De Amsterdamse herdenking werd in 1992 voor het eerst georganiseerd, door een clubje anti-fascistische jongeren genaamd Nederland bekent kleur. Deze organisatie was kort tevoren opgericht om iets te doen naar aanleiding van een aanslag op asielzoekers in het Duitse Rostock. De plek was het Monument voor het Joods Verzet aan de Zwanenburgwal, hoek Amstel, naast het Stadhuis. Het was geen Joodse organisatie als zodanig, maar er waren Joden actief en Nederland bekent kleur werkte elk jaar samen met Joodse organisaties. In 2000 was er geen herdenking, maar wel een nationale manifestatie, waar de regering (het tweede paarse kabinet-Kok) toe opriep. Een jaar later werd er weer een herdenking gehouden door Nederland bekent kleur en vervolgens tot 2008 niet.

Van 2008 en 2009 waren er vervolgens nog twee keer herdenkingen bij het Monument voor het Joods verzet en vervolgens brak, populair gezegd, de pleuris uit. Joodse organisaties, verzameld in het CJO, het Centraal Joods Overleg, besloten een eigen herdenking te organiseren. Het CIDI, toen nog onder leiding van Ronny Naftaniel, nam de concrete organisatie op zich en maakte het besluit ook bekend. Lees hier een historisch overzicht van publicaties uit die tijd. Achteraf gezien is de rol van Esther Voet interessant, die in 2010 de herdenking van Nederland bekent kleur begint te framen als zou die organisatie de herdenking hebben ‘gekaapt’. Als initiatiefnemer.

Portugese synagoge

Een jaar later, in 2011, later zijn er twee herdenkingen; in 2012, 2013, 2014 ook en in 2015 komen er weer twee. Eentje op de oorspronkelijke plek, bij het monument aan de Zwanenburgwal, maar sinds 2011 georganiseerd door een andere organisatie – en de herdenking van de Joodse organisaties, in de Portugese Synagoge. (Voor de lezers die Amsterdam niet of niet goed kennen; die twee plekken liggen een paar honderd meter van elkaar.) Ik ben niet zo’n bezoeker van herdenkingen en demonstraties, maar dit verhaal heb ik de afgelopen jaren wel gevolgd. Hierbij vallen me twee dingen op.

Ten eerste: de afgesplitsten zijn sinds 2010 met een vrijwel constante campagne bezig om zichzelf te benoemen tot de enige echte organisatoren van de enige echte Herdenking met een hoofdletter H. Het is niet alleen de bedoeling dat de nieuwe herdenking goed wordt bezocht: de oude herdenking moet mislukken en verdwijnen. Daarom worden de bezoekers en de organisatoren zwart gemaakt, ook met terugwerkende kracht. Dit gebeurt op een aantal manieren. Anno 2015 heet de Zwanenburgwal-herdenking in het NIW bijvoorbeeld de ‘schaduwherdenking’. Een andere gebruikte manier is om erop te blijven hameren dat de initiatiefnemers in 1993 zich volledig ten onrechte op de voorgrond drongen om de herdenking te ‘kapen’. De ontstaansgeschiedenis van de Kristallnacht-herdenking in Nederland is hiermee in tegenspraak. Zonder Nederland bekent kleur wás er helemaal nooit een herdenking gekomen.
Een derde manier is om de mensen van Nederland bekent kleur en de opvolger Platform Stop Racisme & Uitsluiting via een methode van ‘schuld door associatie’ te kunnen wegzetten als antisemieten, Jodenhaters, Hamas-aanhangers en in het algemeen als enge, onbetrouwbare mensen. Het is mij zelf ook wel eens overkomen, dat ik een antisemiet werd genoemd, omdat ik ergens was geweest waar ook de voorzitter van Nederland bekent kleur aanwezig was.

PVV

Mijn tweede punt is dat het hier niet gaat om verschillende interpretaties van de historische betekenis van de Kristallnacht. Natuurlijk niet. De historische gebeurtenissen van november 1938 staan hier helemaal buiten. Het gaat om standpunten over Israël, over de Boycot-, Desinvesterings- en Sanctiebeweging en over de relatie tussen antisemitisme en islamofobie. Het is hier van belang te vermelden dat rond 2009 en 2010 in sommige delen van de Joodse gemeenschap werd geflirt met de PVV. Dat is nu voorbij, maar in die tijd had Geert Wilders een redelijke aanhang verworven.
Islamofobie en antisemitisme dus. Hier staan de diverse herdenkers van diverse organisaties recht tegenover elkaar. De ene Jood (plus sympathiserende aanhang) ziet islamofobie en antisemitisme als twee verschijningsvormen van hetzelfde, de andere Jood (plus sympathiserende aanhang) ziet islamofobie en antisemitisme als elkaar uitsluitende fenomenen. Als het mannetje en het vrouwtje die beurtelings uit de ouderwetse klok komen. Het ene standpunt is gebaseerd op het zondebok-denken, waarbij nu eens de Jood, en dan weer de moslim die rol vervult en het dus niet gaat om het Jood- dan wel moslim-zijn, maar om de positie als paria in de samenleving. De andere redenering gaat uit van het idee dat de strijd tegen het antisemitisme de facto een strijd tegen moslims is, aangezien het antisemitisme, in elk geval in deze analyse, in zijn moderne verschijningsvorm als anti-Israëlisme en antizionisme vooreerst van moslims afkomstig is.

Vervolgens gaat het in het geval van de Kristallnacht-herdenking (bent u daar nog?) ook altijd om hoe een organisator of een spreker over Israël denkt. Dit is het morele ijkpunt voor sommige mensen, en dan niet of iemand wel links genoeg is, zoals een buitenstaander van dit particuliere gedoe misschien zou verwachten, maar of men wel rechts genoeg is en wel voldoende openlijke Israël-liefde laat zien.

Wat maakt het nu helemaal uit? hoor ik sommige lezers nu denken. Zelf denk ik dat er niet genoeg Kristallnacht-herdenkingen kunnen bestaan.

Haneen Zoabi

Ik vind ook dat iedereen zijn eigen herdenking moet kunnen organiseren en dat iedereen de vorm maar zelf moet uitzoeken. De houding van de min of meer officiële vertegenwoordigers van Joods Nederland vind ik daarom eigenaardig. Ze steken negatieve energie in het dwarszitten van de organisatoren van een andere herdenking. Nadat de burgemeester van Amsterdam een poging had gedaan om de strijdende partijen weer bij elkaar te brengen, en nadat die mislukte, hebben de oorspronkelijke organisatoren het ook maar opgegeven. Zij nodigen nu voor de editie 2015 het Israëlische parlementslid Haneen Zoabi uit. Waarmee zij definitief de handdoek in de ring gooien om ooit nog samen met ‘de anderen’ een gezamenlijke herdenking te kunnen houden. Van alle critici van het Israëlische beleid is Haneen Zoabi, de linkse, feministische, antizionistische en zeer uitgesproken vertegenwoordigster van de Palestijnse minderheid in Israël, een van de meest dappere politici – en als zodanig is zij een symbool van alles waar rechts Israël tegen fulmineert. Zoabi is, als lid van de Knesset namens de Verenigde Arabische Lijst, een interessante vertegenwoordigster van het veelkleurige politieke landschap in Israël: ook zij vertegenwoordigt Israël, al is dat misschien tegen wil en dank – en ik ga me ook zeker voornemen naar haar te luisteren; maar het is wel een provocatie, want als er nu iemand de woede opwerkt van de gevestigde orde, en van al die zelfbenoemde niet-joodse vrienden van Israël, is zij het wel. En met de Kristallnacht als historische gebeurtenis heeft Haneen Zoabi natuurlijk niks te maken; haar punt is de moderne staat Israël en de apartheid die er daar heerst. Ik begrijp dat de organisatoren ook wel eens een statement willen maken na al dat gezeur van het CIDI van de afgelopen jaren, maar het lost niets op. De muren van wederzijds onbegrip worden slechts hoger opgetrokken.

En weer valt de boel in Joods Amsterdam en ommelanden weer een beetje verder uiteen. Het zal de vaste ploeg die de ene, dan wel de andere herdenking bezoekt verder niet ervan weerhouden om hun vaste patroon te volgen en bij hun medestanders te schuilen. De publiciteit die dit nu al heeft gegenereerd zorgt voor wat aanloop op de Zwanenburgwal die er anders niet zou zijn. (Begrijpt niemand in de Van de Boechorststraat en omgeving dat het soms verstandiger is om iets gewoon te laten lopen? Begrijpt niemand die aloude waarheid: there ain’t no such thing as bad publicity?) Ten gevolge van de publiciteit zal er ook een aantal verdwaasden staan, pro-Israël demonstranten met Israëlische vlaggen, net zoals er soms andere verdwaasden ergens met Palestijnse vlaggen staan te zwaaien.

Bliksemafleider

Punt is: een kwestie als wie de Kristallnacht organiseert en wie daar mogen spreken, is niet wat mensen werkelijk beroert. De Kristallnacht is, als historische gebeurtenis, ook niet zo vreselijk belangrijk, in vergelijking met wat er in de jaren erna gebeurde. Als symbolisch begin van latere, veel ergere gebeurtenissen wordt de avond herdacht. Wat dit betreft werkt zo’n herdenking als een bliksemafleider van veel wezenlijker angsten en woede, over de situatie in Israël. Er ontstaan daar golven en de branding is tot in Nederland te horen. De situatie in Israël is volledig ongrijpbaar, onbeheersbaar en onoplosbaar, zeker voor iemand in het verre Nederland. De meeste Joden in Nederland zouden heel graag zien dat de situatie volstrekt anders was – en hoewel de details van het droombeeld hoe het zou kunnen zijn, verschillen (één staat, of twee, of wat dan ook, of misschien worden alle Palestijnen wel door een ruimteschip opgestraald, zou ook zomaar kunnen als denkmodel, als ik sommigen goed beluister) is wel duidelijk dat deze burgeroorlog niemands keuze is. Ruzie maken over wie er zingen of het woord voeren op de ene Kristallnacht-herdenking of de andere, is tenminste behapbaar. Daar kan de gekanaliseerde wanhoop heen en een uitlaatklep in vinden.

Ergerlijk hierbij is dat deze situatie ook weer koren op de molen is van een bepaalde groep rechtse en extreem-rechtse publicisten, die dit feitelijk onbetekenende relletje over Haneen Zoabi zullen aangrijpen om Joden nogmaals te misbruiken in een breder anti-Arabisch, anti-Palestijns, anti-vluchtelingen, anti-islamitisch verhaal. Extreem rechts is niet de erfgenaam van het Duitse en het Europese jodendom – dat zijn we allemaal. Het herdenken van de Kristallnacht is dus ook niet voorbehouden aan uiterst rechts in Nederland. Net zo min als aan uiterst links, overigens. Dit snapte men in de jaren negentig wel en hier handelde men ook naar, maar nu lijkt dat inzicht helemaal verdwenen, en lijkt er niemand van (al dan niet zelfbenoemde) officiële Joodse zijde in staat om de brug te slaan naar diegenen die anders denken over Israël. Terwijl het engagement met Israël in feite een gezamenlijk beleefde hobby is, want wat Nederlandse Joden vinden – en hun sympathisanten met hun Israëlische, dan wel Palestijnse vlaggen – dat doet er voor de situatie dáár helemaal niet toe.

Voor meer informatie: kijk op haar blog daphnemeijer.com/blog/ waar bovenstaand artikel ook op te vinden is.

Daphne Meijer

freelancejournalist, vertaler en programmamaker

Daphne Meijer ging naar het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum. Zij heeft Nederlandse taal-en letterkunde gestudeerd aan de Universiteit van …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.