Daniël Gillissen, adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, twitterde bijna twee weken geleden geleden: “Met enkele anderen zette @frankgbosman zeven toptheologen op een rij. Allemaal gelovig.” Gillissen verwees naar het boek Toptheologen: The Next Generation onder redactie van cultuurtheoloog Frank Bosman, dat onlangs verschenen is.
Even later kwam een tweet voorbij van Hendro Munsterman: “Pleonasme. Een ongelovige theoloog is geen theoloog.” Waarop ik reageerde met: “Dat waag ik te bestrijden. ;)”. Waarna Munsterman nog eens reageerde: “Ik weet het. Ik ben nog van de oude stempel. Misschien een discussie waard?”
En zo was het idee geboren voor een discussie in briefvorm. Ik neem hierbij het voortouw en begin de discussie door mijn stelling te verdedigen: een theoloog hoeft niet gelovig te zijn om theoloog te zijn.
Maar laten we voor de goede orde even bij het begin beginnen. Wat bedoel ik met theologie en dus met een theoloog? Ik heb ooit een lange blogpost geschreven over de vraag ‘Wat is theologie?’. Die blogpost is ten dele geïnspireerd door de manier waarop in Groningen, waar ik theologie heb gestudeerd, theologie werd opgevat. In die blogpost definieer ik ‘theologie’ als “de verzamelnaam van een veelheid aan subdisciplines die gemeenschappelijk hebben dat ze de verschillende aspecten van het gelovig spreken over God bestuderen.” Theologie gaat dus over God, maar God is niet direct het object van onderzoek (hoe zou dat kunnen?), maar theologie bestudeert het spreken óver God.
Een theoloog bestudeert dus het spreken over God, en kan dat vanuit verschillende invalshoeken doen: sociologisch, psychologisch, historisch, filologisch, linguïstisch, filosofisch, noem maar op. Aan theologische faculteiten kom je dan ook disciplines tegen als godsdienstsociologie, godsdienstpsychologie, godsdienstfilosofie, etcetera, en natuurlijk disciplines die zich richten op het Oude en Nieuwe Testament, of op de verschillende talen waarin de Bijbel en aanverwante teksten geschreven zijn (Hebreeuws, Grieks, Aramees, etc.).
Echter, het verwarrende is dat wanneer er vaak over ‘een theoloog’ gesproken wordt, dat er dan vaak specifiek een ‘systematisch theoloog’ of ‘dogmaticus’ mee bedoeld wordt: iemand die de verschillende wijzen van het spreken van God bij elkaar brengt en kijkt hoe die zich verhouden tot hoe er in de traditie over God gesproken is. Een systematisch theoloog probeert echter ook constructief aan de traditie bij te dragen door aan te geven welke argumenten er zijn vóór sommige en tégen andere spreekwijzen. Met andere woorden, een systematisch theoloog doet ook ‘aanbevelingen’ ten aanzien van wat, ook vanuit de traditie bekeken, de beste manier is om over God te spreken. (Ik besef dat hier heel veel meer over te zeggen valt, ik laat het hier echter even bij.)
Nu zijn theologen – in brede zin opgevat – vaak gelovig, dat klopt. En dat is ook niet verwonderlijk. Musicologen zijn immers ook vaak muziekliefhebbers. Taalkundigen hebben vaak iets met een land, een cultuur, of met een taal. En letterkundigen hebben vaak iets met literatuur. Het is dus niet verwonderlijk dat ook theologen mensen zijn die gedreven worden door hun eigen, persoonlijke motivatie, zoals het christelijk geloof. Maar moet je dan ook eisen van letterkundigen dat ze zelf puike romans kunnen schrijven? Of van musicologen dat ze goede composities kunnen maken of zelfs maar een muziekinstrument kunnen bespelen? Ik vermoed dat de meeste mensen het toch wat raar zouden vinden wanneer we dat zouden eisen. Waarom zou een theoloog dan wel gelovig moeten zijn om theoloog te mogen heten? Kan een atheïst niets zinnigs over God zeggen?
Bovendien, er zijn ook theologen die als gelovige begonnen, maar gaandeweg atheïst zijn geworden. De Amerikaans-Noorse theoloog LeRon Shults is hiervan een voorbeeld. Als evangelicaal en conservatief gelovige studeerde hij theologie, promoveerde bij Wentzel van Huyssteen aan het Princeton Theological Seminary, doceerde enkele jaren aan een zeer conservatieve divinity school, kreeg toen een aanbieding om in Noorwegen godsdienstfilosofie te geven. Hij schreef boeken over ‘post-foundationalist theology’, over christologie en pneumatologie. Sinds een aantal jaren profileert hij zich als Deleuze-kenner en ‘atheïstisch theoloog’. Volgens Munsterman zou een ‘atheïstisch theoloog’ zoals Shults een contradictio in terminis zijn. Maar, vraag ik me dan af, waarom?
Een andere atheïstische theoloog die me zo te binnen schiet, is de Amerikaanse nieuw-testamenticus Bart Ehrman. Een uitgesproken atheïst, maar hij wordt toch over het algemeen beschouwd als een van de beste bijbelwetenschappers ter wereld en zijn boeken worden gebruikt aan theologieopleidingen wereldwijd. Is Ehrman echt geen theoloog?
Oké Hendro, genoeg! Ik geef met plezier het stokje over. Ik kijk uit naar je reactie!
Met vriendelijke groet,
Taede A. Smedes
Spannende vraag. Vraag is idd wat theologie is.
Ik vind de vergelijkingen van Smedes beroerd. Als je niet wezenlijk in datgene gelooft wat je bestudeert, zul je er altijd op een andere manier naar kijken dan iemand die er wel in gelooft. Punt.
Een theoloog bestudeert dus het spreken over God,.. Jaja, maar wie of wat is God? Daar kun je niks zinnigs over zeggen lijkt mij en dus kan een theoloog maar beter iets anders gaan doen.
Het NieuwWij-gehalte van deze discussie kan wel wat hoger; nu dreigt het een discussie van theologen (dwz degenen die theologie hebben gestudeerd) onder elkaar te worden. Of hoogstens een discussie van Christenen onder elkaar.
Eerste verbreding: geldt dit ook andere religies of levensbeschouwingen?
In het boeddhisme en onder boeddhologen was er min of meer dezelfde discussie. De meeste boeddhologen vonden en vinden het niet noodzakelijk dat een boeddholoog zelf boeddhist is. Een voorbeeld daarvan is de Leidse hoogleraar Jonathan Silk. Veel boeddhisten hadden daar problemen mee, dat ze dat nu minder hebben komt m.i. omdat het anti-intellectualisme onder hen gegroeid is, wat boeddhologen doen, wordt minder relevant gevonden.
Hoe de discussie precies is bij humanisten, weet ik niet, vermoedelijk wordt er niet moeilijk over gedaan.
Mogelijk wordt er bij islamologen wel moeilijk over gedaan, maar op welke manier weet ik niet.
Tweede verbreding: wat is eigenlijk de vraagstelling?
Volgens mij is de vraag: is theologie een vorm van wetenschap beoefenen (en hoort het dus op de universiteit thuis) 0f is het een vorm van religie beoefenen?
En als het een vorm van wetenschap beoefenen is, moet die dan dienstbaar zijn aan de religie- beoefenaars; zoals de medische wetenschap de gezondheid van de mens tot doel heeft.
Buiten de orde nog een antwoord op de vraag van Taede: “Kan een atheïst niets zinnigs over God zeggen?” Mijn antwoord: NEE; mogelijk wel over het geloven in God.
Wat een klets allemaal. Het gaat in religie om de ervaring van diepte-inkeer. ‘Geloof’ is voor kleuters en dombo’s. En theologen zouden allemaal ongelovige godsdienstwetenschappers moeten zijn.
Beste Taede,
Het bestuderen van het ‘spreken over God’ (van allerlei teksten) lijkt mij een zeer bescheiden begrip van de theologie. Soms lijkt het erop dat ook filosofen het denken hebben opgegeven en zich slechts tot het bestuderen van teksten beperken. Lang leve het historische bewustzijn. Als jij dit bescheiden begrip van de theologie onderschrijft is er inderdaad niets wat belet dat de ‘niet-gelovige’ (een niets-zeggend woordje wat mij betreft, ik ben op zoek naar alternatieven, suggesties zijn welkom) zich theoloog noemt. Maar dan vraag ik me af: waarom gaat hij/zij zich met theologie bezighouden? Is dit een zoektocht naar God? Want degene die niet kan ‘geloven’ kan uiteraard God proberen te ‘vinden’ (en de meesten zullen dat ook proberen). Maar als de theoloog/filosoof de taak van onderscheid tussen God en wat er op God lijkt heeft, dan hebben wij een probleempje. Of als de theoloog/filosoof de manifestaties van God in de wereld, God in het gelaat van de ander moet kunnen zien….
Met een hartelijke groet en geniet van de discussie! Hoewel twitter het zorgvuldig denken (overwegen van je woorden) behoorlijk in de weg staat…
Joden, moslims en christenen zijn de godsdiensten van het boek, resp. de Tora, de Koraan en de Bijbel. In die boeken wordt geschreven (gesproken) over God en Zijn relatie tot de mens en de kosmos. Deze boeken zijn de basis van religies en hebben eeuwenlang culturen en wetenschappers bezig gehouden.
Juist vanwege die impact op de geschiedenis, lijkt het mij niet zo gek dat ook ongelovigen op een wetenschappelijk manier die boeken en de daarop gebaseerde levenswijzen en -instellingen bestuderen.
Ook al was het om een antwoord te vinden op vragen als ‘Wat bezielt die gelovigen toch?’ of ‘Is het waar dat men zegt dat religies alleen maar moord en doodslag veroorzaken?’ en (last but not least) ‘Waarom houden religies al duizenden jaren stand, is de wereld dan al die duizenden jaren bevolkt geweest met ‘kleuters en dombo’s’?
Vanuit wetenschappelijk oogpunt hoeft een theoloog niet te geloven in wat hij of zij bestudeert. Het heeft zowel voor- als nadelen. Er is denk ik wel een verschil als een theoloog een kerkelijke functie gaat uitoefenen, waarbij het geloof wezenlijk deel uitmaakt van de rol die iemand heeft. Als je niet geloofd in wat je uitdraagt en doet, lijkt me dat niet eerlijk naar een gemeente toe.
Ik zit vooral op de omschrijving van gelovig zijn te wachten. En misschien is het aardig om bij theologen – die in ieder geval het spreken over god als onderwerp van studie hebben – de vraag te stellen van het waartoe? Engagement zal een wisselende rol spelen bij het beantwoorden van die vraag.
Ik denk dat een atheïst objectiever over God kan schrijven dan iemand die gelooft. Er zij zoveel opvattingen over wat je onder God kunt verstaan dat je volgens mij niet objectief over God kunt spreken als je 1 bepaald godsbeeld hebt. Ik vind God als begrip of verschijnsel erg interessant maar ben er van overtuigd dat er buiten ons niets bestaat. Wat Klaas Hendrikse schrijft over God spreekt mij erg aan.
Willem Jan Otten citeert Frans Kellendonk, die “schreef over een bepaald soort intellectuelen die Pascal lezen minus het geloof” Otten voegt er aan toe “Het is achteraf ook voor mij zoiets als van de Wadden genieten minus de zee”. Lees in zijn boek: Waarom komt U ons hinderen, p.21. God is voor de theoloog nooit irrelevant., al kan Hij zo ver weg zijn dat je wanhopig wordt.
Interessante discussie! Ik zie mezelf als een agnost, ik zou bij elk van de twaalf artikelen van het geloof een cijfer van 0 tot 10 kunnen toekennen in de marge “zeer waarschijnlijk – zeer onwaarschijnlijk” . Dat je als atheïst of agnost theologische vakken kunt bestuderen lijkt mij volkomen logisch. Het gaat om vragen als “hoe hebben religies zich ontwikkeld” (historische theologie) “wat voor argumenten gebruiken aanhangers van een bepaalde religie om hun geloof te motiveren” (apologetiek) enz. enz. Of je een dergelijke studie nog wel “theologie” kunt noemen is een andere vraag, misschien moet je het een andere naam geven zoals “geloofskunde” .