zullen ons zodoende moeten ‘behelpen’ met de verwachting van een goed verlopende pragmatische integratie maar een moeizaam verlopende integratie van verwachtingen en verlangens. Als die laatste al tot stand komt. Het is een gemeenplaats, maar de tijd zal het leren.
Nederland is relatief kort bezig om mensen van andere geloof en afkomst te integreren in eigen volk.
Kijk naar Turkije, Ottemaanse Rijk en zelfde de Selcukse Rijk.
Turken kennen traditiegetrouw mensen van verschillende afkomst en geloof. Turkse volk is slechts 40% Raciaal Turks. Er waren vroeger slechts 2 miljoen Turken gekomen naar Turkije. Toch zie je dat de Byzantijnse burgers zich later Turken zijn gaan noemen en hebben zich zelfs bekeerd tot de Islam. Het deel dat vrijwillig ervoor koos Christen te blijven worden vandaag de dag Griek genoemd.
Deze integratie is geweldloos gebeurd in Turkije. Vreemdelingen hebben altijd volle vrijheden gekend om te doen en laten wat ze vroeger ook deden binnen een christelijke natie. Ondanks zulke grote vrijheden hebben vele langzaam onbewust ervoor gekozen Turk te worden.
De openheid en de capaciteit van de Turkse cultuur dat gevormd is onder invloed van de Turkse karakter in combinatie en onder invloed van de Islamitische geloof met zijn waarden en normen heeft de Turken gemaakt zoals ze vandaag de dag zijn. Gevolg Turken kunnen andere volken en mensen onder zich razendsnel assimileren zonder dat volk het gevoel te geven dat ze andere of slechter worden behandeld…
Een Vb; Eens was een Zuid-Zuid-Koreaane vrouw getrouwd met een Turkse man naar een wijk in Istanbul verhuist vanuit een andere plek uit Turkije. Zij hadden 2 kinderen beide jongens.
Op een dag kwam een van de kinderen opgewonden naar huis tegen ze vader zeggen dat er in de wijk chineze mensen zijn komen wonen, hij was nieuwsgierig naar ze…. Zijn vader glimlachte en zei van…ze hebben het over ons.
Het punt is… dat deze kinderen zich zo thuis voelen dat ze totaal vergeten dat hun moeder Zuid-Koreaans is en hun eigen uiterlijk Chinees. Omdat er geen discriminatie wordt ervaren hoeft niemand zich te integreren want ze horen er al bij.
Verder heeft de Europese en met name de Germaanse cultuur de traditie van discriminatie en alles van anders is als vierhandig te benaderen. Politiek wordt onder invloed van deze cultuur en gedachtegoed gevormd wat tot subtiele en zeer duidelijke regels lijdt die als doel hebben tot integratie maar in feite assimilatie politiek is. Het is middels de media en de politiek zodanig verwoord dat men zoals onder andere jouw verhaal men onder assimilatie integratie verstaat.
Ergens kan ik begrijpen dat assimilatie nodig is om de eenheid van eigen land te sterken echter dat kan je niet doen door te discrimineren. Onbewust heeft men de gedachte dat het plaatselijke volk beter is en de rest dom of onderdanig zijn of moeten zijn. Dus enerzijds wil je dat men zich zodanig integreert dat het resultaat hetzelfde is als assimilatie ander zijde ga je zitten discrimineren en subtitel politiek, economisch en psychologisch onderdrukken om vervolgens te verwachten dat volken samensmelten….
dat is nogal een domme Politiek dat juist een land verzwakt tegenover externe invloeden en onrust en onvrede veroorzaakt in eigen land… tenzij men dit bewust doet binnen de elite om de aandacht af te leiden van andere zaken en buitenlanders en (in)landers met elkaar bezig laten houden.
Dan krijg je zoiets als wat je bij Molukkers ook gezien hebt.
Turken zijn heel trots met een relatief hoge besef van hun cultuur, afkomst en geschiedenis. Wanneer je Turken met zulk politiek benaderd zal in de toekomst een aparte groep nieuwe Nederlanders ontstaan van Turkse afkomst die gedragingen zullen vertonen gelijk aan dat van de Joden hedendag….naar buiten geintegreerd maar binnenhuis Turks en gebonden aan de eigen gemeenschap.
Mehmet
Mehmet is in zijn lange betoog alleen de genocide op 1,5 miljoen Armeniërs, Grieken en Assyriërs vergeten te noemen. Dat dan wel weer.
Mehmet is een typisch voorbeeld hoe slecht Turken zijn geintegreerd in de Nederlandse samenleving.
Wat hij zegt over Turkije is flauwekul, minderheden worden juist erg gewelddadig opgejaagd en vermoord. Armenen, Koerden, homo’s en christenen kunnen daar over meepraten. Hoe kan het dat het percentage christenen zo hard is gedaald? Wat Mehmet wil is dat Turkije een raciale en religieuze mono-cultuur blijft, exact het tegenovergestelde wat Nederland is. Het paradoxale aan Turkse Nederlanders is dat ze, als natuurlijk onderdeel van de multi-culturele samenleving hier, de progressieve multi-cultuur steunen door te stemmen op linkse partijen, maar zodra het gaat om de eigen gemeenschap en Turkije, hartstikke nationalistisch en erg zich zelf gekeerd zijn.
Kortom; aangezien hoe beroerd de integratie de 3e generatie Marokkanen en Turken is, voorspelt dat weinig goeds voor de 4e generatie.
Achteraf kunnen we vast stellen dat de integratie van de ene groep bepaald niet hoeft te verlopen als de integratie van een andere groep. Het is veel te makkelijk om te zeggen van oh de volgende generatie doet het automatisch veel beter. Marokkanen en Turken, als het op henzelf neerkomt, hebben helemaal niets op met multi-cultuur en verbinding zoeken met anderen. De Islam is de ultieme waarheid, en daar mag geen centimeter van afgeweken worden. De Turkse natie is de beste natie ter wereld, en daar mag niets verkeerd over worden gezegd.