Sinds 9/11 in 2001 beweegt de tolerantie vooral jegens moslims zich in een neerwaartse spiraal. Vrij extreem bleek dat in april 2009, toen het Ministerie van Defensie mijn oud-collega Ali Eddaoudi als de eerste krijgsmacht-imam benoemde. Het was een historische beslissing om islamitische geestelijke verzorging te gaan opbouwen in de krijgsmacht. Dit is bij uitstek een exponent van inburgering en integratie, ook religieuze integratie. Maar in het publieke debat werd gereageerd met veel intolerantie. Een motie van afkeuring in de Tweede Kamer werd nipt weggestemd.
Het veranderingsproces is echter onomkeerbaar. Lijkt het symbolisch gezien niet op het samenkomen der zeeën zoals genoemd in de Koran, Soera 18:60? Die synergie is creatief verwoord door de Belgische cultuurfilosoof Marc Colpaert. Zij wordt thans verrijkt door het verschijnen op 11 december a.s. van De tolerante bijbel van Reinhard Kirste, directeur van het Duitse Instituut voor religieuze studies INTR°A.
Groeipijn en moed
Kirste beschrijft dat aangaan van de dialoog het risico insluit, dat je er als gelovige door verandert. Er ontstaat groeipijn. Waar hoor je precies bij? Door het andere te zoeken vind je het eigene, maar je gaat wel het eigen geloof meer dialogisch en complementair beleven. Dat doet denken aan een metafoor van de Dalai Lama: ‘Elke religie is als een medicijn, maar niet één medicijn helpt tegen alle kwalen…’
Zo’n tolerante visie werkt tevens ontspannend. Zij helpt om zowel de eigenheid van het eigen geloof als die van een ander geloof te zien, te waarderen èn te respecteren. Tevens helpt het om religies te vergelijken en te verbinden.
De interreligieuze dialoog is kortom geen geïsoleerde bezigheid, maar ze mobiliseert veel spirituele kracht en moed. Zij ontspringt aan het besef, dat het meer dan ooit is geboden om te leren samenleven met al onze verschillen. Dat kan door een gemeenschappelijke taal voor bruggenbouw te leren. Auteurs als de Frans-Libanese Amin Maalouf en de interreligieuze kinderboekenschrijven Eric-Emmanuel Schmitt zijn daarin voorbeeldig.
Gezondheidszorg
Er is helaas nog veel weerstand tegen de interculturele en interreligieuze dialoog. Dat valt niet alleen waar te nemen binnen het christendom maar ook binnen boeddhisme, hindoeïsme, humanisme, islam en jodendom.
Sinds 1993 heb ik mogen pionieren in de gezondheidszorg met multiculturele geestelijke verzorging naast de bestaande joodse, christelijke en humanistische geestelijk verzorgers. De eerste hindoe- en moslim geestelijk verzorgers kwamen binnen. Het management moet daarin willen investeren en ’oude’ geestelijk verzorgers kunnen organisch formatie voor hen afstaan. Geestelijke verzorging heeft de kans een motor te zijn voor interculturalisatie in de gezondheidszorg.
Onder patiënten en instellingsmedewerkers weerspiegelt zich de samenleving met haar groeiende pluriformiteit. Anders dan in de maatschappij kunnen we in de gezondheidszorg als domein van ziekte, herstel of dood elkaar niet ontlopen! Er moeten belangrijke ethische beslissingen genomen worden, waarbij we elkaars verschillende waarden en normen onder ogen zien. Uitwisseling en respect blijken zowel de voorwaarden als resultaten van medische en verpleegkundige samenwerking.
Telkens blijkt dat wij mensen en gelovigen anders en eender, eender en anders zijn. De ene keer is een hindoe, hoewel uit zo’n andere traditie, mij zeer nabij. De andere keer is een jood of moslim, hoewel uit de Abrahamitische geloofsfamilie, mij minder nabij. Weer andere keren is het precies andersom. Dit alles kan scheidend, maar vooral verbindend werken…
Inburgering
In de dialoog gaat het er óók om individuele en gelovige mensen te motiveren. Zoiets vindt voorbeeldig plaats in de speciale inburgerings-cursussen in het Kontakt der Kontinenten voor geestelijke bedienaren waar ik sinds 2007 bij betrokken ben. Voortgezette educatie biedt de Wico Bunskoek Academie.
Het gaat erom wat geestelijke bedienaren met zich meedragen te vertalen in de nieuwe Nederlandse situatie. Zodat zij hun verlangen naar, hun openheid voor en hun levende contact met God kunnen vorm geven. Dit is – volgens Erik Borgman bij de opening van de Wico Bunskoek Academie – bij uitstek wat religie onderscheidt van andere maatschappelijke en culturele praktijken. Zo raken ze onderling verbonden, zonder dat zij losraken van de gemeenschap die zij bedienen.
De moslim hoeft geen hindoe te worden en de boeddhist geen christen. Maar het is mooi als ze meer zichzelf worden door hun eigen traditie opnieuw te leren zien als bijdrage aan het zoeken naar de waarheid. Zo maken ze duidelijk – en dat is in de huidige situatie in Nederland van groot belang – dat er niet alleen een vrede onder gelovigen van zeer verschillende achtergronden en tradities mogelijk is. Maar ook: een gelovige vrede, die leeft vanuit de interne geloofsgerichtheid op waarachtige goedheid.

De gouden regel
Zo geschiedt wat Kirste meermalen noemt: je vindt het eigene door het andere te zoeken. De bedding van zulke spirituele inburgeringscursussen bieden daarvoor ruimte. Zulk zoeken op het schaakbord van individueel leven en mondiaal samenleven is zegen-rijk. Als in het verhaal over Jakobs gevecht met de engel (Genesis 32) gaat het om: “Ik laat je niet gaan tenzij je mij zegent…”
Daarom hangt in het interreligieuze Stiltecentrum van het UMC Utrecht een bijzondere poster: de Gouden Regel. Van dertien religieuze of spirituele stromingen worden korte bronteksten weergegeven die neerkomen op: “Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet!” Het evangelie verwoordt dit positief: “Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.” (Mattheüs 7:12)
In de dertien bronteksten werken andere zinsneden of woorden dit nader uit. Samenvattend: wij zijn – zoals de boeddhisten niet nalaten te benadrukken – interdependent, onderling afhankelijk van elkaar. Voorspoed én verlies van de naaste kunnen gezien worden als eigen voorspoed of verlies. Het gaat om respect. Kwets anderen niet met wat jou zelf kwetst. Leg de ziel van een ander geen last op die je zelf niet opgelegd wenst te krijgen. We zijn geen vreemden voor elkaar. Wie een naaste slecht behandelt, behandelt zichzelf slecht.
Zo’n gouden regel biedt fantastische verbindingen tussen religies en culturen, dus alle mensen! Deze regel staat centraal in het Charter for Compassion. Dit handvest wordt internationaal gelanceerd op 12 november, in Nederland in de Mozes & Aäronkerk te Amsterdam.
Het boek van Kirste biedt verrassende perspectieven op een bijbel, die toleranter is dan sommige religieuze fundamentalisten of atheïsten denken! Ten diepste gaat het Kirste om de dienst der verzoening. Bij het United Religions Initiative (URI) leerde ik een oefening, gericht op het ontwikkelen van zo’n sensitiviteit. De deelnemers wisselen ervaringen uit waarin men zich gekwetst voelt door een anders-denkende of een andere religie. Daarna wordt gezamenlijk stilgestaan bij gebeurtenissen waarbij je zelf (!) ánderen kwetste. Een volgende stap kan dan zijn het uitwisselen van twee kwaliteiten van je eigen spiritualiteit. Vervolgens deelt men twee kwaliteiten, die haar of hem in een andere religie of spirituele visie raken. Dit kan helend en verrijkend werken.
‘Ref. ‘De moslim-medelander wordt collectief beschuldigd van intolerantie, ter rechtvaardiging van de eigen intolerantie.’ [‘Eigen’ is: autochtonen bewoners en politici (toevoeging v.s.d.)].
1 Zo zonder zweem van serieuze bewijsvoering gedebiteerd, komt deze bewering neer op een belediging van de ‘eigen’ samenleving. En dat doet zij des te meer omdat waar er van intolerantie sprake is, die primair van Islam-zijde komt en vandaar wordt onderhouden. Voor theoretische voorlichting over Islam: Arabist Jansen, de Belg Urbain Vermeulen e.a.; voor de practijk: ga de wijk in, bezoek gevangenisssen, denk eens aan Theo van Gogh.
2 Wat dan de ‘eigen (autochtone) intolerantie betreft, die is vooral verzet en verdediging tegen andermans intolerantie en dan hoogsten als de intolerantie van intolerantie te betitelen. Een bewijs van 2, uit vele mogelijke, is, dat van autochtone intolerantie jegens non-Islam allochtonen relatief gesproken geen sprake is.
3 Samenvatting. De auteur van ‘Ík laat je niet gaan’ enz., bezondigt zich aan een omkering van feiten. Laat hij daarmee ophouden; alsmede met het verkeerd begrijpen van Bijbeltexten. En daarmee rondstrooien en propaganda maken.
4 In de aanhef van zijn bijdrage lees je: Ari van Buuren wil spirituele krachten mobiliseren. Dat zou Ari wel eens kunnen lukken, met behulp van de kwade geesten Travesti en Perversie.
Ze bestaan nog; aanhangers van het multi-culturalisme, een utopisch expiriment dat haar failliet jaren geleden al heeft mogen vinden.
Dhr. Ari van Buuren etaleert met dit artikel vooral zijn gebrek aan realiteitsbesef.
Ref. Jouring.
Die Mr. Ari ‘gebrek aan realiteitsbesef’ verwijten, is op zich juist, maar wel een onvoldoende berisping. Zeker met Ari’s te veronderstellen kennis en geloof van/in de Bijbel, kan hem zwaarder ten laste worden gelegd. Dit. Dat hij tegen alle evidentie in de waarheid ontkent = de zonde tegen de Heilige Geest. De onvergeeflijke.
Of Ari gelooft niet echt in de Bijbel. Of – wat idem is – daaruit alleen wat hem opportuun = professioneel = functioneel-positioneel (financieel) uitkomt, als: ‘hoofd van de Dienst voor Levensoriëntatie’ etc. De openlijkheid van deze idiotie doet aan Anderson’s ‘De nieuwe kleren van de Keizer’ denken.
Laten we wakker worden en ze een nuttig vak doen leren: schoenlapper, schoonmaker, schilder. De rijstvelden met ze op, handen uit de mouwen.
De Gulden Regel kan met een ontkenning geformuleerd worden: “Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet!” of zonder ontkenning: “Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen.”
Te oordelen naar gegevens op http://www.religioustolerance.org komt de vorm met de ontkenning voor in de Baha’i, het Boeddhisme, het Confucianisme, het Hindoeïsme, het Humanisme, het Jodendom en de leer van Zarathustra. De vorm zonder ontkenning in het Christendom (het evangelie van Thomas heeft de vorm met de ontkenning), in de Islam en in de Scientology (precept 20).
Ik ben een beetje huiverig voor de bevestigende vorm. Zoals een (overigens heel vriendelijke) moslim mij uitlegde: “Als iemand de Waarheid gevonden heeft zou ik willen dat hij die ook aan mij vertelde. Dus heb ik de plicht om iedereen van mijn religie te overtuigen.” Aanhangers van Scientology en conservatieve christenen en zouden met deze redenering instemmen als ze hem kenden. Op die manier komt er nooit vrede.