Mohammed Charaa, bekend van onder andere Shouf Shouf en de serie Goudkust, gaat nog even door met voorbeelden noemen van de wisselende rollen die je moet aannemen om je overal geaccepteerd te voelen. Hij doet dit als de Marokkaanse Ab, een ietwat gefrustreerde ambtenaar wiens grootste frustratie zijn verschrikkelijk bemoeizuchtige schoonmoeder is.
Het is Sinan Eroglu, die kort een gastrol had in GTST, die na deze tirade “Huup huup barbatruc” roept. Hij doet dit in zijn rol als kapper Kemal. De zaal ligt dubbel, maar dat liggen ze eigenlijk na elke uitspraak van Kemal. Niet zozeer om wat hij zegt, maar om de manier waarop hij het zegt. Kemal, een van de twee Turken in het stuk, gebruikt Oudhollandse termen en uitdrukkingen, maar doet dit alles net verkeerd en met een typisch Turks accent. Het klinkt flauw, maar aan de zaal te horen werkt die combinatie wel.
Succes van accentjes en dansje
Dat over de top strooien met typerende accenten en het spontaan starten met grappige dansjes gaat de volle twee uur door. Fahd Larhzaoui, die onlangs op de planken stond met het stuk Schijn en ook de hoofdrol had in Ik Driss, de musical, kan dat wat Kemal kan ook, maar dan met een Marokkaans straattaalaccent. Alleen doet hij dat slechts als hij een typetje neerzet, dat doet hij meerdere keren in het stuk. Die typetjes passen goed bij zijn rol: een werkloze acteur, die alleen teert op een klein soaprolletje in het verleden.
Toprak Yalciner, bekend van GTST, hoeft geen Turks of Marokkaans accentje te doen. Wel gebruikt ze als de moderne succesvolle bussinessbabe Esra veel irritante Engelse powerquotes. De mantra The truth will set you free zit uren na de voorstelling nog steeds in mijn hoofd.
Atatürk en Sneijder
Ik lag trouwens niet dubbel bij “Huup Huup Barbatruc”. Het stuk gaat namelijk over vier dertigers. En als midden twintiger ben ik niet opgegroeid met Barbapapa, maar Wikipedia vertelt mij dat de Barbapapa’s konden wisselen van gedaante door die spreuk uit te spreken. Dat de vier acteurs dit in het stuk gebruiken is typerend voor het hele stuk, waarin typisch Nederlandse zaken worden gemixt met typisch Turkse en Marokkaanse zaken.
Vanaf het moment dat de gordijnen opengaan wordt dat overkoepelende thema van ‘opgroeien tussen twee culturen’ duidelijk gemaakt door de twee grote idolen van kapper Kemal. In zijn kapsalon, de plek waar de vier vrienden in het stuk samenkomen, hangen twee portretten: die van de eerste Turkse president Kemal Atatürk en een van de Nederlandse voetballer Wesley Sneijder.
Bij Esra wordt dit duidelijk door het dilemma van een zelfstandige topvrouw willen worden en een vader die wil dat ze trouwt met een man, die ze niet ziet zitten. En bij Fahd komt dat terug door de rollen die hij aangeboden krijgt: als straat-Marokkaan of crimineel is hij welkom, als Romeo niet. Zelfs discriminatie op de arbeidsmarkt wordt zijdelings benoemd.
Herkenbare thema’s
En hoewel dit grote en zware thema’s zijn, is het twee uur lang lachen. Toch blijken deze onderwerpen wel opgemerkt te zijn door het publiek. Mohammed en Faysel, twee Amsterdamse jongens die exact tot de doelgroep van het stuk behoren, want in de dertig, Marokkaanse achtergrond en opgegroeid in Amsterdam, vinden het stuk heel erg herkenbaar. “Dat je constant een verschillende rol aan moet nemen om geaccepteerd te worden, dat heb ik ook,” vertelt Faysel. De veertigjarige Louisa, een Marokkaanse Amsterdamse, vindt vooral het punt van de bemoeizuchtige schoonmoeder heel herkenbaar. “Dat is echt een ding in de Marokkaanse cultuur.
Senioren
Hoewel het stuk gaat over Turkse en Marokkaanse dertigers bestaat de zaal uit een perfecte afspiegeling van onze hoofdstad. Mensen met een Turkse, Marokkaanse en Surinaamse achtergrond vormen iets meer dan de helft van het publiek. De andere helft is autochtoon. Ook qua leeftijd is het evenredig verdeeld. Er zitten tieners in de zaal, veel twintigers en dertigers, maar ook opvallend veel senioren.
Ik heb minimaal twintig 65-plussers gezien. Vier daarvan zijn Joke, Lyda, Henk en Harry, alle vier om en nabij de zeventig. Ze zijn gekomen omdat ze het belangrijk vinden om meer te weten te komen over allochtonen. Joke: “Ik hou ook erg van reizen, maar deze mensen wonen ook gewoon in deze stad, ik wil wel weten hoe zij over het leven denken.” De twee stellen zijn vaker naar dit soort stukken geweest, zo ook in het verleden naar De meiden van Halal. Hoewel ze totaal niet tot de doelgroep behoren vermaken ze zich zeker. Harry: “We hebben erg moeten lachen.”
‘Inside grappen’
Michiel Voet, die samen met zijn tienerdochter is komen kijken, bezoekt de voorstelling beroepsmatig. Hij werkt aan decors, veel theaterstukken in Amsterdam. “Meestal zijn de bezoekers voor 100% autochtoon, zo’n gemixt gezelschap zie je zelden.” Hij wijt dit dan ook aan de cast en crew van Kapsalon. “Ik ken regisseur Bart Oomen en hij luistert ook naar de acteurs. Om die reden zitten er ook echt ‘inside grappen’ in vanuit de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland.” Vader en dochter zien dit beiden als iets positiefs, al hebben zij om die reden wel enkele grappen gemist.
Nieuwe generatie allochtoon talent
Kapsalon de Comedy is meer dan alleen een comedy, het biedt een kijkje in het leven van Marokkaanse en Turkse dertigers. En dat scoort. Bij de allochtonen omdat ze zich eindelijk eens herkennen in een verhaal en bij autochtonen om iets te zien wat allochtonen zelf willen laten zien.
Ik denk dat het te scharen valt in een grotere trend van allochtone theatermakers die het heft in eigen hand nemen om hun verhaal te vertellen aan een groot en gemixt publiek. Mijn vader de Expat, een super succesvolle documentaire met een show eromheen, gemaakt door Marokkaanse twintigers die hiermee al voor de tweede keer door heel het land spelen voor uitverkochte zalen. Het stuk Schijn van Fahd Larouzi, over zijn coming-out als homoseksuele Marokkaanse Nederlander. En binnenkort in première: Hijab Monologen, waarin gesluierde Nederlandse moslima’s hun verhaal zullen vertellen op de bühne.
Ik hoop dat de lijst langer en langer wordt. Want op het podium lijdt deze nieuwe generatie creatieve talenten niet aan het syndroom van Barbapapa. Op het podium kunnen ze gewoon zichzelf zijn en hun verhaal vertellen.
Zie ook de blogs Seks is problematisch geworden in de Arabische gemeenschap, Op onze boot geen bloot en Hoe een debat over jihadgangers plots ging over religieuze sausjes en seksueel misbruik van Sheily Belhaj.