Dat kan voor sommigen wat eigenaardig klinken, maar toch is het zo. In het christendom is Christus zelf de openbaring en ‘getuigt’ het Nieuwe Testament van die levende openbaring. In de islam, daarentegen, is Mohammed een normale mens. Een mens die uitzonderlijk deugdzaam leefde, maar op elk moment in alle opzichten wel heel erg menselijk bleef. En deze mens ontving een openbaring die uiteindelijk opgeschreven werd in de Koran. De essentie van de islamitische openbaring zit dan ook in de Koran en niet in Mohammed.
Uiteraard zorgt dit basisverschil voor heel wat andere essentiële theologische verschillen. Zo is het voor moslims bijzonder moeilijk om Christus als een openbaring te beschouwen en is een concept als de drie-eenheid onmogelijk. In hun ogen is Jezus slechts één van de vele profeten – maar dan wel een bijzonder belangrijke profeet.
Voor christenen is het dan weer moeilijk om te aanvaarden dat God zich nog een keer openbaarde en op een andere manier. In hun ogen is de Koran slechts één van de vele boeken uit andere religieuze tradities – maar dan wel een problematisch boek.
Dat basisverschil keert ook terug in één van de typische publieke debatten die te pas en te onpas de kop opsteken. Van tijd tot tijd wordt immers weer opgeworpen dat moslims in de wijze waarop ze omgaan met de Koran een grote nood hebben aan een exegese. Voor christenen lijkt het immers alsof ze de historiciteit van de Koran negeren. Christenen slaan zichzelf dan op de borst met hun uitgebreide bibliotheek van academische exegese en doen alsof moslims nog in de Middeleeuwen leven omdat ze vasthouden aan de goddelijkheid van de Koran en omdat ze weigeren die als een mensenwerk te zien.
Men maakt op dat vlak echter een denkfout. Geloven dat de Koran wezenlijk een goddelijke openbaring is, houdt niet per definitie in dat moslims niet in staat zouden zijn om kritisch met de Koran om te gaan. Om te begrijpen hoe dit mogelijk is hoeven we, ironisch genoeg, alleen maar naar de christelijke exegese te kijken. Want hoewel christenen nog steeds geloven – zoals ze altijd gedaan hebben – dat Christus niet slechts mens was, maar op één of andere manier ook goddelijk, heeft dit de christelijke traditie er niet van weerhouden om kritisch en historisch om te gaan met Zijn woorden en daden. Maar hoe kritisch – en soms zelfs hyperkritisch – allerhande academici ook waren over het ‘historische leven’ van Jezus, toch betekent hun onderzoek niet noodzakelijk een aanval op de doctrine van de drie-eenheid.
Hetzelfde geldt voor de islamitische kijk op de Koran. Hoewel de grote meerderheid van de moslims de Koran als een reële goddelijke boodschap beschouwt, weerhoudt dat hen er niet van de openbaring in haar context te verstaan, te zoeken naar historische kennis die hun blik op bepaalde passages verruimt of een onderscheid te maken tussen verzen die meer gebonden zijn aan een bepaalde plaats en tijd en verzen met een meer universeel karakter.
Bovendien, net omdat de profeet altijd louter als een mens bekeken werd, kent de islamitische traditie eigenlijk een veel langere geschiedenis van kritisch omgaan met het leven van Mohammed. De verzamelingen van de Hadith zijn daar een mooi voorbeeld van. De Hadith zijn de verslagen van de woorden en handelingen van de profeet. En aangezien er een enorme hoeveelheid van die verhalen en citaten circuleerde, hebben heel wat geleerden uitgebreid onderzoek gedaan om na te gaan of de Hadith authentiek waren of niet. Om die authenticiteit te achterhalen, werd de ‘overleveringsketen’ bekeken, dat wil zeggen dat ze uitvlooiden of de wijze waarop een bepaalde Hadith van de ene persoon op de andere werd doorgegeven wel betrouwbaar was.
Hoe uitgebreid dit historische en wetenschappelijke onderzoek van moslims ook was, het leidde er niet toe dat men het geloof in de openbaring achterwege liet. Geloof in de openbaring is nu eenmaal iets anders. Het is een overtuiging dat God zich kan openbaren op een manier die uiteindelijk aan wetenschappelijk onderzoek ontsnapt. Het is een overtuiging dat de menselijke geschiedenis door het goddelijke doorboord kan worden.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in ‘Soefi’s, Punkers & Poëten. Een christen op reis door de islam’. Klik hier voor meer uitleg over het boek.
Wie was Jezus?
Was Jezus enkel een profeet wiens autoriteit zich laat vergelijken met die van Mozes, Boeddha, Mohammed en andere religieuze leiders?
Jezus verkondigde zelf dat hij in uniek opzicht de Zoon van God was, Johannes 10: vers 36; Mattheus 16: 15- 17, de voorzegde Messias, Markus 14: 61- 62, dat hij een voormenselijk bestaan in de hemel had gehad!