Zo’n idee vloeit voort uit de veronderstelling dat oude, traditionele vormen van geloof per definitie een kwestie waren van bijgeloof en gebrek aan (wetenschappelijk) inzicht. Letterlijke lezingen worden dan gezien als het gevolg van ‘niet beter weten’ en meer symbolische lezingen als een moderne stap vooruit in een correcter begrip van de heilige boeken. Deze stap wordt ook als noodzakelijk gezien om het geweld, dat in die boeken vervat zit, achterwege te laten. Daar horen echter heel wat kanttekeningen bij.
Nu is het zeker zo dat de theologie van extremisten een totaal gebrek toont aan meer symbolische, metaforische en allegorische lezingen van haar heilige teksten, maar dat betekent helemaal niet dat zij daarom een ‘oorspronkelijke’ en ‘letterlijke’ lezing aanhoudt.
In de eerste plaats is het belangrijk te begrijpen dat een symbolische lezing van heilige boeken helemaal geen moderne vernieuwing is. Zo beschrijft Karen Armstrong in haar laatste boek hoe een letterlijke lezing van bijbelverhalen eigenlijk een modern fenomeen is. Ze geeft daarbij het voorbeeld van Calvijn en de wijze waarop hij zijn ongenoegen uitsprak over ‘de krankzinnigen’ die het scheppingsverhaal letterlijk namen. Vóór de zestiende eeuw was het immers vanzelfsprekend om dat soort bijbelverhalen allegorisch te lezen.
In de islamitische wereld was dat niet anders. De uitspraak van de profeet, bijvoorbeeld, dat de ondergaande zon naar Gods Troon gaat en er zich in aanbidding neerlegt vooraleer uit het Oosten weer op te komen, werd door niemand ooit letterlijk genomen.
Daarnaast is het ook belangrijk dat een werkelijk letterlijke lezing niet per definitie tot geweld leidt. Wie bijvoorbeeld de passages rond strijd in de Koran opzoekt, zal al snel merken dat het zo goed als altijd om ‘verdedigend’ geweld gaat. Geweld wordt er enkel gelegitimeerd als verzet tegen onrecht en ingeperkt door randvoorwaarden, zoals het verbod op doden van burgers en het correct behandelen van krijgsgevangenen.
Zelfs het befaamde ‘zwaardvers’ – dat in een niet historisch-contextuele lezing volgens sommigen expliciet lijkt op te roepen om ongelovigen te lijf te gaan – wordt meteen gevolgd door de volgende verzen: “Maar als ze berouw tonen, geregeld bidden en aalmoezen geven, geef hen dan de vrije ruimte. Want Allah is vaak-vergevend en uiterst barmhartig. En indien één van de afgodendienaren om jouw bescherming vraagt, biedt hem dan deze bescherming zodat hij het woord van God kan horen; en breng hem dan naar een veilige plaats – aangezien zij onwetend zijn.” (Surah 9, vers 5-6)
Daarnaast is de Koran op heel wat plaatsen erg duidelijk dat de rechtvaardigheid van gangbare wetten het misschien wel toelaat om onrecht te bestraffen – en soms met geweld – maar dat vergiffenis en mededogen uiteindelijk de voorkeur verdienen.
Slechts één voorbeeldje daarvan is: “Het vergelden van kwaad kan gebeuren door te handelen in overeenstemming met het kwaad dat werd aangedaan. Maar diegenen die vergeven en de relatie herstellen, zullen door God beloond worden. Indien iemand onrechtvaardig behandeld werd en vervolgens zichzelf wreekt, kan hem weinig kwalijk genomen worden. Schuld treft diegene die onderdrukt en het land terroriseert. Voor hen zal er een eeuwige straf zijn. Maar diegene die met geduld weerstaat en vergeeft, handelt in overeenstemming met de goddelijke wil.” (Surah 42, vers 40-43)
Wie de Koran dus werkelijk letterlijk wenst te nemen en zo veel mogelijk aan ‘de wil van God’ wenst te voldoen zou net heel wat geweldloosheid en vergevingsgezindheid moeten tonen. Daarin is de Koran wel heel ‘letterlijk’. (Alle hoofdstukken, behalve één, beginnen trouwens met het aanroepen van God als de Eeuwig barmhartige en Vergevende.)
Wie daarentegen op zoek gaat naar verzen die militair optreden vergoelijken, die moet heel wat interpretatie toepassen. Die moet een keuze maken van heel specifieke passages en een (letterlijke) lezing van de begrenzende verzen die er onmiddellijk op volgen, achterwege laten. Het probleem is dus niet een ‘literalistische lezing’ maar wel een ‘militaristische lezing’ van de Koran.
Maar waar komt zo’n lezing vandaan? In elk geval niet uit de traditionele vormen van religieuze interpretaties. In lijn met zowel de symbolische als de letterlijke betekenis van de verzen in de Koran, bepleitte de meerderheid van de klassieke islamitische juristen en exegeten een begrensde vorm van geweld en een gerichtheid op vrede.
Wanneer we echter weten dat de gevolgen van de Amerikaans-Britse invasie in Irak lang voor de opkomst van Daesh (IS) meer dan 1 miljoen slachtoffers maakte en 4 miljoen vluchtelingen op de been bracht, wanneer we weten dat de top van Daesh uitgemaakt wordt door figuren die hoge militaire functies uitoefenden onder het regime van Saddam, wanneer we weten dat de oranje kledij van hun gevangenen een rechtstreekse verwijzing is naar Guantanamo, wanneer we weten dat Daesh niet louter overleeft op ideologie maar hun voortbestaan grotendeels bestendigd wordt door een internationale handel in olie, dan lijkt een militaristische lezing van een fenomeen als Daesh uit een heel andere context voort te vloeien.
Een militaristische lezing van eender welke Heilige Schrift, vloeit niet vanzelf voort uit de teksten. Het is een lezing die ontstaat in een amalgaan van gewelddadige factoren en die pas de kop op steekt wanneer men (al dan niet bewust) blind wordt voor de geweldloze tegenstem in de teksten.
Ook voor christenen is dat natuurlijk zo. De bijbel biedt heel wat passages die aanzetten tot geweld kunnen legitimeren (en die ook dikwijls militaristisch zijn geïnterpreteerd). Maar wie een werkelijk letterlijke lezing van het Evangelie aanhoudt, kan er niet omheen dat Christus bijzonder onomwonden stelt dat het allereerste gebod erin bestaat God te beminnen en dat het tweede gebod daaraan gelijk is, met name “uw naaste beminnen zoals uzelf”. (Mt. 22: 37-39) In een écht letterlijke interpretatie moeten alle andere geboden en verboden dan ook aan deze twee geboden getoetst worden.
Dit alles is echter niet louter een ‘wist-je-datje’ over de theologie van Daesh of andere extremisten. Het gaat veel dieper dan dat. Want net zoals we heilige teksten militaristisch kunnen lezen, kunnen we ook de gehele werkelijkheid militaristisch lezen.
Wanneer we de actualiteit en de geschiedenis in louter militaristische termen lezen, dan zullen we enkel militaire oplossingen aandragen. Wanneer we echter de actualiteit en de geschiedenis in een meer holistisch perspectief plaatsen, kunnen we misschien andere mogelijkheden zien en vredegerichter worden. Want dan kunnen we ook naar geweldloze figuren verwijzen, zoals Mahatma Gandhi, Martin Luther King en Abdal Ghaffar Khan. En dan kunnen we, net als die figuren, onze inspiratie voor meer vredegerichtheid grotendeels halen uit… jawel… heilige boeken.
Wow! Eindelijk iemand die het begrijpt en ook nog eens goed kan verwoorden 😀
Dank voor dit heldere artikel
Ik zal u even uit de droom helpen. Het probleem van IS is niet zozeer dat ze de koran letterlijk nemen, maar de hadith. Dat is een groot verschil, en dat word niet vermeld in dit artikel.
een letterlijke lezing vloeit voort uit de post-Irak situatie? De Koran letterlijk nemen tot op de letter betekent ook dat je kruisigt, welteverstaan diegenen “die oorlog tegen Allan en Zijn gezant voeren”. Betekent ook dat je zweepslagen geeft in 2015, dat betekent ook dat kruisiging is toegestaan als straf en daarmee zeer problematisch is. Betekent ook dat je geen enkel onderscheid maakt tussen religie en staat; in de Koran wordt dat ook nergens gedaan en expliciet geeft Allah orders behalve je aanbidding ook straffen te implementeren in de maatschappij op overtredingen bijv. Betekent ook dat je religieuze minderheden van het boek dwingt een jizyabelasting te betalen. Dit is zeer problematisch in 2015 waarin we uitgaan van gelijk burgerschap. IS dwingt christenen in Irak en Syrie ook deze belasting te betalen of op te rotten. En op basis van een letterlijke lezing van de Koran komen Jezidisch niet in aanmerking omdat ze niet tot het boek behoren. Die moeten bekeren of dood. De letterlijke lezing van de Koran betekent ook dat een lichte tik tegen vrouwen is toegestaan. Waarom haalt de auteur deze punten niet aan?
De letterlijke lezing waar IS zich op baseert komt voort uit de jurisprudentie oftewel fiqh. Jihad al-talab oftewel offensieve jihad is ook gewoon door de wetscholen in de soenni-islam een belangrijke opinie. Imam Shafi’i had die opinie dat offensieve jihad gewoon perfect was bijv. Helemaal niets met guantanamo te maken of enkel wahabisme bijv. Hoe is het Islamitische rijk verspreid? Abu Bakr en Umar hebben direct de offensieve jihad ingezet en men is tot diep in noord-afrika doorgedrongen. Oqba bin Nafia was gedreven als wat om heel N-Afrika te veroveren totdat ie pas bij Gibraltar aankwam. Offensieve jihad; iets wat IS ook gewoon doet als ze aan gebiedsuitbreiding doen en verwijzen naar oude fiqh zoals Imam Shafi en de daden van nobele metgezellen als Abu Bakr of Umar die geheel Perzie veroverden. Metgezellen die door alle soennieten in ieder geval flink geprezen worden.
Het hele punt gaat eraan voorbij dat al direct in de vroegste historie en vorming van de Islam als religie nooit enkel de Koran als leidraad werd genomen maar de Koran in vrijwel alle facetten werd aangevuld door de “soennah”, die men voor het grote deel uit overleveringen van de profeet haalde. En zo werd een web van jurisprudentie gevormd met een methodiek hoe deze twee bronnen te interpreteren. Het is onzinnig om de Islam als religie opeens enkel op de Koran te gaan beoordelen; nergens in de normatieve sjitische of soennitische Islam baseert men zich enkel op de Koran namelijk. Het is eigenlijk misleidend als je een punt wil maken dat “IS niets met de Islam heeft te maken”. Enkel de rituelen van het gebed kan je niet eens uit de Koran halen en worden aanvullend bepaald door overleveringen, laat staan de hele sira (biografie) van de profeet waar Moslims vele zaken uit halen al 1400 jaar. Maar zelfs als je je enkel op de Koran wil focussen mbt een letterlijke lezing ervan kom je flink in de problemen als je daarnaar wil leven anno 2015. De voorbeelden heb ik genoemd.
In de reactie van Ex-Moslim zit meer realiteitszin dan het hele artikel van Jonas Slaats. Alleen als je verder wilt blijven dromen kun je krampachtig proberen om de argumenten van Ex-Moslim te weerleggen, maar dat is tevergeefse moeite. Zijn argumenten staan namelijk als een huis.
Het nogal artikel van Slaats valt in vier delen uiteen:
(1) de vraag of (iedere) letterlijke lezing van de Islam noodzakelijkerwijs tot de ISIS ideologie leidt
(2) de bewering dat geweld in de Koran verdedigend van aard is
(3) de constatering dat de ISIS ideologie alleen teruggevonden kan worden door een militaristische lezing van de Koran
(4) een motivering (bijna een vergoelijking) van de militaristische lezing
(5) een gratuite en zalvende uitleiding
Ad (1). Wat Slaats schrijft is waarschijnlijk vanuit het oogpunt van Koranstudie relevant, maar wat werkelijk belangrijk is wordt elders verwoord. In de Volkskrant staat een interessant artikel van Halim El Madkouri (arabist en islamoloog) dat hiermee te maken heeft:
http://www.volkskrant.nl/opinie/is-is-in-niets-strijdig-met-de-islam~a4198848/
Belangrijkste punt is dat volgens El Madkouri _niets_ wat ISIS doet _in tegenspraak_ is met de Islam, ongeacht of deze nu letterlijk of niet letterlijk genomen wordt. Voor alles van ISIS doet en zegt kan je een rechtvaardiging vinden in de Koran. En het daarmee bekleden met een religieus sausje.
(2) De bewering dat geweld in de Koran “verdedigend” van aard is volslagen irrelevant voor wat Islamitische gelovigen doen in militair opzicht. De verovering van het Arabisch schiereiland en de verdere (militaire !) expansie in het Middenoosten ging *in naam van* het Islamitisch geloof. Slaats’ focus op theologie is misschien zijn vak, maar zegt helemaal niets over het verband tussen Islam en geweld door Islamieten.
(3) De constatering dat slechts een militaristische lezing leidt tot de ideologie van ISIS onderschrijf ik.
Het toont tevens aan dat je met boeken als de Bijbel en de Koran echt alle kanten op kunt. Je kan er eigenlijk altijd wel een rechtvaardiging in vinden voor wat je toch al van plan was. Of inspiratie opdoen voor verderf, of zelfopoffering, geheel naar keuze. De Islam noch de meer Bijbelse geloven zijn uit zichzelf (automatisch) vredelievend.
Dit is dan ook wat mij tegenstaat aan dit soort religies. Het geeft gelovigen een “legitimatie” voor alles wat zij kunnen ondersteunen op basis van religieuze teksten, en nodigt daarbij sterk uit om het eigen geweten uit te schakelen en ondergeschikt te maken aan exegese van de een of andere tekst.
(4) Ik wordt nogal kriegel van Slaats’ nogal gratuite verwijzing naar slachtoffers van de VS/UK invasie van Irak.
Als ik naar https://en.wikipedia.org/wiki/Casualties_of_the_Iraq_War kijk, dan zie ik dat ca. 10% van de slachtoffers door oorlogshandelingen van de VS/UK om het leven kwamen, en de rest door sektarisch geweld dat de kop opstak doordat de repressie van Saddam Hoessein’s bewind wegviel. Het waren vooral Iraki’s die door andere Iraki’s omgebracht werden. Daarnaar verwijzen als rechtvaardiging voor een militaristische lezing van de Koran die terrorisme goedkeurt is m.i. echt te kort door de bocht.
Vooral als je je realiseert dat het regime van Saddam Hoessein:
(a) er een was van uitzonderlijk harde en bloedige repressie tegen zijn eigen burgers
(b) oorlogen begonnen is tegen zijn buurlanden (Iran, Koeweit) en de oorlog tegen Koeweit gewonnen heeft
(c) massavernietigingswapens (chemische) inzette tegen burgers, en dreigde een kernwapen te ontwikkelen
Zo beschouwd ligt een rechtvaardiging van de VS/UK invasie van Irak voor de hand.
Dat afgedankte officieren van de verslagen dictator een tweede carriere als terrorist prefereren boven een moeilijke terugkeer naar de burgermaatschappij kan dan vanuit hun optiek begrijpelijk zijn; Slaats’ “invoeling” in deze stuit mij tegen de borst.
(5) In zijn zalvende uitleiding heeft Slaats het over “vredegerichter” werken. Tsja.
Misschien dat hij dat de vermoorde Koerden, Jezidi’s, en andere moslims die toevallig de ideologie van ISIS niet onderschrijven eens zou kunnen vertellen.
Ik vrees echter dat de doden onder de slachtoffers er niets aan hebben, dat de levenden van mening zijn dat het in de huidige een recept is voor zelfmoord, en dat de enige bescherming van lijf en leden die zij kunnen krijgen gebaseerd is op wapengeweld tegen ISIS.
Slaats zal een prima theoloog zijn, voor bruikbare tips om het er levend af te brengen vis-a-vis ISIS moet je niet bij hem zijn. Niet in het Midden-Oosten en niet hier.
Ik vraag mij af of Josanna (de eerste reactie op het artikel van Jonas Slaats) de reacties van Ex-Moslim en Jodocus heeft gelezen. Zo ja, dan is zij om de oren geslagen met een dosis realiteitszin die haar bruut heeft wakker geschud. Haar ‘happy smiley’ is nu waarschijnlijk niet zo happy meer.
Dat fundamentalisme niet letterlijk lezen is, lijkt me een uiterst belangrijk inzicht.
In bijgaande recensie heb ik dat ook verdedigd.
Martijn de Koning, Joas Wagemakers, Carmen Becker, Salafisme. Uitgeverij Parthenon 2014.
De drie auteurs zijn afkomstig uit verschillende disciplines en werkzaam aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Na een definitie van wat salafisme is: een reformistische beweging die het tijdperk van de eerste volgelingen van Mohammed idealiseert, wordt een onderverdeling in drie typen voorgesteld: de quietisten die zich afzijdig houden van politiek en van geweld; de politieke salafisten; en de jihadisten. Aan de eerste groep had Wagemakers al een Engelstalige publicatie gewijd: The quietist Jihadi. De laatste groep interpreteert de jihad als gewelddadige strijd, met name tegen die regeringen die islamitisch zijn, maar niet de strikte islam aanhangen van de salafisten. Het boek biedt vervolgens een historische schets van het salafisme waarbij paradoxaal genoeg de rijkdom van de oliestaten sterk heeft bijgedragen tot verbreiding ervan. De leer van het salafisme benadrukt zo sterk de eenheid van God, dat allerlei opvattingen over God inclusief de joodse en christelijke, alsook verering van heiligen en het toeschrijven van eigenschapen aan God niet slechts afgewezen worden, maar als regelrechte afgoderij worden bestempeld. Een kerngedachte is dat de staat niet slechts neutraal of enigszins islamitisch dient te zijn, maar volstrekt islamitisch, zodat elke afwijking als afgoderij bestempeld kan worden en met geweld bestreden dient te worden. Deze studie behandelt salafisme zowel in de moslimwereld alsook in Europa. De centrale betekenis van het internet bewijst dat salafisme niet gelijkgesteld kan worden met conservatisme of traditionele islam en krijgt dan ook een apart hoofdstuk. Interessant is de positie van het salafisme in Nederland dat als geseculariseerde samenleving een bijzondere positie in het gebied van oorlog betekent. In de conclusie wordt ingegaan op missie, gender en de verhouding to de kunst.
Een bijzondere kwestie waaraan dit boek aandacht besteedt is de wijze van Korangebruik door salafisten. Te vaak wordt achteloos gezegd dat fundamentalisten de Koran letterlijk nemen, maar dat verheldert zo goed als niets. Onder afwijzing van veel traditonele geleerdheid en pluralistische uitlegtradities behelst het fundamentalisme een radicaal transformerende leeswijze die vervolgens als enig ware wordt geponeerd. De Koran spreekt over “wie niet oordelen volgens wat God heeft neergezonden ongelovigen zijn”(5:44). Hier wordt duidelijk hoe de salafisten een transformatie van de Koran bieden: zij lezen niet ‘oordelen’, maar ‘regeren’ en zien in dit vers een veroordeling van alle regeringen die niet strikt islamitische zijn (p. 57). Hier had de analyse nog verder gevoerd kunnen worden. De context van dit citaat in de Koran maakt immers duidelijk dat met: “wat God heeft neergezonden” helemaal niet de Koran is bedoeld, maar de Torah, die richtlijn en licht genoemd wordt. Het vers vermaant de joden om te oordelen volgens hun openbaring! Deze uitermate positieve strekking aangaande het jodendom wordt in de salafistische uitleg (die we ook in The Neglected Duty van de Egyptische fundamentalist Faraj vinden en waarschijnlijk afkomstig is van de terreurgroep Takfir wa-Hidjra) volledig verdonkermaand. De uitleg van dit vers wordt zo een “license to kill”, in dit geval president Sadat. De eist van een islamitisch regering waarover de Koran niet spreekt, wordt een hoeksteen van de salafistische uitleg van de Koran.
Dit boek biedt door zijn interdisciplinaire aanpak een uitstekend inzicht in het verschijnsel van het salafisme en weet het massieve concept ‘fundamentalisme’ behoorlijk te nuanceren en in perspectief te plaatsen. Het had een redactionele bewerking wel verdiend: de stijl is dikwijls moeizaam en de achterflap bevat al twee taalfouten. Dit doet echter aan het belang van de inhoud niets af.
Marcel Poorthuis