Dames en heren,

Van harte welkom bij deze conferentie ‘Ontmoeting of Isolement. Einde of nieuw begin van de interreligieuze dialoog’. Het verheugt ons bijzonder u in zo´n grote getale te mogen begroeten. Deze conferentie is het resultaat van een bezinning op de dialoog tussen Jodendom en christendom binnen Sha’ar, een denktank van Joden en christenen verbonden aan het Ojec. We zijn verheugd in stichting Pardes een partner te hebben gevonden voor deze conferentie, en we danken Pardes en dit huis van ontmoeting en bezinning, De Nieuwe Poort, voor hun gastvrijheid.

Is de interreligieuze dialoog in een coma of staat ze aan het begin van een nieuwe fase? Kijkend naar het dagelijkse nieuws zou je soms denken aan een comateuze toestand; interreligieuze dialoog is niet bepaald bezig aan een succesvolle en zichtbare opmars. Als we zeggen dat we in woelige tijden leven dan is dat misschien een cliche. Maar hebben we daarmee ook een reële blik op de positie van religie in onze werkelijkheid?

En wat is bepalend voor het verloop van de geschiedenis? De religieus geinspireerde terreur van Islamitische staat, de moord op de redactie van Charlie Hebdo en de antisemitische aanslagen in Parijs, de massale moordpartijen op christenen van Boko Haram in Nigeria, politieke haat jegens Moslims en de Islam in de Europese en Nederlandse politiek, de huidige beeldenoorlog rond de profeet? Of processen die zich onttrekken aan de hitte van de media, initiatieven van dialoog en ontmoeting, de wijsheid van religieuze humaniteit in de dagelijkse zorgen die mensen van diverse religieuze bloedgroepen met elkaar delen? Zal misschien niet de officiële dialoog van vertegenwoordigers maar de dagelijkse dialoog tussen mensen in de wijken een blijvender stempel drukken op de ontwikkeling van religie en samenleving in Nederland en Europa?

Welk scenario dan ook, het verrassende fenomeen doet zich voor dat religie niet verdwenen is uit onze post-seculiere samenleving, maar verrassend taai is, flexibel ook, in staat nieuwe vormen en gestalten aan te nemen. Toegegeven, de positieve aspecten daarvan komen amper aan bod in de publieke beeldvorming. Geweld en religieus fanatisme zijn zichtbare facetten van religie. Ze zijn duidelijk te onderscheiden en als harde en onontkoombare realiteit ervaren door de slachtoffers. Die facetten voeden zelfs de stille veronderstelling bij velen dat het de fanatiekelingen of fundamentalisten zijn die de orthodoxe, ware kant van hun religie laten zien.

Dialoog, ontmoeting, en wederzijdse nieuwsgierigheid lijken in de ogen van velen dan ook soft, uitingen van vermijdgedrag, van ontkenning van wat de ware kern zou zijn van religie, als het verhullen van de waarheid. Of dat zo is ligt altijd echter aan degenen die dialoog zoeken en voeren. Immers, welk oordeel men ook aanhangt over interreligieuze dialoog, er bestaat geen dialoog tussen religies. Er bestaat alleen een gesprek tussen mensen die vanuit hun religieuze traditie met elkaar in gesprek raken, elkaar ontmoeten. Niet meer, zeker ook niet minder.

Observaties

Staat u me toe drie observaties hier met u te delen als inleiding op ons thema. Ten eerste, dialoganten hebben het zeker niet alleen over wat hun verbindt, maar evenzeer over wat verschillend is. Punt is echter dat daarbij niet alleen problematische kanten van de andere religie, maar ook de rauwe kanten van de eigen traditie ter sprake komen. Dat wil zeggen, dialoganten onderkennen de mogelijkheid dat bronteksten gelezen kunnen worden als leidend tot ideologisch gelijk, of tot onverdraagzaamheid of zelfs tot geweld. De spanning tussen gematigde religiositeit en religieus fanatisme is daarmee zozeer niet een spanning tussen religies, of zelfs niet tussen religies en seculariteit,  maar meer een spanning binnen de afzonderlijke religies, of zelfs binnen het seculiere discours. Dialoogpartners dialogiseren daarmee niet alleen tussen maar ook binnen de eigen religie.

Ten tweede: in een volwassen dialoog wordt apologie, het verdedigen van de eigen religie als in wezen vreedzaam en tolerant, onmiddellijk doorgeprikt als een kunstmatige tegenstelling tussen ‘echte’ en ‘onechte’ religie. Immers, wie bepaalt wat echt is en wat onecht. Ten derde, dialoganten zijn net zo religieus betrokken als niet-dialoganten, maar misschien iets meer geleid door de religieuze intuïtie dat het mysterie van God en mens niet zijn te vangen in een theologische of rituele definitie, dat wil zeggen, in een objectief omlijnde waarheid.

Dat is niet voor niets: dialoog voltrekt zich in en dankzij een ruimte die plaats biedt voor conflicterende aanspraken op waarheid en die die spanning kan uithouden omdat ze ten diepste wordt gevoed door geduld, door het geduld om je oordeel uit te stellen. In de dialoog ontmoet je een ander die je niet kunt opsluiten in een definitie, net zo min als je dat lukt in de ontmoeting met God. Dialoog is dus niet een opmaat tot of een bijzaak van traditie, maar vormt een kern daarvan. Dialoog is een oefening in geduld, in verwondering over de ruimte van de onbenoembare God en de ruimte van de niet te vangen ander.

Maar naast die filosofische kant is er de relevantie van interreligieuze dialoog voor de verhoudingen tussen religies en voor de samenleving. De Joods-christelijke dialoog heeft de afgelopen decennia in dat opzicht geleid tot opmerkelijke resultaten, zeker in institutioneel opzicht. Opeenvolgende kerkelijke en Joodse verklaringen onderstrepen dat. We memoreren dit jaar dat zestig jaar geleden de Conciliaire verklaring Nostra Aetate werd gepromulgeerd, waarin de RK Kerk afscheid nam van de zogeheten substitutietheologie, gekoesterd sinds Augustinus. Protestantse kerken, die in deze vaak het voortouw namen, hebben hun oude praxis van jodenzending opgegeven, en de PKN heeft de verbondenheid met het Joodse volk opgenomen in haar grondwet. De bijdrage van eeuwenoud christelijk antijudaisme aan antisemitisme en de Shoah is, zij het aarzelend, onder woorden gebracht, en daarmee de noodzaak van theologische vernieuwing. De staat Israël wordt gezien als een legitieme belichaming van het Joodse volk op een eigen natiestaat, zonder daarbij de nationale rechten van Palestijnen te veronachtzamen. Van Joodse zijde verscheen in 2000 in de VS een indrukwekkende verklaring waarin het christendom werd erkend als een authentieke vertolking van het bijbelse Godsgeloof. In de verhouding tot de Islam staat deze ontwikkeling wellicht nog in haar kinderschoenen, zij het dat Nostra Aetate in 1965 ook het zuivere monotheisme van de Islam volop onderkende.

Tegelijk is waarneembaar dat de vernieuwende kracht van interreligieuze dialoog niet meer als vanzelfsprekend gedeeld wordt in kerken en synagoges, gezien de afname in publicaties in Nederland en de tanende interesse en deelname van individuele gelovigen, of gezien de al sinds jaren gepolariseerde discussie over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Hangt dit laatste samen met een meer naar binnen gekeerde religiositeit, met een indikking van religies in neo-orthodoxe vormen? Is het een gevolg van sluipende secularisering? Of mist de interreligieuze dialoog domweg aansluiting bij een nieuwe agenda, bij nieuwe doelgroepen in een versplinterend religieus landschap? En is de Joods-Islamitische dialoog niet van immens groter belang, gezien de gezamenlijke belangen in de publieke ruimte – ik noem besnijdenis en rituele slacht –  en het tegengaan van vijandbeelden die vastknopen aan politieke conflicten of Jihadisme in het Midden Oosten? Moeten we in dialoog met mensen die juist vanuit vooroordelen reageren?

Deze ochtend mogen we  luisteren naar drie inleiders. Zoals u hebt kunnen zien in het programma hebben wij gestreefd naar een evenwichtige representatie van vertegenwoordigers van jodendom, christendom, en islam, en het stemt hoopvol vast te stellen dat dit zonder veel problemen is gelukt. De eerste inleiding zal worden verzorgd door Prof. Dr. Joep de Hart, bijzonder hoogleraar ‘Nieuwe en vernieuwende vormen van christelijke gemeenschap in hun betekenis voor de Nederlandse samenleving’ aan de Protestantse Theologische Universiteit. Hij zal ons meenemen in de vraag of Nederland wel zo’n tolerant land is als wij vaak denken, maar ook zicht bieden op de verwachtingen van Nederlanders als het gaat om tolerantie en interreligieuze dialoog.

De tweede inleider, Mohamed Ajouaou is docent islam verbonden aan het Centrum voor Islamitische Theologie aan de Vrije Universiteit en hoofd Geestelijke Verzorging bij Ministerie van Veiligheid en Justitie. Hij zal enkele persoonlijk getinte observaties voorleggen die raken aan mogelijkheden en struikelblokken in de interreligieuze dialoog. Zijn verhaal, net als dat van de derde inleider deze ochtend, rabbijn Tamarah Benima, publiciste en lid van Sha´ar, illustreren dat interreligieuze dialoog bestaat uit dialoog tussen mensen van vlees en bloed, met hun eigen herinneringen, hun verwachtingen, hun hoop, en hun pijn. Het is alleen op die basis dat we kunnen bouwen, dat we geroepen zijn de geschiedenis vorm te geven, tegen de hitte van de dagelijkse actualiteiten in.

Bovenstaande inleiding gaf  Eric Ottenheijm tijdens de conferentie ‘Ontmoeting of isolement, einde of begin van de interreligeuze dialoog?’ die gister plaatsvond in De Nieuwe Poort in Amsterdam. Deze conferentie werd georganiseerd door de werkgroep Sha’ar (denktank verbonden aan het Overlegorgaan van Joden en christenen in Nederland)  in samenwerking met stichting PaRDeS

35287

Eric Ottenheijm

Dr. Eric Ottenheijm is Universitair Hoofddocent Jodendom en Bijbelwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2004 bij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.