“Pinksteren is het christelijke feest van het neerdalen van de Heilige Geest, zegt Manuela Kalsky, directeur van Nieuwwij. “De geest, die waait waar zij wil – en ik zeg met opzet zij, want het woord ‘geest’ komt van het Hebreeuwse woord ‘ruach’, dat vrouwelijk is. Het betekent wind of de adem Gods die je wordt ingeblazen.”
In het uitverkochte centrum voor cultuur en debat De Nieuwe Liefde wordt vanmiddag de geest van Pinksteren gevierd, muziek gemaakt, gezongen en het nieuwe boek Zij is altijd soms. Vrouwelijke gestalten van compassie van zenleraar Ton Lathouwers gepresenteerd.
In een vraaggesprek vertelt Lathouwers aan IKON-presentator Colet van der Ven dat Zij is altijd soms een weerslag is van zijn levenslange zoektocht naar vrouwelijke symbolen van genade, compassie en erbarmen. Die zoektocht begon op de middelbare school bij het lezen van het werk van de Russische schrijver Dostojewski en bracht hem tot in Japan, waar hij zich in het boeddhisme schoolde. Voor Lathouwers is compassie verbonden met handelen. Leidraad is daarbij een regel uit de soetra van Kuan Yin, de boeddhistische Maria: ‘Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze allen te bevrijden’.
“We zijn verplicht om alle levende wezens te redden, tegelijkertijd weet je dat dit niet mogelijk is”, zegt Lathouwers. “Deze paradox is als een muur waar je tegenaan botst. Daarna moet je een eerste stap zetten”. “Bij het werkelijk op gang brengen en houden van compassie, is het belangrijk om ’s avonds voor het slapengaan aan gewetensonderzoek te doen. Je af te vragen: ‘Heb ik een vandaag een levend wezen te weinig aandacht geschonken of pijn gedaan?’”
Chazan Petra Katzenstein vertelt over het Hebreeuwse woord sjechina – een andere vrouwelijke gestalte van compassie – dat ‘Gods inwoning op aarde’ betekent: “Als de mens goeddoet komt de sjechina naar beneden, doet hij slecht dan verdwijnt zij”. En over een klassiek rabbijns verhaal dat gaat over de onmeetbaarheid van God. In die vertelling wordt God vergeleken met een oceaan. “Wij mensen pootjebaden slechts in een klein stukje van die oceaan”. Samen met gitarist David de Vries brengt ze het lied Lecha dodi ten gehore: ‘Ga mee de sabbat tegemoet, zij is een bron van zegen’.
Het eerste exemplaar van Zij is altijd soms overhandigt Lathouwers aan KRO/NCRV presentator Annemiek Schrijver. De titel is een verwijzing naar een dichtregel van Bertus Aafjes – ‘hij is altijd soms’. “De vrouwelijke gestalten van compassie, van sjechina, kunnen iedere mogelijke vorm aannemen, die van een melkboer, van een kind en zelfs van een gevangene”, zegt Lathouwers.
Schrijver denkt bij een vrouwelijke gestalte van compassie vooral aan de christelijke Maria, de moeder van Jezus. Compassie is voor haar ‘die ene blik waarin je je helemaal gezien voelde’. Ze richt zich in haar boekrecensie tot het publiek: “Voel die blik op je rusten, voel de ontferming”.
Compassie is ook waar de tien coupletten van de soetra van Kuan Yin over gaan. ‘Als je bezeten bent door angst, ontreddering en vertwijfeling, neem dan je toevlucht tot Kuan Yin, en niets zal je nog deren’, zingt het Maha Karuna Ch’an-koor onder leiding van Paul Triepels.
In deze gevarieerde middag neemt de geest vele vormen aan. Helemaal aan het begin neemt Lathouwers het muisstille publiek mee in een zeven minuten durende meditatie, rechtop en de handen gevouwen. “Het enige wat je doet is zitten en ademen”, zegt hij.
Emeritus hoogleraar Selma Sevenhuijsen heeft op de eerste verdieping van De Nieuwe Liefde een hartvormig labyrint uitgerold. “In tegenstelling tot een doolhof kun je in een labyrint niet verdwalen”, zegt ze. Een labyrint staat symbool voor de levensweg, de innerlijke pelgrimage. De oudste bekende afbeeldingen van labyrinten zijn 6000 jaar oud. “Tijdens het lopen van een labyrint ga je verschillende fases door, je leert ‘loslaten, ontvangen en toelaten’”, zegt ze. Een vrouw uit het publiek noemt Sevenhuijsens labyrint ‘een bijzondere ervaring’. “Als je van het pad afraakte, was dat niet erg. Je kwam steeds op het pad terug”, zegt ze.
Compassie, meevoelen met anderen, is ook de missie van Mercedes Zandwijken. Ze is initiatiefnemer van de Keti Koti-tafel, een geritualiseerde dialoogtafel waarbij witte en zwarte Nederlanders samen stilstaan bij de herdenking en afschaffing van de slavernij. Samen met de zaal voert ze een ritueel van de Keti Koti-tafel uit. Het publiek kauwt op een bittere houtsoort, die staat voor de bitterheid van de slavernij, smeert kokosolie op de – geketende – polsen van een bekende en een onbekende, en eet een suikerklontje om de bitterheid te verdrijven door een zoete smaak. Zandwijken kwam op het idee voor de keti koti-tafel nadat ze een joodse sedermaaltijd bijwoonde waarbij de uittocht van de joden uit Israël wordt herdacht met rituelen.
Ton Lathouwers blikt terug op de middag. ‘Het was fijn dat er vandaag zoveel ontmoetingen waren met anderen, met andere culturen en rituelen,” zegt hij. Gastvrouw Manuela Kalsky haakt daarop in. Als het aan haar ligt wordt de tweede pinksterdag een dag waarin de verbinding gezocht wordt met andere culturen en geloven: een gezamenlijke viering zoals vanmiddag in De Nieuwe Liefde.