Anders dan anders heb ik niet mijn terugreis georganiseerd. Ik ga altijd eerder terug, zodat zoon en kleinzoon ook nog quality time samen hebben. Vooraf had ik me bedacht dat het het ultieme gevoel van vrijheid moet zijn om te kijken hoe je terugreist zonder vooraf iets te organiseren. Als het zover is, realiseer ik me dat dit wel prijziger zal zijn. Ik koop in Ferrara een enkeltje München. In München kan ik dan doorreizen met de City Night Liner, een andere trein, of een Euroliner bus, maar ik kan ook een hotelletje nemen. Kortom de mogelijkheden zijn nog legio. Ik moet in Bologna overstappen op een rechtstreekse trein naar München. In Bologna zie ik ze staan wachten, de vluchtelingen die naar het noorden van Europa willen trekken. Misschien zijn ze kort of iets langer geleden per boot naar Europa gekomen. En wie weet wat ze allemaal al hebben meegemaakt. Ik herken ze aan de dekentjes die ze in een cellofanen hoesje onder hun arm hebben. Waarschijnlijk kregen ze die van een kerk of hulporganisatie. Verder hebben ze nauwelijks bagage. Een jonge man, misschien 18 of 19, komt zo te zien uit Eritrea. Maar zeker weten doe ik het niet, anderen lijken me Syriërs en Somaliërs, weer anderen misschien mensen uit Noord-Irak. De jonge man in blauw shirt kijkt angstig. Op het station zijn er mensen die hen begeleid hebben. Smokkelaars? Ik weet het niet en ben benieuwd wat er gaat gebeuren.

Tegenover me neemt een 77-jarige Amerikaan uit Texas plaats. Zijn vrouw overleed een jaar geleden. Hij is nu met dochter, schoonzoon en kleindochter in Europa. We praten over hetgeen hem opvalt in Europa, hoe hij het hier vindt, over de politiek in Amerika en over migratie en vluchtelingen. Hij is kennelijk republikein en dat is aardig want ik ben dat zeker niet. We hebben het over het zorgstelsel in Nederland en over Obama care. We hebben het over solidariteit, en over welke wereld je moet nastreven. Ik ben blij dat ik op de bonnefooi ging. Dit soort ontmoetingen, ja daar houd ik van. Vroeger deed ik dit veelvuldiger dan tegenwoordig, nu mijn leven zo georganiseerd is.

Het begint bij Bolzano. Er komt politie in de trein en ik zie dat mijn jongen met blauw shirt uit de trein wordt gehaald, net als menig ander. De schoondochter van mijn gespreksgenoot sms’t haar vader dat bij haar in de coupé een mevrouw met kind uit de trein werd gehaald. Ze huilde vreselijk. Ik vertel hem dat ze het opnieuw zullen proberen totdat het gelukt is. De douane komt langs, en twee mensen uit onze coupé die er niet zo Europees uitzien, maar volgens mij gewoon Franstalige Zwitsers zijn, moeten hun pas laten zien. Meneer en ik hoeven dit niet. Dit klopt niet met de regels leg ik meneer uit, immers binnen het Schengen-gebied is er vrij verkeer van personen. Wat is er wat mee geschermd: U kunt nu zonder paspoortcontrole reizen. Jazeker, als je het juiste uiterlijk hebt. Volgens mij is hier sprake van etnische profilering. De jonge mensen die hun paspoort moesten tonen, begrijpen iets van het Engels en ze lachen.

Vanaf nu stapt in elke plaats grenspolitie in. Steeds meer migranten worden uit de trein gehaald, al meer dan zeventig vertelde een van de controleurs ons.

Wat doen ze met die mensen vraag ik me af, zetten ze ze buiten de trein? Brengen ze ze terug naar waar ze zijn ingestapt? Hebben ze een kaartje? En krijgen ze dan hun geld terug. Ik weet het niet, en kan het ook niet vragen.

Inmiddels is een jong stel ingestapt, keurig gekleed. Bij een volgende controle wordt hun paspoort gevraagd. Waar ze heen gaan? Naar Monaco. Hebben ze dan wel geld bij zich. De jonge man kijkt verbaasd. Wederom etnische profilering denk ik bij mezelf. De grenspolitie ziet geen mogelijkheden ze uit de trein te zetten. Volgens mij zijn het ook duidelijk geen vluchtelingen, maar vakantiegangers binnen Europa. In Rosenheim neemt de Duitse politie het over en kamt nog een keer de gehele trein uit. Inmiddels hebben we door alle controles meer dan een uur vertraging. Als we in München aankomen, overdenk ik het nog eens en realiseer me dat de politie wordt aangezet tot het mensen bekijken op etniciteit. Ik vraag me af hoe wenselijk dit is. Ik merk ook op dat zowel de politie in Italië als in Oostenrijk en Duitsland allemaal probeert om de migranten te stoppen. Maar er is niemand  die met een oplossing voor deze vluchtelingen komt. Zo van: hier kun je je melden, hier is een faire procedure en hier kun je eten, drinken en slapen. Dus zullen ze het de volgende dag weer proberen, op weg naar een perspectiefvolle toekomst. Een toekomst met een veilig heenkomen. Wat raar dat daar niet in wordt voorzien in die jacht op migranten.

München

De City Night Liner is vol, dus boek ik een andere trein die om middernacht vertrekt uit München. Na de lange zit wil ik eerst wel even naar buiten. Station München heeft aan drie zijden toegangsdeuren, aan alle kanten is het eerste wat je ziet migranten, vluchtelingen en zwervers en daklozen. Dit rijkste Duitse Bundesland heeft kennelijk veel sociale problemen die ze niet oplost. Echt vrolijk wordt het station er niet van. Na mijn wandelingetje, een braadworst en een kopje koffie op het terras, besluit ik naar de wachtruimte te gaan. Met boek en ingeslagen proviand. Een paar mensen zitten er, het is ongeveer kwart over negen. Na een uurtje wandel ik nog even over het station, zie een oude mevrouw die in pyjama en overstuur in een hoekje zit, drie agenten en een ambulancemedewerker en twee beveiligers er om heen.

Als ik terug kom in de wachtkamer is het er veel voller. Voller met vluchtelingen, migranten, een meneer zit op de grond, kinderen huppelen naar binnen en buiten en er wordt druk getelefoneerd. Steeds weer anderen komen binnen. Ze zijn alleen, als gezin of als groepjes. Maar ze kennen elkaar ook, de bewegingen zijn anders en er is geen bagage, dat onderscheidt hen van de reizigers. Ik observeer hetgeen er gebeurt. Ik merk op dat er bij de groepjes leiders zijn, die het voortouw nemen. Een aantal jonge Afrikaanse vouwen is zwijgzaam en kijkt wat de jonge Afrikaanse man te zeggen heeft en te bellen heeft. Een kennelijk Iraakse mevrouw voedt haar drie maanden oude baby, terwijl de kinderen van een jaar of 6, 7 lachend en huppelend de wachtkamer in en uit lopen. Er komt een oude dikke man binnen, een jongetje van 4 komt met hem mee. Het jongetje is springlevend, in tegenstelling tot de man. Is het familie van elkaar? Ik kan het niet aflezen. Het is inmiddels 23.00 uur. De kinderen zijn het hier gewend, dat zie ik wel. Mijn kleinzoon zou al lang iets gevraagd hebben. Ik vraag een mevrouw of ze hier elke avond komen en of ze hier slapen. Ze antwoordt bevestigend, maar kijkt bang. Ik leg uit wie ik ben en vertel dat we in Amsterdam ook groepen vluchtelingen op straat hebben. Ze wijst naar de jonge man, hij is degene die erover gaat. Wat een treurige aanblik deze zo jonge kinderen midden in de nacht op een station, en zeker niet op weg naar een logeerpartij. Beveiligers lopen getweeën meermaals voorbij, maar ze kijken niet naar binnen in de wachtruimte. Ze kijken weg. Buiten spreek ik ze aan, en vraag of de vluchtelingen hier dagelijks verblijven. Ze vertellen dat elke avond een grote groep hier verblijft, maar zij, de bewakers, hebben daar niets mee te maken. Of er dan niemand is die zich om hen, en vooral de kinderen bekommert wil ik weten. Als er problemen zijn komt de politie, wordt mij verteld en verder is het privé terrein, immers het station. Nee, ook de kerk is hier niet aanwezig. Even verderop zie ik de Bahnhof Mission lopen, ja dus toch de kerk. Ik spreek de dame aan, iets waar ze niet echt gelukkig mee is. Ik leg uit dat ik in Nederland voor de kerk op het terrein van vluchtelingen werk, en vraag of zij een kerkelijke organisatie zijn. Ze werken vanuit kerkelijke middelen ja. Zoveel afstandelijkheid heb ik nog nooit gehoord van een kerkelijke instantie. Ik vraag of ze iets doen voor de grote groep vluchtelingen die in de wachtkamer verblijft ’s nachts. Nee, is haar antwoord: “Wij helpen mensen overstappen en wij helpen vrouwen die seksueel geïntimideerd worden”, en dan loopt ze snel door. Mij in verbijstering achterlatend.

In de trein zie ik de moeder met baby, haar man en drie andere kinderen instappen. Een tienermeisje oogt getraumatiseerd, ik kan niet uitleggen waarom, maar ik voel het aan. Ik ben benieuwd of ze uit de trein gehaald worden. In Karlsruhe stapt een bataljon politie binnen in de coupé waar het gezin zat, maar ze keren zonder mensen terug. Het gezin heeft kennelijk onraad geroken en is uitgestapt.

Ik neem me voor de kerk in Beieren aan te schrijven. Zij zullen toch een voorziening moeten treffen. Maar ik vind ook dat het rijke Duitsland geen kinderen op straat moet zetten. In Nederland mag dit ook niet. Verder maak ik me zorgen, omdat Europa geen oplossingen zoekt. Nu verkeren grote groepen zelfs buiten de marge van de samenleving. In groepen die hun eigen moraal zullen hebben, eigen leiders. Een wereld naast de onze, in München, in Frankfurt in Amsterdam en in zoveel andere steden in Europa. Als je dit laat voortduren en groeien dan komen daar op den duur grote problemen van. Problemen voor de mensen maar ook voor Europa. Dit zien we al in Calais, de autoriteiten kijken weg, totdat de migranten zich willen mengen met onze wereld. Dan gaat de deur op slot, worden ze uit de trein verbannen en moeten ze het maar uitzoeken, het bos in, naar hun wereld die parallel is aan de onze, maar er geen deel van uit maakt. Ik begrijp niet dat er geen grootse mensen zijn die met oplossingen komen. Ik begrijp niet dat terwijl we het allemaal zien, we niet werken aan het begin van een oplossing. Namelijk aan een wereld waar iedereen een plaats heeft en een mensheid die bij elkaar hoort en naar elkaar omziet.

Geesje-Werkman

Geesje Werkman

specialist vluchtelingen asielzoekers

Geesje Werkman heeft gewerkt bij Protestantse Kerk in Nederland. Vanaf 2000 was zij specialist vluchtelingen asielzoekers bij Kerk in …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.