Voordat ik probeer mijn eigen (katholieke) antwoord op die vraag te geven, moet het me van het hart dat ik me verheugd heb over de milde toon die het artikel aanslaat. Er wordt uitdrukkelijk opgeroepen tot respect, tot geduld, tot medemenselijkheid, tot ontmoeting. Er wordt zelfs gezegd dat je niet alleen voor moslims, maar ook met moslims kunt bidden. Voor veel christenen is dit wellicht nog steeds een brug te ver, maar het simpele feit dat een protestants-christelijk medium deze suggestie doet, mag opgemerkt worden.

Een protestants probleem

Wat me opviel in de discussie, is dat er grofweg (ik laat alle nuances hier gemakshalve achterwege) twee protestantse opvattingen tegenover elkaar staan: een liberale en een orthodoxe. De orthodoxe opvatting karakteriseert zich door een exclusief karakter: elke niet-christen vindt slechts verlossing wanneer zij of hij Jezus als persoonlijke Verlosser heeft aanvaard. Evangelisatie, missie en bekeringsactiviteiten zijn dan ook in dit perspectief niet slechts een antwoord op de door Jezus in het Mattheüsevangelie gegeven opdracht (“Gaat, en onderwijst alle volken, doopt ze in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en leert ze te onderhouden al wat ik u heb geboden”, Mt 28, 19), maar ook een dienst die deze christenen aan alle niet-christenen willen bewijzen.

Protestanten van liberale snit voelen zich echter ongemakkelijk bij het idee van evangelisatie. Zij hebben de indruk dat dit inhoudt dat de ander niet serieus genomen wordt. Zij hechten aan het respect dat christenen aan alle mensen, dus ook aan moslims verschuldigd zijn en vinden dat elke poging tot bekering, of zelfs elke hoop erop, betekent dat je feitelijk vindt “dat de ander niet deugt”. Deze opvatting noemt zichzelf graag tolerant, wil de ander in haar of zijn waarde laten en velen van hen zullen zelfs de overtuiging zijn toegedaan dat we niet kunnen geloven dat de éné religie meer aanspraak op de waarheid kan maken dan de andere. De wereld der religie is noodzakelijkerwijze pluralistisch: het geheim van God, de kosmos en de mensheid is te groot om in één religieus systeem te vangen.

Beide opvattingen laten ook zien hoe beide typen protestanten hun verhouding tot de Bijbel definiëren. De orthodoxe opvatting hecht sterk aan het sola scriptura-principe (slechts door de Bijbel kunnen wij God kennen) en houdt de Bijbel voor (minstens grotendeels) letterlijk waar. De liberale opvatting accepteert de resultaten van alle historisch-kritisch bijbelonderzoek maar weet eigenlijk niet meer goed wat het met deze ‘Heilige Schrift’ aan moet.

Een katholieke spanning

Maar er bestaat een derde mogelijkheid om vanuit een christelijk perspectief naar de islam en andere religies te kijken. Deze derde wijze is typisch katholiek. Zij vermijdt alle protestante of/of-denken aan beide kanten. Zij wil niet meegaan in het orthodox-protestantse of/of: “Of je blijft moslim en je bent voor de eeuwigheid verloren, of je wordt christen en je wordt gered”. Zij weigert echter ook het liberale of/of aan te nemen: “Of je accepteert dat alle religies potentieel evenveel aan godskennis kunnen bijdragen, of het ontbreekt je aan tolerantie, respect en medemenselijkheid”.

In protestantse oren klinkt de katholieke en/en-oplossing vaak vreemd en verwrongen in de oren. Je moet inderdaad misschien wel katholiek zijn om tussen de twee volgende citaten, die direct na elkaar in het document van het Tweede Vaticaans Concilie over de relatie met de niet-christelijke godsdiensten staan:

“De katholieke Kerk wijst niets af van wat er aan waars en heiligs is in deze (niet-christelijke) godsdiensten. Met oprechte eerbied beschouwt zij die vormen van handelen en leven, die normen en leerstelsels, die wel in vele opzichten afwijken van hetgeen zijzelf gelooft en voorhoudt, maar toch niet zelden een straal weerkaatsen van de Waarheid, die alle mensen verlicht.”

en:

“Zijzelf (= de katholieke Kerk) echter verkondigt zonder ophouden en moet steeds blijven verkondigen de Christus, ‘de weg, de waarheid en het leven‘ (Joh. 14, 6), in wie de mensen de volheid vinden van het godsdienstig leven en in wie God alles met zich heeft verzoend” (Nostra Aetate 2).

Niemand zal ontkennen dat er een spanning zit tussen beide delen van het citaat. Maar vanuit het katholieke wereld-, mens- en godsbeeld levert die spanning geen tegenstelling op, integendeel.

Niet binair maar inclusief

Deze manier van kijken noemen theologen inclusivistisch. Allereerst betekent dit dat God voor katholieken ook aanwezig en actief is op plaatsen waar Hij niet expliciet gekend, herkend en beleden wordt. De Kerkvader Justinus sprak reeds over de ‘zaden van het Woord’ (het Woord = Christus), die buiten de grenzen van de christelijke Kerk aanwezig zijn. Hedendaagse theologen wijzen graag op het feit dat de Heilige Geest volgens de Bijbel “waait waar Zij wil” (Joh 3, 8).

Dat betekent ook dat God (Christus, de Geest) impliciet (hoe onvolledig ook) gekend kan worden door hen die de Blijde Boodschap van Gods liefdevolle, verlossende omgang met de mensheid nog niet hebben ontvangen. Zij zijn immers ook als ongelovigen, of als anders-gelovigen, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Ook in de stilte en intimiteit van hun hart en geweten spreekt God immers Zijn wegwijzende woord, ook als zij de stem niet als zodanig herkennen. In hun verwonderd kijken naar de mensheid, de wereld en de kosmos komen zij niet slechts in aanraking met het Mysterie van het bestaande, maar komen zij ook de oorsprong van al het bestaande op het spoor.

Deze katholieke zichtwijze kan ook inclusivistisch genoemd worden omdat niet-christenen, en ook de niet-christelijke godsdiensten, een plaats hebben binnen de heilseconomie, Gods geschiedenis met Zijn geliefde Schepping. Het concilie spreekt dan ook over de niet-christelijke culturen en religies als over “voorbereidingen van/op het evangelie”. Het katholieke denken weigert de wereld binair in te delen. Evangelisatie vanuit dit oogpunt betekent dan ook dat het Evangelie de niet-christelijke cultuur of godsdienst niet zozeer vervangt (als een Bonifatius die de heilige eik omhakte), maar deze reeds bestaande religiositeit in Christus en door Christus haar volheid, oorsprong en doel laat vinden.

Protestantse vragen en tolerantie

Vanuit protestantse kant komen vaak twee soorten vragen op inclusivistische katholieken af. Orthodoxe protestanten vragen of we niet de belijdenis van het unieke Middelaarschap van Christus overboord hebben gegooid. Maar voor katholieken blijft als een paal boven water staan dat in Christus, en slechts in Hem, God de wereld met zichzelf verzoend heeft. Wanneer deze belijdenis uit het christelijk geloof wordt geschrapt, snijdt men de kern eruit en blijft er niets over. Maar voor katholieken is God groter dan wij kunnen beseffen, denken of weten. Hij heeft immers in Christus de wereld met zichzelf verzoend omdat Hij wilde dat niemand verloren zou gaan.

Vanuit liberaal-protestantse kant blijft de aanhoudende vraag of deze katholieke zichtwijze toch niet stiekem erg arrogant blijft. Wordt de orthodox-protestantse insteek “wij hebben gelijk en jullie hebben ongelijk” niet feitelijk gewoon vervangen door een katholiek “wij hebben meer gelijk dan jullie”?

Om deze vraag te beantwoorden moeten we ons misschien afvragen of de beleden liberale tolerantie eigenlijk wel zo tolerant is. Ik durf de stelling aan dat deze katholieke insteek toleranter is dan de liberaal-protestantse visie, omdat zij juist verder gaat dan de tolerantie.

Onze moslimburen, moslimvrienden, moslimfamilieleden en moslim-medeburgers verdienen meer dan tolerantie. Zij verdienen het om gezien, gehoord en in hun eigenheid begrepen te worden. Tolerantie is te weinig. Maar èchte tolerantie betekent ook dat ik hen zozeer serieus neem dat ik hen niet reduceer tot wat we gezamenlijk hebben. Dat betekent dan dat ik verschillen tussen hen en mij durf te benoemen. Dat betekent ook dat ik mijn eigen meningen, opvattingen tegen hen durf uit te spreken, zoals ik ook op een open wijze naar hun meningen en opvattingen luister.

Wanneer ik naar mijn moslimzusters en -broeders kijk, wanneer ik met hen praat, wandel, eet, feest vier, rouw en bid, dan herken ik in hun gezichten, in hun ogen, hun doen en laten, hun handelen en liefhebben, het gezicht en de aanwezigheid van Christus. Ik mag hen liefhebben zoals zij nu reeds zijn, niet zoals ik hoop dat zij eventueel zouden kunnen, mogen of moeten worden. Ik mag hen liefhebben, niet ondanks ondanks onze verschillen, maar mèt onze verschillen.

Deze echte tolerantie betekent echter ook dat ik voor hen mag hopen dat zij in Christus de volheid van Gods openbaring, waarin ik geloof, mogen ontmoeten. Dat is geen arrogantie van mijn kant. Christus is immers groter dan mijn begrip van Hem. Sterker: mijn moslimzusters en -broeders laten soms aspecten van God en Christus oplichten die ik in mijn christelijke traditie nog niet tegengekomen was.

Bidden voor moslims?

Ga ik tijdens de ramadan bidden voor moslims ? Ja… uit solidariteit met hen in deze vastenperiode die bovendien in de warme zomermaanden valt. Bidden voor hun spirituele pelgrimstocht die zij gedurende deze tijd maken. Ga ik bidden voor hun bekering? Lastige vraag! Ik denk dat ik bid dat Christus zijn aanwezigheid in hen mag bestendigen en ontplooien. Maar misschien zou ik dagelijks het gebed kunnen bidden dat paus Johannes Paulus II in 1985 in Casablanca (Marokko) in aanwezigheid van 40.000 moslimjongeren uitsprak. Een gebed dat zowel door christenen als moslims gebeden kan worden:

O God, Jij bent onze Schepper,
Jij bent goed en Jouw barmhartigheid is zonder grenzen.
Aan Jou behoort de eer van elk schepsel.

O God, Jij hebt aan de mensen een innerlijke wet geschonken waarnaar we moeten leven.
Het is onze taak om Jouw wil te doen.
Het geeft rust aan onze ziel om Jouw wegen te volgen.
We bieden Je onze gehoorzaamheid aan.

Leid ons in alles wat we ondernemen op aarde.
Neem weg de kwade neigingen die onze harten van Jouw wil willen afleiden.
Sta niet toe dat we, terwijl we Jouw Naam aanroepen, menselijke ongelijkheid en wanorde goedpraten.

O God, Jij bent de Enige. Tot Jou richt zich onze aanbidding.
Sta niet toe dat wij ons van Jou afkeren.

O God, rechter van alle mensen,
help ons opdat we tot jouw uitverkorenen behoren op de laatste dag.

O God, oorsprong van gerechtigheid en vrede,
schenk ons werkelijke vreugde en waarachtige liefde,
evenals een blijvende broederschap tussen de volkeren.

Vervul ons met Jouw gaven voor altijd.

Amen.

Hendro Munsterman

Hendro Munsterman

Theoloog

Als rooms-katholiek theoloog werkzaam in Frankrijk en Vaticaanwatcher voor het Nederlands Dagblad.
Profiel-pagina
Al 15 reacties — praat mee.