Onze levens zijn verbonden

Als de recente toestroom van vluchtelingen een ding duidelijk maakt, dan is het wel dat onze levens wereldwijd met elkaar zijn verbonden. Wat in Syrië gebeurt, heeft direct gevolgen voor het leven in onze eigen dorpen en steden. Maar ook het Zikavirus in Latijns-Amerika geeft in Europa veel onrust. En niet zo lang geleden maakte de klimaattop in Parijs ons duidelijk: onze levens en het lot van de aarde zijn met elkaar verstrengeld.

Intussen gaat onze zoektocht naar leven buiten de planeet Aarde door. Wetenschappers in hightech laboratoria werken aan de meest ingewikkelde medicijnen, veredelen gewassen en sporen alternatieve energiebronnen op. Er zijn robots met menselijke vaardigheden en mensen vergroeien steeds meer met de techniek van smartphones en de computer. Niemand kan in onze tijd nog om de invloed van het internet heen. Het leven verandert elke dag. Maar wat is de toekomst van het leven? En wat is eigenlijk het geheim van leven?

“Het leven glipt ons telkens door de vingers”, zegt cultuursocioloog Gabriël van den Brink. Hij is een van de sprekers in een rondetafelgesprek over het leven, dat onlangs plaatsvond aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). De systematische theologen van de PThU nodigden een aantal collega-wetenschappers uit om van gedachten te wisselen over het veranderende leven in de 21ste eeuw. Door zo’n gesprek met andere wetenschappers willen ze hun gedachten een stap verder brengen want er valt nog veel te leren van elkaar. “We willen graag publieke theologie beoefenen,” zegt één van hen, “de theologie moet binnenstebuiten.”

Het verdeelde huis van de wetenschap

Het rondetafelgesprek levert een ‘achtbaan aan nieuwe ideeën en perspectieven’ op. Alle aanwezige wetenschappers zijn het eens dat dit gesprek waardevol is. Het leven is simpelweg te belangrijk om er niet met elkaar en vakoverstijgend over te praten.

De theologische faculteit lijkt een geschikte plek om door te praten over het leven. Want theologen hebben altijd al de grote vragen van het leven als kern van hun onderzoek gehad. Altijd al deed de theologie haar best om in gesprek te zijn met andere wetenschappen. Maar het rondetafelgesprek confronteert de aanwezige theologen met nieuwe indringende vragen. De wetenschap is in allerlei opzichten ver voorbij de theologie ontwikkeld. Theologen hebben nauwelijks meer zicht op wat zich afspeelt in andere vakgebieden. Dat verraadt een pijnlijk gebrek aan relevantie. Het is dan ook de hoogste tijd dat de theologie zich gaat verdiepen in het onderzoek van andere wetenschappers naar het leven. Alleen zo kan ze ook in de 21ste eeuw op een zinvolle wijze het gesprek blijven zoeken over het leven. Een paar voorbeelden uit het gesprek aan de PThU maken de vragen zichtbaar die andere wetenschappers aan de theologie stellen.

Het leven deel je met de anderen

De mens is een gemeenschapswezen. Die overtuiging leeft al heel lang in de theologie. In de eenzaamheid houdt geen mens het lang vol. Dat gemeenschap belangrijk is voor mensen, daarover zijn alle wetenschappers bij het rondetafelgesprek het wel eens. De moeilijke vraag is echter hoe dat gemeenschappelijke leven het beste vorm kan krijgen. De toestroom van migranten maakt zichtbaar hoe complex de 21ste eeuwse samenleving is geworden. Het werpt de Westerse samenlevingen terug op hun meest fundamentele overtuigingen. Die overtuigingen worden onder meer verwoord in de universele rechten van de mens.

Maar daarmee is lang niet alles gezegd, brengt migratie-expert en jurist Thomas Spijkerboer in. De huidige politieke discussie laat zien dat het nog maar de vraag is of die rechten ook voor ieder mens gelden. Spijkerboer maakt er geen geheim van dat hij sceptisch is over de Europese manier van omgaan met mensenrechten. ‘We zijn op grote schaal bezig met het ontmenselijken van mensen. Kijk bijvoorbeeld naar het huwelijk. In Nederland is dat geen mensenrecht, maar een burgerrecht, het mag niet als je niet netjes bent ingeschreven. Als je met een buitenlander moet trouwen, moet je eerst de juiste papieren en vergunningen krijgen. Daar zou de theologie zeker wat over moeten zeggen.’ De theologie moet dat volgens Spijkerboer doen door te onderzoeken welke religieuze tradities en ideeën de mensenrechten ondersteunen. En daar moeten ze dan ook het debat mee opzoeken.

Homo economicus?

Daarnaast komt ook de doorgeslagen invloed van economie en bureaucratie ter tafel. Te lang en te vaak zijn mensen in de economische wetenschap gezien als de optelsom van hun rationele voorkeuren. Dit beeld van de homo economicus is veel te beperkt, vindt econoom Johan Graafland. Gelukkig is er in de economische wetenschap steeds meer aandacht voor de betekenis van de gemeenschap. Theologen denken echter nog vaak in algemene en verouderde termen over de economische wetenschap. Hun kennis zou opgefrist moeten worden.

Cultuursocioloog Gabriël van den Brink wijst op de beperkingen van de moderne overheid en bureaucratie. Zelf deed hij onderzoek naar de belangrijkste waarden die mensen in het leven drijven. ‘Het merendeel van de mensen vindt het vooral belangrijk om iets voor een ander te kunnen doen of betekenen.’ Dat alles steeds meer in regels en voorschriften wordt vastgelegd, ervaren mensen als een enorme inperking van hun leven. Het helpt niet om het onderlinge vertrouwen te laten groeien. Een regeltjescultuur is schadelijk voor het samenleven. Van theologen vraagt het dat ze nadenken over vrijheid en verantwoordelijkheid.

Leven, een maakbare verzameling cellen?

Je kunt ook naar het leven kijken met een biologische blik. De biologie heeft zich bewezen als een sterke onderzoekstraditie, die heel veel kennis over het leven op aarde heeft opgeleverd. De nieuwste ontwikkelingen in de biologie komen uit de hoek van het onderzoek naar levende cellen. ‘Bekijk je het biologisch, dan is leven een verzameling cellen over plaats en tijd’, zegt moleculair natuurkundige Cees Dekker. Het fascinerende van dit perspectief op het leven, is dat je zo tot in de kleinste bouwsteentjes van ons bestaan kunt doordringen. De kennis over levende cellen is de laatste vijftig jaar zo sterk gegroeid, dat de mens nu dicht bij het punt is om een cel na te kunnen maken. Zulke ‘synthetische’ cellen zijn de grote opgave die Dekker ziet voor de eenentwintigste eeuw. ‘Nog even en we hebben allemaal zulke synthetische vormen van leven in huis. Je gelooft het nu nog niet, maar niemand geloofde vijftig jaar geleden dat we nu allemaal een computer in huis hebben’, zegt hij tegen zijn verbaasde collega’s. Aan theologen stelt dit de vraag wat de betekenis van ‘scheppen’ is. Is dat het maken van iets nieuws, of moet je over de schepping anders denken? De aanwezige theologen hebben wel wat ideeën, maar ze kunnen het nog niet goed verbinden met Dekkers onderzoek.

Het leven is niet maakbaar

De vorderingen in de biologie en de genetica roepen de vraag op of ingrijpen in het leven wel te overzien is. Gabriël van den Brink meent dat we voorzichtig moeten zijn. ‘Na miljoenen jaren van evolutie is onze kennis over het leven nog maar heel jong.’ Maar ook op een andere manier is er kritiek op de gedachte dat het leven maakbaar is. Theoloog Rick Benjamins denkt dat die maakbare en autonome kant van het leven te veel aandacht heeft gekregen. En dat is niet terecht, vindt hij. Het leven is niet zo maakbaar als we dachten en graag zouden willen. Van alle nadruk op zelfontplooiing komen we nu teleurgesteld thuis. Natuurlijk is autonomie een groot goed, maar dat betekent bepaald niet dat je alles naar je hand kunt zetten. Zo is het leven niet. Wat hem betreft mag de theologie over de moeilijke en kwetsbare kanten van het leven best wel eens wat vaker spreken. Juist dat het leven ons is gegeven, mag dankbaar stemmen, meent hij. Zou daar voorzichtige kritiek doorklinken op het onderzoek van Cees Dekker? Ethicus Theo Boer is het in elk geval met hem eens. Uit zijn onderzoek naar euthanasie blijkt wat hem betreft wel dat mensen ook van hun lijden kunnen leren. Soms veranderen mensen van gedachten, en dat vermogen is iets heel bijzonders. Het leren aanvaarden van de grenzen die het leven zelf stelt, is misschien wel een van de moeilijkste opgaven voor de mens van de 21e eeuw.

Het leven is lichamelijk en vol verbeelding

Dat het leven grenzen kent, heeft ook een positieve keerzijde. Het leven is een fragiele lichamelijke kracht, en dat roept verwondering op. Alle voorwaarden zijn op aarde aanwezig voor het leven van planten, dieren en mensen. Dat bijzondere evenwicht komt, voor zover we weten, nergens anders voor. Voor die lichamelijke kant van het bestaan moet in de theologie veel meer aandacht komen, vindt theoloog Heleen Zorgdrager. ‘Want het leven is een seksueel overdraagbare aangelegenheid.’ Mannen en vrouwen hebben daarin een verschillend aandeel. Zorgdrager is er dan ook van overtuigd dat mannen en vrouwen heel verschillend naar het leven kijken. Op dit moment zijn sekse en gender nog altijd een ondergeschoven kindje in de theologie. Een gebrek, vindt Zorgdrager. De vrouwelijke ervaring van kinderen op de wereld zetten, bijvoorbeeld, doet ook iets met hun manieren van denken over het leven. Vrouwen denken over het leven lichamelijker, gelooft Zorgdrager, en dat is winst. Juist als het over het leven gaat, moet je niet te veel met je hoofd in de wolken zitten.

Gabriël van den Brink brengt graag wat evenwicht aan. Het boeit hem dat een mens niet alleen maar een lichaam is, zoals de dieren, maar ook verbeelding heeft. In die verbeelding ligt het vermogen van de mens om boven zijn situatie uit te stijgen, te ‘transcenderen’. Volgens Van den Brink hebben de grote religieuze tradities het altijd moeilijk gevonden om het lichaam en de verbeelding bij elkaar te houden. Naar zijn idee is in het christelijke westen een heel mooie balans gevonden tussen die spanning van immanentie en transcendentie die een mens kenmerkt. ‘Het christelijke geloof in de menswording van God verzoent die twee uitersten met elkaar’, meent hij. Voor theologen roept het de vraag op of mensen en dieren inderdaad verschillend zijn, en wat de betekenis van het verschil is. En hebben juist ook theologen de mens niet veel te lang tegen het overige leven uitgespeeld?

Naar een theologie binnenstebuiten

Het gebeurt niet vaak dat wetenschappers uit verschillende vakgebieden met elkaar over het leven spreken. Dat is een gemiste kans, want er wordt elke dag gewerkt aan relevant onderzoek. De samenleving is er in de 21e eeuw meer dan ooit bij gebaat om die kennis tot haar beschikking te hebben. Het gesprek over de betekenis en gevolgen van de nieuwe kennis en technologie voor het leven moet blijven plaatsvinden. De theologie moet zich hard gaan inspannen om in dat gesprek mee te kunnen blijven praten. Theologen moeten de vraag blijven stellen wat het geheim van het leven is en ze moeten zich blijven afvragen wat God er mee te maken heeft. Argeloos en nog veel nieuwsgieriger dan op het moment gebeurt, moet de theologie zich verdiepen in andere vakgebieden. Want door zo het gesprek aan te gaan, stellen theologen de uiterst belangrijke vraag naar het leven in de 21e eeuw. Het gesprek aan de PThU is het begin. De theologie moet zich binnenstebuiten keren, want alleen dan blijft ze een een relevante wetenschap.

Willem Roskam

Theoloog

Bestuurs- en organisatiewetenschapper. Als predikant ‎verbonden aan de protestantse gemeente ‘Lux Mundi’ te Lexmond
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.