Beste Wielie,

Excuus voor deze late reactie op jouw vorige brief, maar ik had hier een goede reden voor. Afgelopen drie maanden was ik namens Stichting Maruf bezig met het oprichten van een nieuw samenwerkingsverband: het ‘European Queer Muslim Network’. Dit is voorlopig een informeel netwerk van tien queer moslimactivisten uit heel Europa. We zijn in september in Amsterdam en eind oktober in Athene bij elkaar gekomen. Er zit heel veel potentie in deze relatief nieuwe beweging. Er zijn namelijk veel activisten en organisaties actief in het veld van islam en seksuele diversiteit. Ik gaf net aan dat het een ‘relatief jonge’ beweging is omdat veel mensen denken dat de queer moslimbeweging maar een paar jaar bestaat. Niets is minder waar. Al in de jaren zeventig waren er activistische groepen die zich als queer moslims identificeerden.

In een van de panelgesprekken tijdens de ILGA-conferentie in Athene, zei een vertegenwoordiger van het European Forum of LGBT Christian groups dat binnen de moslimgemeenschap en islam “mensen nog niet zo ver zijn” in queer-theologie en de discussie rondom religie en seksuele diversiteit. Daar reageerde de aanwezige groep queer moslims op. De Europese queer moslims kwamen later daar ook op terug in de workshop waarin ze ingingen op de complexiteit van de queer moslimidentiteit en -diversiteit binnen de queer moslimbeweging. Het werk van veel auteurs, islamitische geleerden, feministen en queer activisten werd genoemd. De aanwezigen reageerden positief op deze workshop, maar sommigen gaven ook aan verrast te zijn dat we überhaupt bestaan.

Ondanks dit kleine ‘misverstand’ tussen queer moslims en queer christenen, hebben we ook een prachtig moment meegemaakt. Een interreligieus vrijdagsgebed. Voorstanders binnen de moslim-, christen- en joodse LHBT-gemeenschap hebben samen gebeden in de ‘stiltekamer’ van het hotel. Een bijzonder moment vol met bezinning en een zoektocht naar de gezamenlijke spiritualiteit waarin we ons met elkaar kunnen verbinden. Er is dus naast ‘strijd’ en activisme ook behoefte aan bezieling en ontwikkeling op spiritueel gebied.

Toch bleef ik me afvragen waarom de vertegenwoordiger van het christelijke LHBT-forum beweerde dat moslims nog niet zo ver zijn in hun proces. Is dat een gebrek aan kennis? Of toch een boodschap dat “wij, christenen, verder zijn dan jullie, moslims”? Ook bij het stellen van de vraag of er een roze dienst in een moskee plaats gaat vinden, vraag ik me af of het emancipatieproces binnen de christelijke LHBT-gemeenschap niet als een toetssteen voor de emancipatie van moslim LHBT’s wordt gebruikt. Ik geloof dat er goedwillendheid is in de dialoog die we onderling hebben, maar ik kan de gedachte niet loslaten dat we zelfs in onze religie- en homo-vriendelijke kringen onbewust het narratief geïnternaliseerd hebben dat islam en moslims (of ze nou homo of geen homo zijn) toch de buitenstanders zijn in de ‘joods-christelijke’ traditie van Europa. En dat is een extra vervelende laag in het emancipatieproces van queer moslims. Het lukt je wel om “bevrijd te worden uit de kooi” van je eigen gemeenschap, maar vervolgens word je in een andere kooi gevangen.

Op een wat lichtere noot: een roze dienst in een moskee is ook een beetje onpraktisch. Hoe zou zo’n dienst eruit zien? Een imam met roze gewaad, met regenboogvlag in zijn handen? Koorgezang van een Beyonce of Nancy Ajram liedje zie ik ook niet zo snel gebeuren. Zou de imam moeten vertellen dat iedereen gelijk behandeld moet worden ondanks zijn geaardheid en dat we elkaar niet mogen uitsluiten? Dan zou ik eerder zeggen dat we naar de kerntaak van de islam terug moeten gaan. Want insluiting en verdraagzaamheid zijn niet vreemd in de moslimtradities. Haatdragende en homofobe uitspraken zijn een nieuw fenomeen binnen de moslimgemeenschap. En dat moeten we ook als een modern verschijnsel behandelen, door niet alleen over religieuze opvattingen te praten, maar ook de sociale, economische en politieke aspecten van homofobie binnen de moslimgemeenschap.

Ik wil het probleem van de bestaande homofobie niet bagatelliseren of negeren, maar ik merk dat we eerder werken vanuit conflicterende verhalen, dan vanuit de succesverhalen. Want: waarom waren mensen verbaasd over de toch langere geschiedenis van de strijd van queer moslims? Waarom negeren mensen dat er wel moskeeën zijn die zichzelf als ‘all inclusive mosque’ en homo-vriendelijk zien? En wat als een moskee een roze dienst zou willen houden met allerlei pop-elementen erin? Dan zouden we toch zoeken naar die ene moskee waarin een imam oproept om homo’s van het gebouw af te gooien. Want die verhalen blijven hangen. Zelfs in-the-closet homohaters komen voor homo’s op als een moslim homofobe uitspraken doet. En dat voedt weer de bestaande islamofobie die ook de queer moslims in de weg staat. Eenzijdige acceptatie is een serieus probleem.

Maar ik geloof toch wel dat we op de goede weg zijn. We moeten alleen oppassen dat we ook niet onbewust de moslimgemeenschap als een homogene groep zien. We moeten de ruimte geven aan de hoopgevende en positieve verhalen van de queer moslims. We moeten allianties met elkaar vormen en zoeken naar de verbindingen waarop we in onze gemeenschappen de haat en intolerantie gaan bestrijden. Een homo die door een ‘christelijke’ boer geweigerd wordt wegens zijn geaardheid moet voor net zoveel ophef veroorzaken als een meid die geen baan krijgt omdat ze een hoofddoek draagt. Zolang we voor beiden niet opkomen, zijn we ver verwijderd van een gezonde samenleving.

Groeten,
Dino

Dino Suhonic

Dino Suhonic

Directeur van Stichting Maruf

Dino Suhonic is queer moslim en publiceert over diverse gender-gerelateerde vraagstukken. Hij is directeur van Stichting Maruf, het …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.