Beste Nora,

Eigenlijk verbaast je nogal bevooroordeelde brief mij. Waarom zou ik moslima’s willen bevrijden? Waarom denk je dat ik in de individuele geloofskeuze van vrouwen treed? Als je mijn antwoord op Bibi leest, dan kun je vaststellen dat ik die keuze juist respecteer en stel dat zij altijd op mijn steun zal kunnen rekenen als een ander haar dwingt om te geloven of van haar geloof af te vallen.

Als je de serie volgt, dan zie je dat ik samen met Hassnae Bouazza een platform geef aan islamitische vrouwen om hun eigen opvattingen en wensen te formuleren.

Wij hebben daarbij bewust een grote variatie in vrouwen gezocht, uit verschillende landen, aanhangers van verschillende stromingen, en dragers van dikwijls aan elkaar tegengestelde meningen over vrouwen(emancipatie). Mij leek het na jaren van een plat debat over de verhouding tussen de islam en het westen, vaak over de ruggen van vrouwen heen, hoog tijd om vrouwen zelf aan het woord te laten en te laten zien welke discussies in de islamitische wereld worden gevoerd. Maar blijkbaar neem je het mij kwalijk dat ik dit als niet-moslim doe.

Ik ben mij zeer bewust van mijn buitenstaanderpositie, benoem die en stel mij daar ook kwetsbaar in op. De gedachte erachter is dat je alleen een gelijkwaardig gesprek met elkaar kunt voeren als je elkaars achtergronden en vooroordelen kent.

Als ik je brief lees, vraag ik me af of je de serie wel hebt gezien. Je adviseert mij nogal belerend om eens aan ‘de overkant’ te gaan kijken. Maar dat is ook precies wat ik doe.

Heb je bijvoorbeeld de Syrische, orthodoxe geestelijke Rufaida Al Habash gezien, die koranscholen voor meisjes heeft opgericht waarin zij hen onderricht in theologie, zelfstandigheid en zedelijkheid? Heb je de gesprekken gezien die zij voert met jonge Syrische vrouwen en die wij filmen?

Heb je de arme Indiase moslima’s gezien die op buurtbijeenkomsten elkaar verhalen vertellen en elkaar steunen? Heb je gezien hoe wij dat contrasteren met de Pakistaanse actrice Veena Malik, rijk en beroemd, maar ook opgejaagd?

En misschien moet je eerst de komende uitzending zien, waarin de Saoedische activiste Souad Al Shammary in Cairo over haar leven en strijd vertelt. Dit zetten wij af tegen de moderne vrouwen in Egypte die zelfverdedigingscursussen volgen om weerbaar aan demonstraties te kunnen deelnemen.

Of kijk eens naar de vijfde aflevering waarin Shalina Litt uit Birmingham haar keuze voor de Niqaab uitlegt, naast Bejan Matur (een Alevitische dichteres) die vertelt over haar strijd als lid van een minderheid tegen het militaire regime. De persoonlijke keuzes van vrouwen plaatsen wij telkens in een context: er is m.a.w. ook aandacht voor sociale problemen en politiek.

Misschien moet je vooral de laatste uitzending eerst eens zien waarin de Marokkaanse feministe, politica en intellectueel Latifa Jbabdi haar opvatting geeft over vrouw-zijn, emancipatie en haar geloof. Wij filmen haar en haar zoon, laten de kiss-ins in Rabat zien naast de opkomende conservatieven.

Jij zegt dat je de patriarchale systemen in de Arabische wereld een probleem vindt. Dat ben ik met je eens. En ik ben het ook met je eens dat dit allerlei oorzaken heeft. Alleen bevreemdt je vergelijking met Zuid-Amerika mij omdat daar het patriarchale systeem niet in vrouwenonderdrukkende wetten is vastgelegd zoals wel het geval is in een groot aantal islamitische landen. Ik kan me niet voorstellen dat je dit probleem wilt bagatelliseren. Dat in India en Pakistan shariawetten gelden die vrouwen vrijheden ontnemen? Net als in de golfstaten en in Iran? En tot zo’n tien jaar geleden ook in Marokko?

Ik heb geen oordeel over de keuzes die vrouwen maken in hun leven. Noch hoe ze uitdrukking willen geven aan hun relatie met hun echtgenoten, hun kinderen en anderen. Ik heb wel grote moeite met wetten en geestelijken met politieke macht die de keuzes voor vrouwen dicteren.

Mag ik jou nou eens een paar wedervragen stellen? Waarom spreken we niet over de thema’s die de vrouwen in de serie van Hassnae Bouazza en mij aandragen? Waarom  fixeer je je op mijn achtergrond als niet-moslim? En waarom zou ik als niet-moslim niets over de onderdrukking van vrouwen door staten en religieuze instituties mogen zeggen? Zeker als ik daarbij mijn culturele achtergrond benoem?

En als je vindt dat ik niet de aangewezen persoon ben: waarom voeren Nederlandse moslima’s dan zo zelden een publiek debat over onderdrukkende patriarchale systemen? Waarom richt jouw kritiek zich hoofdzakelijk op de figuur van de buitenstaander en niet op het onderwerp?

Hartelijke groet,
Femke Halsema

Halsie

Femke Halsema

Nederlands bestuurder, auteur, programmamaker, Burgemeester van Amsterdam

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.