Via LinkedIn liet ik al merken dat ik sinds 1 februari een nieuwe functie heb, een halftijdse functie als medewerker en onderzoeker aan het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (DSTS) in Amsterdam. Het is een aanstelling voor een jaar, en in dat jaar ben ik heel wat van plan. Wat precies, dat kun je hieronder lezen. Ik stel hier mijn project voor, dat ik getiteld heb: De spiritualiteit van belonging without believing: Een godsdienstwijsgerige en theologische verkenning van ‘religieus naturalisme’ en ‘religieus atheïsme’.
Door: Taede Smedes
Wie naar de berichtgeving in de media kijkt wanneer het religie betreft, die krijgt de indruk dat de werkelijkheid verdeeld is in twee categorieën. Aan de ene kant zijn er de fundamentalistische gelovigen, creationisten en de talloze andere gelovigen die ‘het zeker weten’. Aan de andere kant zijn er militante of zelfs fundamentalistisch te noemen atheïsten, zoals Richard Dawkins of Sam Harris, die het eveneens zeker menen te weten. Doordat de media vaak aandacht geven aan deze polaire en antithetische groepen, lijkt het vaak alsof het bij religieus geloof en atheïsme hoofdzakelijk draait om vormen van ‘zeker weten’.
Dat die laatste constatering een groot misverstand is, meent ook de Tsjechische filosoof en priester Tomas Halik, die onlangs in een artikel in het Nederlands Dagblad (28 november 2014) een afwijkende mening liet horen:
Het grote verschil, zegt Halík, is niet tussen gelovigen en ongelovigen, maar tussen zoekers en gearriveerden. Die laatste groep weet het zeker en heeft geen vragen of twijfels. ‘En zowel bij gelovigen als bij atheïsten wordt die groep kleiner.’
Nu is er naar de spiritualiteit en ideeën van religieuze zoekers en twijfelaars al behoorlijk wat onderzoek gedaan, met name sociologisch onderzoek. De groeiende groep atheïstische zoekers en twijfelaars heeft tot nu toe veel minder aandacht gekregen. In een onderzoek dat ik het komende jaar aan het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving ga verrichten, wil ik proberen om die lacune tenminste voor een deel te dichten.
‘Religieus naturalisme’
Allereerst wil ik kijken naar de groep van religieuze naturalisten. Dit zijn vaak natuurwetenschappers die een soms Spinozistische spiritualiteit aan de natuur of aan hun wetenschappelijke activiteiten ontlenen, maar daarbij vaak de taal gebruiken die ze ontlenen aan een christelijk-religieus discours. Voorbeelden daarvan zijn de Amerikaanse biologe Ursula Goodenough en de astronoom Chet Raymo, die zich beide expliciet ‘religieus naturalist’ noemen. Een aantal religieuze naturalisten hebben zich onlangs verzameld in de Religious Naturalist Organization (RNA), een zeer pluralistische groep, waar overigens ook theologen in vertegenwoordigd zijn.
‘Religieus atheïsme’
Daarnaast zijn er de laatste jaren met name publicaties verschenen van verschillende denkers als André Comte-Sponville, Alain de Botton, Thomas Nagel, Ronald Dworkin, Cornelis Verhoeven, Ger Groot en Leo Apostel, die onder de noemer van religieuze atheïsten geschaard zouden kunnen worden (zoals Comte-Sponville en Dworkin zichzelf ook expliciet benoemen). Deze groep verwerpt het theïstische godsidee, maar zoekt naar een spirituele, vaak aan de natuurwetenschappen ontleende metafysica waarin ook ethische en esthetische intuïties voluit een plaats krijgen. (Dworkin en Nagel zijn bijvoorbeeld ‘morele realisten’, die menen dat morele normen en waarden objectief bestaan in de werkelijkheid, een positie die vaak door theïsten wordt ingenomen. Dworkin en Nagel proberen om hun morele realisme te verdedigen zonder een beroep te hoeven doen op een godsconcept.)
Belonging without believing
‘Religieus naturalisme’ en ‘religieus atheïsme’ zijn paraplutermen die proberen een bonte veelkleurigheid aan spirituele benaderingen te benoemen, die allemaal vormen zijn van multiple religious belonging, zij het in de vorm van belonging without believing. Enerzijds staan deze benaderingen een transformatie van religieuze binding voor, door bijvoorbeeld afstand te nemen van bepaalde godsconcepten of deze godsconcepten op filosofische (Spinozistische) leest om te vormen. Maar ook door bijvoorbeeld concepten, taal of rituelen te ontlenen aan religieuze tradities (zoals christendom of boeddhisme), en deze een nieuwe invulling geven. Zo spreekt Goodenough bijvoorbeeld over een ‘naturalistisch credo’ dat ze aanhangt, en de atheïst Raymo spreekt over zijn ‘sacramentele visie’ op de natuur.
Wat ik vooral interessant vind aan deze groep spirituele of religieuze atheïsten is dat ze, anders dan meer militante atheïsten, helemaal niet de behoefte voelen om zich af te zetten tegen religie in het algemeen, maar dat ze proberen om juist de ‘intuïties’ die ten grondslag liggen aan religieuze tradities aan te boren en in te bedden in een open (d.w.z. procesmatige, ‘wordende’, nimmer afgesloten) levensvisie die weliswaar het godsconcept ontkent, maar niettemin een openheid naar vormen van transcendentie laat zien.
Dialoog
Hier liggen m.i. kansen voor een dialoog met en vanuit traditionele religies, zoals ook bijvoorbeeld de Tomas Halik nadrukkelijk erkent (die zijn boek Geduld met God begint met: ‘Op veel punten ben ik het met atheïsten eens, vaak op bijna ieder punt – behalve in hun geloof dat God niet bestaat’). Ikzelf ben er steeds sterker van overtuigd dat het theïstische godsconcept (in ieder geval in onze Westerse samenleving) ten dode opgeschreven is. De filosofische verdediging van theïsme is dan ook een achterhoedegevecht.
Vandaar dat veel theologen (waaronder ikzelf) neigen naar ‘post-theïstische’ godsconcepten, concepten die dus radicaal afstand nemen van theïstische ideeën en ernaar neigen om de persoonlijke, subjectieve ervaring tot uitgangspunt te nemen voor hernieuwde reflectie over transcendentie. Ik denk dat religieuze atheïsten en religieuze naturalisten een heel eind samen op weg met post-theïstische zinzoekers kunnen gaan. Dat is iets wat ik ook het komende jaar verder wil exploreren.
De expliciete vraag die op tafel ligt, is of deze atheïstische benaderingen, die raakvlakken vertonen met meer mystiek-spirituele en gelovige benaderingen, gesprekspartners kunnen zijn voor gelovigen die hun eigen geloof ook als een zoektocht opvatten. Misschien dat de verwondering over het bestaan, dat het er is, opgevat worden als
“een kampvuur waaromheen reizigers elkaar onderweg ontmoeten. Die reizigers kunnen gelovigen zijn die geraakt zijn door het mysterie dat onze waarneembare werkelijkheid omvat en doordringt. Maar die reizigers kunnen ook atheïsten zijn die een glimp van datzelfde mysterie hebben opgevangen Rond het kampvuur van de verwondering ontmoeten deze reizigers elkaar en luisteren naar elkaars verhalen.”
(Smedes, God én Darwin: Geloof kan niet om evolutie heen (Nieuw Amsterdam 2009), 144)
Voorbij de polariteit tussen atheïsme en religieus geloof
Met andere woorden, misschien dat de synergie tussen deze beide benaderingen – een bescheiden, twijfelende, open-atheïstische en een bescheiden, twijfelende, open-religieuze – zelf een bron voor een 21ste eeuwse spiritualiteit kan worden die, in de woorden van Charles Taylor ‘een waarde erken[t] die voorbij het leven ligt’ (Taylor, Een seculiere tijd (Rotterdam: Lemniscaat 2009), 830), en daarmee de polariteit tussen atheïsme en religieus geloof overstijgt.
Het doel van dit eenjarige onderzoek is de publicatie van een boek. Ook zal ik resultaten van dit onderzoek via allerlei media (weblogs en websites zoals Nieuwwij.nl en Debezieling.nl, kranten, tijdschriften, lezingen) aan een breder publiek voorleggen.
Taede Smedes is medewerker en onderzoeker van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (DSTS)
Ik krijg van personen uit India die Engelstalig zijn de vraag of de beschrijving van dit project ook in het Engels op het web gezet kan worden. Iemand in Pondicherry vroeg hiernaar. Het onderwerp is namelijk buitengewoon fascinerend en interesseert hindoes en boeddhisten ook, omdat ze zich in vergelijkbare situaties bevinden als beschreven in dit project.
Hallo Victor,
Er wordt hard gewerkt aan een Engelse vertaling en bewerking van de tekst… 🙂
Jammer dat je het boek van Charles Taylor (een katholiek vermomd als wetenschapper) als een van je referentiepunten noemt. Als atheïstisch boeddhist vond ik het een vervelend vooringenomen boek.
Hopelijk richt je je verder niet te veel op de situatie in de VS waar hele of halve atheïsten zich veel harder moeten emanciperen t.o.v. Christenen als hier.
En waarom moet ‘polariteit tussen atheïsme en religieus geloof’ overstegen worden, er is toch niets tegen tegenstellingen?
Maar het zou mooi zijn als je dit jaar een taal zou kunnen ontwikkelen waarmee theïsten en atheïsten met elkaar van gedachten kunnen wissen. Echt een eerlijke discussietaal, waarin dus niet Christelijke noties verstopt zitten.
Waarin bv de term ‘mysterie’ door een andere vervangen wordt, bv. ‘onbegrijpelijkheid’. En waarin de betekenis of zinloosheid van de dood een rol speelt.
Beste Taede,
Ik lees dit met verfrissend genoegen. Onlangs beschreef ik m’n eigen zoektochtje in vergelijkbare termen op m’n blog: zinnenvanhetleven.blogspot.nl
Waar kan ik je onderzoeksvoortgang het beste volgen?
groet,
Mark Bos
programmamaker bij NEWConnective
Kampvuur of stamtafel: we hebben nieuwe vindplaatsen nodig voor onze zoektocht, ieder met unieke bagage in zijn en haar rugzak. Hoe creëer je zulke ontmoetingsplekken?
31 januari werd in Vrijzinnig Bennekom het essay gepresenteerd: het gaat om jouw zoektocht niet om ons levensanker. Auteurs dr. Rev. Hans le Grand en drs. Tina Geels, Remonstrants theologg/ predikant. Zie http://www.hetgaatomjowzoektocht.nl Manuela Kalsky schreef het voorwoord en opende de presentatie in een bomvolle kapel met een eerste reactie.
Het evolutiemodel van de Amerikaanse filosoof Ken Wilber wordt- als concept met een knipoog- gebruikt om de georganiseerde vrijzinnigheid een nieuw perspectief te bieden. De achterliggende visie van dit essay is mede
geïnspireerd door de Unitarians and Universalists met hun sterke roots in het oude Europa. zie ook http://www.arminiusinstituut.nl/projecten/unitarisme aan de VU waar ikzelf vanaf 1 januari coördinator ben van dit project.
Beste Taede,
Onlangs mocht ik in het Dominicanenklooster weer een mandala tekenweek geven waarbij de vijf belangrijkste religies het thema waren. Iedere dag reisden we samen door de dag van: de christelijke religie, de joodse religie, de islam, het boeddhisme en het hindoeïsme en we probeerden vast te stellen wat ons onderling verbond en datgene waar we moeite mee hadden. Ik kan je zeggen het was een zeer spirituele en religieuze ervaring voor alle deelnemers en de begeleiders incluis. Jouw thema hierboven onderstreept nog eens wat wij hebben waargenomen: onze overtuigingen zijn vaak gebaseerd op datgene wat wij ‘denken te weten’, maar wat niet altijd op waarheid berust. Vele overtuigingen werden deze week doorbroken en gaven een nieuwe aanzet tot spiritualiteit op een natuurlijke basis! Met dank, Danka Hüsken-Smit – Educatief Mandala Instituut – http://www.mandalacoaching.nl/educatiefmandalainstituut