Burgerjournalisten worden ze genoemd: onbekende mensen, die hun dagelijkse realiteit opnemen en de wereld insturen. Beeld vervangt taal, die allang tekort schiet. In Syrië heet die gefilmde werkelijkheid burgeroorlog. Ter plaatse wordt de klik van de camera beantwoord door de klik van een moordwapen. “Door hun omloopsnelheid en reproduceerbaarheid hebben beelden een grotere reikwijdte dan kogels” lees ik in een van de commentaren. Sterven wordt hiermee een mediaspektakel.
Rabih Mroué (Beiroet, 1967) confronteert met zijn installatie-, performance-, en videokunst. Opgegroeid tijdens de Libanese burgeroorlog heeft hij de chaos en het lijden van gewapende strijd meegemaakt. In de expositie neemt hij er afstand van. Het zijn immers niet zijn beelden. Wat doen deze beelden met mij die nooit oorlog heeft gekend? Ik denk aan een recent gesprek met religiewetenschapper en filmliefhebber Gauwain van Kooten Niekerk, waarin deze uitlegt waarom hij graag naar horrorfilms kijkt: die roepen een bijna-echt-ervaring aan gevoelens en emoties op, die hem in het werkelijke leven onbekend zijn. Nu weet je op voorhand dat dit soort producties geënsceneerd zijn. Daar kan ik bij de beelden van Mroué niet zomaar van uitgaan.
Ik voel hoe mijn grote weerzin tegen wapens en geweld langs mijn ruggengraat omlaag siddert. Tegelijkertijd borrelen er veel vragen op. Feit of fictie? Wat gebeurt hier? Is de maker van de opname een toevallig slachtoffer van de omstandigheden? Getuigt een kreet als ‘La illaha illAllah’ van een bewust opzoeken van martelaarschap? Of van toevallig een zwart gat ingetrokken worden, waar de dood het laatste woord krijgt en het leven nog even oplicht? Wordt hier gestreden voor een algemeen belang of persoonlijke fifteen minutes of fame? Behalve het verhaal van de oproerling, is er toch ook het verhaal van de tegenstander? Trouwens, wie raapt de Smartphone op en zet het filmpje online?
Ongeorganiseerd en ongestructureerd vliegen deze Syrië beelden via YouTube mijn netvlies op. Geweldloos verzet met kogelvrije wapens als Smartphones zijn inzet van een strijd, waar het gros van de burgerjournalisten ongewild in verzeild is geraakt. De artistieke vormgeving van Mroué herschikt die schrijnende realiteit, waar ik niet omheen kan, maar ook niet direct bij betrokken wil worden. Het plaatst me in een spanningsveld tussen consensus en dissensus.
Ik herinner me de schokkende beelden van de Syrische gifgasaanval op 21 augustus vorig jaar. Gemaakt door getroffenen die zich hardop afvragen, waarom iedereen toekijkt en niet ingrijpt. Een direct appèl, dat snel weer verstrikt raakt in politieke verhoudingen en het niet van eigenbelang ontdaan, aanhoudend overkoepelend overleg dat ten koste van mensenlevens gaat.
En nu deze filmpjes. Sterven wordt een mediaspektakel. Ik krijg een niet te behappen hoeveelheid dood op mijn bord. De informatiestroom lijkt het doel voorbij te schieten en mensen immuun te maken voor de meest negatieve kanten van de samenleving. De reikwijdte van het World Wide Web is dermate groot, dat de individuele surfer zo’n indringend appèl gemakkelijk naast zich neer kan leggen. Vooral als het ver van het eigen bed betreft.
De dood in de ogen kijken over de schouder van een ander. Kunstenaar Mroué infiltreert op radicale wijze in mijn leven en drukt me met mijn neus op een realiteit, waar ook ik deel van uitmaak. Hij toont de verwevenheid en verbondenheid van allen met alles en iedereen. Hij bezorgt me ook een context: vanuit de mondiale wijdte kan ik terug naar de artistieke afbakening van dit soort opnames. Anders is het te groot. Ik neem me voor om met eigen ogen de selectie beelden van Mroué in Amsterdam te gaan bekijken. Misschien wil Gauwain wel mee.
‘Sometimes the show begins after it finishes,’ (Rabih Mroué)
Museum Tot Zover www.totzover.nl
Rabih Mroué – The Pixelated Revolution, t/m 8 juni 2014
www.thelastimage.nl – participatieve online expositie van 19 december 2013 t/m 31 – december 2014
Post Mortem – Portraits after Death, fototentoonstelling van juni t/m december 2014
oorlog, oorlogsbeelden, regeringen die niets doen, maken me alleen maar kwaad, zeker omdat ik de oorlog zelf heb meegemaakt. ik wil er niets meer mee te maken hebben. mijn hart, nee mijn ziel huilt als ik de beelden van Syrië zie.
De dood heeft nooit het laatste woord, Marianne!
Ik heb een reactie geschreven elders op deze website: https://www.nieuwwij.nl/opinie/de-dood-heeft-nooit-het-laatste-woord/
Hartelijke groet,
Gauwain
Mooi, je reactie.
De dood mag nooit het laatste woord inderdaad. De horror die het bij mij oproept, is de afschuw van gewapend geweld. Van het besef dat getuigen via smartphone van de ellende daar, een leven kost. Dat is dan oorlog. In die zin heb je gelijk, de katharsis zorgt voor actie: we hebben er elk een artikel aan gewijd. Dat is in elk geval wat wij op dit soort platfora kunnen doen