Deze avond was bedoeld voor verdieping van wat in de viering aan de orde was gekomen, en voor gesprek. Frieda vertelde over het boek Flexibel Geloven, zingeving voorbij de grenzen van religies dat zij en Manuela Kalsky geschreven hebben en beiden vertelden we over onze religieuze opvoeding en de keuzen die we maakten. Toen Frieda en ik startten met een aantal vragen aan het publiek (“Wilt u gaan staan als het antwoord op de vraag ‘ja’ is?”) bleek de interesse, en kennis en betrokkenheid bij meerdere religies heel groot. Dat sloot goed aan bij de cijfers die Frieda aanhaalde uit het onderzoek van Motivaction naar meervoudige religiositeit. Daar bleek, vertelde Frieda, dat van alle volwassen Nederlanders er 29% betrokken is op meerdere religies. Dat ik zelf bij de 1% behoor die echt ook voor 2 religies tegelijk gekozen hebben, dat geeft aan de meeste mensen vooral interesse hebben in religies, eerder dan zich eraan te willen binden.

De mevrouw die vroeg of het niet allemaal in het christendom te vinden was wat ik zocht, gaf de aftrap voor een intens gesprek. Want waar zit het verschil dan in. In alles wat er gezegd kan worden over de inspiratie die voor mij het boeddhisme betekent zou je parallellen in het christendom kunnen aanvoeren.  Maar de vraag is, wat mij betreft niet, of het Christendom het allemaal al in zich heeft. Toen ik het boeddhisme leerde kennen was ik aangenaam verrast door de combinatie van scherpzinnige heldere waarneming en praktische tips en wenken om je dagelijkse bewustzijn mee te voeden. Tegelijk heb ik altijd van de naastenliefde en de betrokkenheid op de wereld gehouden, waar het Christendom ons op wijst. Het kleine beetje Jodendom dat ik volgde leerde mij luisteren, leren en tegelijk vragen stellen, precisie na te streven. Het nog kleinere beetje Islam dat ik volgde leerde mij over overgave.

De ene religieuze traditie is niet beter dan de andere, niet méér waar. Tegelijk is het niet zo dat alle religies ‘eigenlijk’ over ‘hetzelfde’ gaan, nee. Religies zijn inwijdingswegen, die een mens inwijden in het mysterie van bestaan. Elke weg is uniek en welke weg je ook kiest: de volgelingen van alle religies ontdekken waardevolle zaken, ervaren zin en maken net zo goed tijden mee van zware twijfel, wanhoop en teleurstelling. Iedereen heeft moed nodig en doorzettingsvermogen, toewijding, geduld en een groot vertrouwen in de leer en de leraren.

Er wordt waarheid gevonden in het christendom, dat beaam ik. Er wordt waarheid gevonden in elke religie. Maar de ultieme waarheidsclaim van één religieuze traditie als de enige ware, dat is een keurslijf, dat is fundamentalisme.

Wat kan het ons dus geven, die openheid voor andere religies? Allereerst geeft het ons het lef om afstand te nemen van de wens het zeker te weten, de wens over een sluitende theorie of goed klinkende verklaringen te beschikken. Die openheid alleen al is waardevol omdat die openheid nieuwe werelden laat zien, nieuwe benaderingen. Juist omdat ze vragen stelt bij vanzelf­sprekendheden biedt ze nieuwe perspectieven op aloude vragen, en ook je eigen religieuze overtuigingen krijgen een nieuwe impuls. Daarom is die binding aan meerdere religies waardevol.

Voor mij persoonlijk betekent mijn dubbele binding dat ik zondags in de kerk ben en vaak voorga en dat ik ook iedere ochtend mijn boeddhistische rituelen doe, waaronder de boeddhistische toevluchtsname. Ik neem toevlucht tot de Boeddha, en dat voel ik tot in het diepst van mijn lijf – de basis van leven, de vonk die levensenergie geeft. Ik neem toevlucht tot de Dhamma, de leer, maar daarmee neem ik toevlucht tot het besef dat inzicht en weten mogelijk zijn, überhaupt, als fenomeen: wij hebben een zintuig voor waarheid en die voel ik in mijn hart. Ik neem toevlucht tot de sangha, dat wil zeggen de gemeenschap, de werkelijkheid die leerzaam is en goed – en ik besef dat mijn huid geen grens is maar alle invloeden doorlaat, beide kanten op. Iedere ochtend starten met het besef van deze drie basiskwaliteiten in het leven geeft me vertrouwen en een start van de dag met een glimlach en een opgewekt gemoed.

Een ander onderdeel van mijn ochtendritueel is het benoemen van de vier perfecties. Dit zijn vriendelijke aandacht, compassie, medevreugde en gelijkmoedigheid. Dit zijn geen deugden om na te streven, waarvan je weet dat je altijd zult blijven falen, nee het zijn deugden om je te herinneren. De mate waarin je ze incorporeert, laat je met steeds meer heldere kracht en zachtheid in het leven staan.

Ik sluit mijn ritueel af met een korte meditatie. Voor het boeddhisme is niet de meditatie de basis van de religie, maar het geven. Meditatie is ontwikkeld voor de monniken en nonnen. De gewone mens kan zich uitstekend oefenen door te geven, materieel en immaterieel. Door echt te geven beoefen je ook meditatie. Juist omdat mijn hoofd zo vaak bezet is door gedachten, interpretaties en oordelen staat dat een zuivere gift van mij aan jou in de weg. De essentie van meditatie is dat zodra je doorhebt dat je geest bezet is, het verdwenen is – dan is er, al is het maar een fractie, helderheid en openheid. Dus zodra ik In het contact met jou weet wat me beklemt – ben ik vrij, kan ik jou echt aandacht geven, echt luisteren en dus ook echt contact maken. Zo kan ik mijn aandacht geven, mezelf geven.

1529864636123

Diana Vernooij

Diana Vernooij is sinds 1992 voorganger bij oecumenische basisbeweging De Duif in Amsterdam. Ze nam in 2008 toevlucht bij Ven. Dhammananda …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.