Fatima Mernissi werd bekend door haar belangrijke bijdragen op literair gebied, waarin de rode lijn een verzoeningspoging was, van progressief feminisme met de traditionele islam. Geboren in Fes in 1940, studeerde zij aan de Mohammed V-universiteit in Rabat en ging vervolgens naar Parijs, waar ze werkte als journaliste. Later promoveerde ze in de Verenigde Staten en keerde ze vervolgens terug naar Marokko om te werken aan het Moroccan Institut Universitaire de Recherche Scientifique.

Haar eerste boek dat in Nederland bekend werd, was een verzameling interviews Vrouwen in Marokko aan het woord. Daarna verscheen Achter de sluier: De islam en de strijd tussen de seksen (1975), dat een aantal herdrukken beleefde. Hierin was opvallend hoe openhartig en ontspannen Mernissi als Marokkaanse vrouw en onderzoekster over het seksleven en de gevoelens sprak van de zich aan de patriarchale samenleving ontworstelende vrouw in Noord-Afrika. Maar ook hoe zij dit een plaats kon geven in een compleet mensbeeld van een vrouw die zich haar bestaansrecht opnieuw verwierf op maatschappelijke terreinen die tot voor kort uitsluitend aan de man voorbestemd leken. Onvergetelijk zijn haar eerste zinnen in haar voor mij meest betekenende boek De politieke harem: vrouwen en de profeet:

‘Kan een vrouw aan het hoofd staan van een moslimgemeenschap?’ vroeg ik aan mijn kruidenier die, evenals de overige kruideniers in Marokko, een goede ‘thermometer’ is van de politieke opinie.
‘Moge Allah mij bijstaan,’ riep hij geërgerd uit, ondanks de jarenlange vriendschap tussen ons. Hij was zo gechoqueerd door het idee dat hij bijna het doosje eieren liet vallen dat ik kwam kopen.
‘Moge Allah ons beschermen tegen de rampen van deze tijd,’ mompelde een klant die olijven kocht en deed alsof hij spoog. Mijn kruidenier is fanatiek schoon en netjes en zelfs een verwensing rechtvaardigt niet dat de grond wordt bevuild.
Er stond nog een klant, een leraar die ik wel eens tegenkom bij de krantenverkoper. Hij streek zachtjes over het vochtige bosje munt dat hij vasthield en voegde mij een hadîth toe die aan alle discussie een eind maakte: ‘Het volk dat zijn lot in handen van een vrouw legt zal nooit voorspoed kennen!’(lam yaflah qawmun wa law amrahum imra’a). Het was doodstil: ik had het pleit verloren.’[1] 

Zij maakt ons vervolgens deelgenoot van haar gedetailleerde studie van zowel de tekst als van de overleveraar van deze ‘gevleugelde woorden’ die haar bij de kruidenier werden gepresenteerd als ‘bewijs’ van een belangrijk aspect van het vanzelfsprekendheidsdenken van moslimmannen over vrouwen[2].

De overleveraar is Abu Bakra (niet te verwarren met de vader van Aysja, Abu Bakr). Bij zijn optreden als getuige beschuldigt hij een zekere al-Moghira ibn Sho’ba valselijk van overspel. Hierdoor kan hij nooit als een betrouwbare overleveraar van de woorden van de profeet worden beschouwd.

Ondanks het feit dat er overleveringen zijn die als vanzelfsprekend worden geciteerd door imams en geleerden en ondanks het feit dat zij als sahîh (authentiek) staan geregistreerd bij Muslim en Buchari, zijn zij door de eeuwen heen hevig bediscussieerd en omstreden. Vrouwen zijn ondertussen al heel wat verder. Er waren vrouwelijke premiers in Pakistan en in Turkije[3] en gedurende een bepaalde periode waren zowel de president als de premier van Bangladesh – een land waar geen enkele leider het goed kan doen – vrouwen. Bovendien kunnen we constateren dat al deze vrouwen die taak op gelijk intellectueel en politiek niveau hebben verricht als hun mannelijke collega’s.

Al-Tabari is volgens Mernissi een van de religieuze autoriteiten die hiertegen positie innamen. Hij vond dat er onvoldoende basis was om vrouwen het recht op eigen beslissingen of deelname aan de politiek te ontzeggen. Mernissi voegt eraan toe dat waakzaamheid is geboden wanneer wij heiligheid als een argument aanvaarden en iemand de gelovigen zo’n vreselijk politiek axioma toewerpt met zulke ernstige historische consequenties als bovengenoemde overlevering, die door haar is onderzocht.

Volgens Mernissi heeft het beeld van de gehoorzame, passieve vrouw niets van doen met de oorspronkelijke boodschap van de islam, maar is het een legalistisch construct van de  ’ulamā ’, de mannelijke theologen die religieuze teksten manipuleren om het patriarchale systeem in stand te houden. Zij trekt vrouwonvriendelijke ahadith – overleveringen – in twijfel en bekritiseert de ondergeschikte positie van de vrouw in de Marokkaanse samenleving omdat ze in de koran geen reden voor ongelijke behandeling kan terugvinden. In 2004 werd ze samen met Sadiq Jalal al-Azm en Abdulkarim Soroush, in Amsterdam onderscheiden met de Erasmusprijs. In 2005 onderzocht ze de invloed van satelliettelevisie in de Arabische wereld.

Secular and Islamic Feminist Critiques in the Work of Fatima Mernissi, een gedetailleerde kritische studie over haar werk, is verschenen bij Brill. Het is verkrijgbaar voor 129 euro.

De Britse krant The Guardian koos voor de Marokkaanse sociologe en onderzoekster, Fatima Mernissi, onder de honderd meest invloedrijke activisten in de wereld, samen met Margaret Thatcher, Oprah Winfrey en Shirin Ebadi. Fatima Mernissi verdient een plaats in de Top 100 door de manier waarop ze ‘zonder angst de meest omstreden gebruiken in de islamitische wereld benadert’, aldus The Guardian.

In 2013 was Mernissi de enige Marokkaanse vrouw die een opvallende vijftiende plaats innam in Arabian Business magazine’s 100 most powerful Arab Women.

Zij viel op door haar genuanceerde uitspraken waarin ze noch het westen verketterde, noch de bronnen van de wereldreligies. “Waarom denken jullie dat de Bijbel en de Koran al duizenden jaren bestsellers zijn?”, vroeg ze op een congres. “Het is simpel: omdat ze de lezer willen verleiden door middel van taal, niet door middel van geweld. Schrijven is verleiding en verleiding is het tegenovergestelde van geweld. Dit heb ik op de Koranschool geleerd.” Ze heeft dan ook meer dan vijftien opvallende titels gepubliceerd en heeft tot haar laatste dagen aan het openbare leven deelgenomen.

Ze is na het namiddaggebed begraven op de Sidi Messaoud-begraafplaats, in Hay Riad, in Rabat. Mogen haar teksten velen inspireren en haar ziel in Allah’s genade rust vinden.

[1] Fatima Mernissi, De politieke harem, vrouwen en de profeet, Breda, 1988. In het jaar van verschijnen van dit boek had ik een boekenrubriek bij de Islamitische Omroep Stichting (IOS) ‘Boekenflits’. Hierin noemde ik Fatima Mernissi de Aysja van de 20ste eeuw’, vanwege haar onbevangen betreden van het domein van de islamitische wetenschappen, dat toch in meerderheid was voorbehouden aan mannelijke moslimgeleerden. Ik werd daarna op het matje geroepen door Marokkaanse imams die mij vertelden dat veel moslimgeleerden het over haar hadden als een ‘hoer’. Dit heeft mijn mening over haar totaal niet veranderd. Zij is lange tijd de eerste en enige geweest die op wetenschappelijke wijze en toch toegankelijk, misogyne teksten in de bronnen van de islam heeft aangepakt.

[2] Zij gebruikt hiervoor de 17-delige uitgave van Fath al-Bari (De verovering van de Schepper), een uitgebreide uitleg of exegese van de bekende verzameling overleveringen, Sahîh al-Buchari, door Ibn Hadjar al-Asqalani. Daarnaast maakte zij gebruik van geschiedkundige werken als, Kitâb al-Tabaqât al-Kubra (Het grote boek van maatschappelijke klassen), van Ibn Sa’d en de Tarîch al-Umam wa’l-Muluk (Geschiedenis van Imams en Koningen) van Abu Dja‘far Muhammad Tabari, standaardwerken op het terrein van de ontstaansgeschiedenis van de islam.

[3] Tansu Ciler was de eerste en laatste vrouwelijke premier van Turkije van 1993-1995. Benazir Buttho was omstreeks dezelfde tijd premier in Pakistan.

Abdulwahid van Bommel

Schrijver / Vertaler

Abdulwahid van Bommel is schrijver en vertaler. Zijn nieuwste boek is Koranuitleg voor kinderen.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.