Door: Alex van Heusden

Maar Jodendom en christendom zijn in zekere zin ook broeders, of zusters. Ze groeiden op in dezelfde tijd, vanaf de tweede eeuw tot aan de zesde eeuw, in aparte kamers, maar met open deuren. De christelijke theologen en kerkleiders enerzijds en de joodse leraren, de rabbijnen, anderzijds ontwikkelden hun identiteiten en ‘geloofsdefinities’ door goed naar elkaar te kijken. De evaluatie van dit historische proces in hedendaags onderzoek beweegt zich tussen The Parting of the Ways en The Ways That Never Parted en alle denkbare nuances tussen die twee in.

Na de Shoah, de vernietiging van zes miljoen Joden, en na de stichting van de staat Israël, in een uiterst complexe historische, politieke en ideologische context, hebben talrijke christenen en hun kerken de nieuwe realiteit van het Joodse volk in zijn ‘thuisland’ ondersteund. Het feit dat deze nieuwe staat op oude bodem zichzelf presenteerde als Joodse staat gaf nieuwe inhoud aan oude concepten als ‘het uitverkoren volk’ en ‘het beloofde land’: de Joden in hun Joodse staat.

In Nederland hebben de protestantse kerken zich ‘onopgeefbaar’ verbonden verklaard met Israël. Zo luidt het eerste gebod van christelijke theologie rond Israël: ‘Jij zult nooit opgeven je verbondenheid met het Joodse volk’.

Het is een wonderlijk fenomeen, die onopgeefbare verbondenheid met Israël, met de staat Israël dus ook. Met geen andere staat ter wereld hebben de kerken zich ‘onopgeefbaar verbonden’ verklaard. Waarom deze uitzondering? En waar zijn de Palestijnen in dit verhaal? Het is wel duidelijk dat hier (bijbelse) theologie, politieke ideologie en gevoelens van schuld en schaamte met elkaar verstrengeld zijn geraakt.

Door met elkaar af te spreken dat de verbondenheid met Israël, volk en land, ‘onopgeefbaar’ is, hebben de protestantse kerken tot in lengte van dagen zich uitgeleverd aan de politieke ideologie van de Joodse staat.

Alex van Heusden is bijbelwetenschapper en werkzaam bij debatcentrum De Nieuwe Liefde.

Nog geen reactie — begin het gesprek.