In de snelle (media)wereld van produceren, consumeren, opkijken naar rijken en te grote onverschilligheid ten opzichte van armen, is het goed elkaar op te zoeken en in gesprek te gaan. “Waar sta jij? Hoe kijk jij hier tegenaan? Hoe ga jij hier in de praktijk mee om?” Om daarna met opgefrist vertrouwen in elkaar de lastige wereld weer het hoofd te bieden. Misschien geldt dat meer voor vrouwen dan voor mannen.

De zusjes Nurin zijn de eersten die me hartelijk begroeten bij binnenkomst in het Multifunctioneel Centrum Presikhaven. Zij controleren of mijn naam op de aanmeldlijst voorkomt en voorzien me van een dagprogramma. Elke deelnemer wordt vriendelijk verzocht zich eerst in te schrijven voor één van de middagworkshops. Er is voldoende keuze: in gesprek gaan over pesten, mantelzorg, participatie en uitsluiting of burenhulp, acceptatie of de twee meer creatieve bijeenkomsten schrijven en schilderen. Ik zet mijn naam onder ‘participatie en uitsluiting’ en heb het vermoeden dat hier veel animo voor zou kunnen zijn. Het is een onderwerp dat de samenleving bezighoudt: hoe bereik je elkaar, zonder elkaar te beoordelen, maar ook je eigen grenzen aan te geven? De participatiemaatschappij zoals de overheid die wil zien, is dat haalbaar? Is dat ook wenselijk? Wie mag meedoen en wie liever niet? Wat is het alternatief? Hoe kunnen vrouwen elkaar steunen en bemoedigen en volwaardig deelnemen aan een maatschappij, die nog vaak door mannen gedomineerd wordt?

Dag van ontmoeting

Elsje Pot, PKN-scriba te Arnhem en projectleider van de werkgroep ‘Wel gezien, niet gesproken…’ heet allen welkom, leidt ons door het programma aan en introduceert de drie sprekers: Riet Mendel, lid van de Liberaal Joodse Gemeente Gelderland en kerkend bij de sjoel in Dieren, Madelinde Krantz, geestelijk verzorger met een christelijke achtergrond en Fatma Agsa, orthopedagoog en moslima. De overgang van de ene spreker naar de andere wordt gevuld met rietfluitmuziek.

De ontmoetingsdagen kennen een al wat langere voorgeschiedenis. Naar aanleiding van een emancipatie-onderzoek naar succes en falen van ontmoetingsgroepen van moslim- en christenvrouwen door Alie Brandwijk voor de toenmalige Gereformeerde Kerk en de uitgave Wel gezien maar nooit gesproken (Narratio, 1998), zijn de geïnterviewde en belangstellende vrouwen uitgenodigd voor een eerste landelijke ontmoetingsdag. Meer dan 100 vrouwen gaven gehoor aan de oproep. Na vijf landelijke bijeenkomsten werd onderzocht of dat ook op provinciaal niveau mogelijk was. De Gelderse voorbereiding nam twee jaar in beslag, omdat de werkgroep zocht naar een evenwichtige inbreng van de moslim- en christengroep. Later is dat uitgebreid met de Joodse traditie.

Met liefde omzien naar elkaar

Met liefde naar elkaar omzien is de hoofdopdracht van ieder mens. Riet Mendel begint haar lezing met een ‘sjabbat shalom’ op deze vreugdevolle zaterdag. Ze baseert haar lezing op de leer en Thora uitleg van de grote rabbijn Hillel, die zijn leer van naastenliefde en tolerantie uitdroeg. En om van een ander te houden moet je eerst van jezelf houden. Het hele leven is leerschool. De opdracht is dan ook voor ieder: ‘Ga heen, leer en doe goed’.
Madelinde Krantz start met het verhaal van de Barmhartige Samaritaan en refereert aan de Benedictijnse spiritualiteit, die vraagt om elk medemens als gast te ontvangen. ‘Heb je naaste lief als jezelf’ impliceert ook ‘wees lief voor jezelf’. Er is moed nodig om je hart te laten spreken en jezelf te zijn. Vooral tegenwoordig waar stoer, sterk en succesvol als maakbare doelen op het schap liggen en de massa als leidend geldt. Het grote lijden van de moderne mens is dat hij of zij niet kan voldoen aan het eigen ideaalbeeld volgens de Amerikaanse sociologe Brené Brown, die onderzoek doet naar kwetsbaarheid, moed, waardigheid en schaamte.
Fatma Agca, orthopedagoog en wetenschapper, groet de aanwezigen met een ‘ik groet u in vrede’, salaam aleikum. In de islam is naastenliefde (zakat) één van de vijf belangrijkste geboden. Fatma vraagt zich af hoe vrede te bereiken is. Als je de wereld – mens, flora en fauna – als weerspiegeling van Allah beschouwt, moet je wel een houding van respect en omzichtigheid, ofwel naastenliefde, als algemene attitude betrachten. Zij gebruikt de metafoor van de dansende derwisj die rond zijn as tolt, met één hand naar de hemel en de andere naar de aarde: “We ontvangen alles en dat geschenk moeten we doorgeven, want wie meester van de aarde wil zijn, staat in dienst van de hemel.” Het woord Rahim, één van de namen van Allah, betekent ‘Genadevolle’, maar ook ‘baarmoeder’. Allah heeft de vrouw een bijzondere hoofdrol gegeven: liefde doorgeven. Zij eindigde met een gedicht van de Turkse filosoof en soefi-mysticus Yunus Emre.

Met veel stof tot nadenken, gaan we aan de lunch, een gevarieerd buffet met koud en warm Indiaas halal voedsel. Een lokaal op de bovenverdieping is als stilteruimte ingericht. Er staan twee banken en op de grond ligt een vijftal gebedskleedjes. Er zijn verder geen religieuze afbeeldingen of voorwerpen te bespeuren. Na de pauze starten de workshops. Ik maak deel uit van een gemêleerd gezelschap vrouwen. Jong, oud, allerlei opleidingen en achtergronden. Tussendoor wordt gevraagd om een blanco rood hart te voorzien van een wens voor een ander. Prima dus voor de uitwisseling. De plenaire terugkoppeling van de workshops wordt op prettige, bevragende wijze geleid door islamoloog en journaliste Hatice Kursun.

Levensbeschouwing

Van de christelijke en joodse vrouwen ligt de leeftijd gemiddeld een stukje hoger dan die van de moslima’s. Grote afwezigen zijn de eerste generatie islamitische vrouwen en jonge joodse en christelijke dames. De culturele achtergrond van de christenvrouwen is divers. HBO’ers en WO’ers zijn in de meerderheid. De sfeer is gemoedelijk en men is oprecht geïnteresseerd in elkaar. Het afwisselende programma biedt te weinig ruimte om uitgebreid met elkaar in gesprek te gaan. Behalve tijd is ook de grootte van de groepen hier debet aan. Naastenliefde blijkt een belangrijke opdracht die de godsdienstige tradities gemeenschappelijk hebben. Wanneer je ervan overtuigd bent dat het leven gegeven is en jijzelf de lengte ervan niet bepaalt, dan ga je daar zo goed mogelijk mee om. Het valt me op dat er tijdens de gesprekken, zowel in beperkte groep tijdens de workshops als bij de plenaire terugkoppeling, een aangename balans is tussen uitwisselen en met elkaar in discussie gaan. Primair prevaleert de poging elkaars essenties te verstaan. Meer dan vanuit eigen ideologie strijden om gelijk.

Communicatie

Duidelijk wordt dat communicatie in de omgang met elkaar een bepalende rol speelt. En dat is in de interreligieuze uitwisseling niet altijd even gemakkelijk, want wat ieder ten diepste gelooft is niet 100% in woorden uit te drukken. Zeker wanneer het mensen met een verschillende culturele achtergrond betreft. In de menselijke interactie worden woorden en beelden gebruikt die niet automatisch dezelfde betekenis en connotatie hebben. Vooral dat laatste vergt een fijne afstemming op elkaar die niet simpelweg met een taalcursus aan te leren is. Blijven bevragen vóór oordelen is een goede modus om elkaar te (gaan) begrijpen.

Ook liefde en naastenliefde zijn geen eenduidige begrippen. Uit naastenliefde kan de ene mens de andere verstikken met goede bedoelingen en attenties. Uit naam van liefde en religie worden de meest verschrikkelijke acties gelegitimeerd. Ook hier is communicatie weer bepalend voor een goede verstandhouding: “Wat heb je nodig? Wat zou je willen? Kan ik iets voor je doen?” Nog twee begrippen die terugkeren in de gesprekken zijn ‘respecteren en accepteren’. Waar respect voor de één verdiend moet worden, is dat voor de ander een basisbegrip waar de ene mens de andere als opmaat integer benadert en behandelt. Accepteren werd in dezelfde context door elkaar gebruikt.

Begroeten en ontmoeten

En God schiep de mens, voordat de vrouw, de man, de veroveraar, de jood, de bakker, de paap, de beeldenstormer, de vrijbuiter, de kunstenaar, de rijke en de arme, de glazenwasser, de professor, de allochtoon, de beeldenstormer, de koloniaal, de postmoderne en de metroman en alle anderen op het toneel verschenen. Ontmoet eerst de mens en laat hem zijn of haar verhaal doen. Luister eerst, deel dan jouw geschiedenis, zodat de eerste horden van het onbekende genomen zijn, voordat je je samen gaat verdiepen in overeenkomsten en verschillen. Dat was de kern die uit de dag gehaald kon worden. Het was prachtig om te zien hoe een joodse vrouw een moslima toeriep: “Hee, wij kennen zo’n woord ook!” en daarover met elkaar in gesprek gingen.

Dit samenkomen is waardevol. Het stimuleert een open houding, bevordert de dialoog en draagt bij aan meer kennis over en begrip voor elkaar. Het prikkelt tot creatieve initiatieven. Mensen kunnen zich verbinden zonder daarvoor onaanvaardbare concessies te hoeven doen. Het gezin, de man-vrouw relatie, de familie, het werk en de opleiding van de kinderen: het zijn bekende beweeggronden voor alle aanwezigen, maar worden niet identiek beleefd. Samenleven vergt een flexibele opstelling. “Cultuurkritiek is noodzakelijk voor het samenleven in een wereld met zo veel verschillen. Juist als je de verschillen wilt verdragen, moet je ook bereid zijn met elkaar de strijd aan te gaan over de scherpe kanten daarvan,” merkt theoloog Ruard Ganzevoort terecht op in zijn blogartikel ‘Ik ben niet racistisch, maar…’. En die strijd kan geweldloos gestreden worden.

Elkaar ruimte gúnnen

Zonder dialoog blijven mensen vreemden voor elkaar. Buitengesloten worden is vreselijk. Participatie en verzorging vullen elkaar aan. Iedereen kan bijdragen, de meesten doen dat al naar eigen vermogen. Geloof is de voedingsbodem voor dat doen en volhouden. Sociale netwerken worden steeds belangrijker. Een paar stellingen uit de voorraad van de dag. Vrouwen zijn krachtig en flexibel, wat niet betekent meewaaien met alle winden, maar meebuigen als het riet wanneer het stormt. Om daarna krachtig weer op te veren. Er is moed voor nodig om de medemens de ruimte te geven en vooral te gúnnen die hij of zij nodig heeft. In een tijd waarin samenwerking steeds belangrijker, blijven dit soort bijeenkomsten nuttig.

Het blindelings gekozen rode hart lees ik thuis: “Weet dat je mag zijn wie je bent” wenst iemand me toe. Reflecterend over de ontmoeting met vrouwen van joodse, islamitische en christelijke achtergrond, kwamen woorden van de dichter Rumi in mijn gedachten: Luister naar het riet van de fluit, hoe het vertelt. Het Tikkun Olam van Riet Mendel roept na: ‘Handel juist’ hand in hand’ met mijn eigen adagium ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’

marianne

Marianne van Waterschoot

Communicatiecoördinator

Marianne van Waterschoot werkt momenteel als communicatiecoördinator voor twee parochies. Ze doet daarnaast redactie & vertaalwerk en …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.