Ingehouden opluchting
Onmiskenbaar viel mijn moment van 2014 op donderdag 17 juli. Die middag werd de MH17 uit de lucht geschoten zonder dat onze dochter erin zat. Ik had de TV aangezet om het slot van een touretappe te bekijken. Opeens verscheen er zo’n balkje onderaan het scherm zoals dat continu meedraait bij CNN, met de boodschap dat er een in Amsterdam opgestegen vliegtuig met bestemming Jakarta, was neergestort in Oekraïne. Even keken mijn vrouw en ik elkaar vertwijfeld aan. Nee, onze dochter was toch echt de avond daarvoor via Brussel naar Indonesië vertrokken. Daar moest ze net zo’n beetje geland zijn. Maar hoe zat dat met de anderen, leden van de coverband waarin ze zingt en hun partners? Oorspronkelijk was het de bedoeling met z’n elven tegelijk te reizen, op deze donderdag. Toen dat niet lukte – er deed weer eens een boekingswebsite moeilijk ‒ verdeelden ze zich in drie of vier groepjes. Grote kans dat er daarvan één in dit vliegtuig zat. Toch bleek dit in de loop van de avond wonder boven wonder niet het geval. Je voelt een enorme opluchting, die je tegelijk tempert omdat ze iets ongepasts heeft. Vanwege al die ongelukkigen die er wel inzaten, en vanwege al die nabestaanden voor wie het leven nooit meer is wat het was.
In de tijd daarna was er een andere opluchting: vanuit religieuze kring was niet de gevreesde lompe reactie gekomen. Er kon zomaar een onheilsprofeet opstaan die in deze bizarre ramp de hand van God zag. Was Hij weer bezig het decadente westen ergens voor te straffen of tegen te waarschuwen? Eerder dit jaar had een hersteld hervormde rakker uit Montfoort het gewaagd de trieste dood van Els Borst te betitelen als ‘wraak van God’. Lieve hemel, wat is deze humane vrouw door sommige gelovigen onheus bejegend. Op zwaar overdreven wijze viel men over haar verzuchting ‘het is volbracht’, opgetekend in een NRC-interview nadat het wetsvoorstel over euthanasie was aangenomen. Alsof het hier een ernstige vorm van heiligschennis betrof. Wat een opgeblazen onzin. ‘Het is volbracht’ is een hele gangbare uitdrukking die ik zelf ook regelmatig gebruik na het klaren van een klus. Voor velen – ook voor Jezus, die dit zou hebben uitgesproken op het kruis (Johannes 19: 30) ‒ betekent het gewoon ‘mission fulfilled’. Hoe dan ook, want om die opluchting was het me te doen: na 17 juli stond er geen charlatan op die met enkele gratuite uitspraken het toch al niet geweldige imago van de kerk deed verbleken, maar bleef het aangenaam en ingetogen stil.
Evenmin ontstond er reuring in het najaar, toen in het kader van de actie ‘Nederland Leest’ door bibliotheken aan leden en nieuwe leden een gratis exemplaar werd aangeboden van Een vlucht regenwulpen, de roman van Maarten ’t Hart die eind jaren zeventig verscheen. Destijds was dit boek een frontale aanval op het voorzienigheidsgeloof, zoals dat met name leeft in het orthodoxe deel van de kerk. Niet voor niets staat voorin het boek, meteen na de titelpagina, de tekst van zondag 10 uit de Heidelbergse Catechismus. Die handelt over de almacht van God, uit wiens vaderlijke hand alle dingen, dus zowel voor- als tegenspoed, ons toekomen. Er zou niet zoiets als toeval bestaan. Voor de hoofdfiguur Maarten – de naam is zeker niet toevallig ‒ betekent dit het breekpunt in zijn geloof. Zijn moeder sterft namelijk aan een nare vorm van kanker. Als hij moet geloven dat deze ziekte van God komt, is hij er helemaal klaar mee. Al met al geen boek waar orthodoxe gelovigen blij van worden. Toch kwam er, als ik het goed geregistreerd heb, geen reactie. Dat heb ik niet alleen als opvallend ervaren maar ook als een teken aan de wand. Is het voorzienigheidsgeloof tanende, komt er ook in religieuze kring meer ruimte voor toeval?
Prediker zou daar geen moeite mee hebben. Deze levenskunstenaar uit de derde eeuw voor Christus schreef al onbevangen dat wij allen ‘afhankelijk zijn van tijd en toeval’. Dat lijkt me een belangrijk inzicht voor gelovigen wereldwijd. Te gemakkelijk hoor je joden, christenen of moslims beweren dat iets de wil van God zou zijn. En ik vermoed dat dit in de oosterse wereld niet veel anders ligt. Als alles inderdaad van God komt, moeten we vrezen dat Karel van het Reve geen ongelijk had toen hij schreef over ‘de ongelooflijke slechtheid van het opperwezen’. God verzamelt niet op ingenieuze wijze 298 mensen uit alle hoeken van het land of van de wereld in een vliegtuig om dat vervolgens neer te laten storten. Nee, het was een kwestie van toeval en van puur geluk, dat onze dochter niet op vlucht MH17 zat. Zoals het ook toeval was dat iemand wel in een verkeersvliegtuig terecht kwam dat door een stel onverlaten – laten we hopen: per ongeluk – naar beneden is geschoten.
Jan Offringa schreef dit jaar met Evert van Baren en twaalf andere gemeenteleden het boek ‘God is niet te vangen. Onorthodoxe gesprekken over veranderend geloof’ (Skandalon 2014, derde druk).
Dank voor je persoonlijk verhaal. Ik persoonlijk word er niet gelukkig van wanneer je voorzienigheid inruilt voor toeval. Weer zo’n massief begrip waaromheen mensen de meest fantastische theorieën kunnen bouwen. Ik houd het maar bij de standaardopmerking van mijn vader: Toeval bestaat niet. Hij zei dat niet op religieuze gronden, maar vanuit zijn strikt mathematische geest. Het grappige van onze tijd is, dat wis- en natuurkundigen weer ruimte maken voor iets als toeval. Is dan de cirkel rond? Ik denk het niet. Want zij houden hun toeval ver weg bij iets als lot of noodlot. Voor mij is voldoende wanneer je zegt: We kunnen het niet verklaren. Punt.