Volgens de jaarlijkse lezingencyclus lezen we nu in de synagoge op sjabbat uit Leviticus, een bijbelboek vol offervoorschriften. In de Oudheid geloofde men dat rituelen iets ‘doen’. Het Hebreeuwse woord voor offer, korban, is afgeleid van het werkwoord voor ‘naderen’. Door te offeren nadert de gelovige tot God. Een zevach sjelamim(vredesoffer) werkt verzoenend. De moderne interreligieuze dialoog maakt gebruik van rituelen – samen eten bijvoorbeeld of aanwezig zijn bij elkaars eredienst – om mensen van verschillende achtergrond dichter bij elkaar te brengen. Zij roken samen de vredespijp in de hoop zo vooroordelen te ontmantelen.

Pijnlijke onderwerpen

Bestrijding van antisemitismebestrijding was lange tijd dé bestaansreden van de joods-christelijke dialoog. Het fundament hiervoor werd al in de Tweede Wereldoorlog gelegd, in plaatsen als Londen en het Zwitserse Seelisburg. In 1981 ontstond in Nederland het Overlegorgaan van Joden en Christenen (OJEC). Christenen stelden zichzelf de opdracht om te onderzoeken of en hoe de kerk had bijgedragen aan anti-judaïsme. Bestond er een verband met de Shoah? De deelnemers aan dit gesprek schuwden pijnlijke onderwerpen niet. Dankzij deze dialoog werden christenen zich ervan bewust dat hun traditie voortbouwt op joodse inzichten. Men constateerde dat het Eerste (‘Oude’) en Tweede (‘Nieuwe) Testament elkaar aanvullen. Christenen verwierpen de substitutieleer – de gedachte dat het jodendom door de komst van Jezus overbodig is geworden (met als consequentie dat joden zich moeten bekeren) – en erkenden de joodse verbondenheid met het huidige Israël. Joodse bronnen werden ontsloten in het tijdschrift Tenachon.
Het door de eeuwen heen gegroeide wantrouwen was aan joodse zijde niet meteen weg. Met de afgedwongen disputaties van het verleden in herinnering bestond er weerstand en weerzin tegen bezinning op het christendom. Toch waren er in de negentiende eeuw al joodse wegbereiders. De Duitse liberale rabbijn Abraham Geiger (1810-1874) bijvoorbeeld stelde vast dat Jezus een jood was. De eveneens liberale Engelse geleerde Claude Montefiore (1858-1938) vatte het Nieuwe Testament op als behorend tot de joodse literatuur. De joodse partner in de dialoog had de rol van leraar, soms tot vermoeiens toe – ‘ze vragen zoveel!’, was vaak de reactie aan joodse zijde.

Lees hier verder.

Bron: Volzin.nu

rachelree

Rachel Reedijk

Schrijver

Rachel Reedijk is cultureel antropoloog en schrijver. Ze is lid van de dialoogcommissie van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.