Beste Hendro en Mirella,
Graag wil ik jullie hartelijk danken voor de waardige en prikkelende briefwisseling die jullie aan The Passion gewijd hebben. Jullie schuwen het geen van beiden om positie te kiezen en weten jullie stellingnames uitgebreid te onderbouwen. Dat levert met elkaar een aardig beeld op van wat het fenomeen The Passion oproept.
Wat mij intrigeert is dat er onder de posities die jullie tegenover elkaar lijken te plaatsen ook een grote mate van overeenstemming schuilgaat. Beiden zijn jullie er voorstander van dat het medium televisie gebruikt wordt om met het verhaal van Jezus een groot publiek te bereiken. Geen van beiden geloven jullie in een eenduidige interpretatie van dat verhaal.
Hoe bereik je zoveel mogelijk mensen met de hoogte en diepte van het passieverhaal? Dat is een vraag die mij als kerkleider ook voortdurend bezighoudt. En daarom waardeer ik de vragen waar jullie mee eindigen. Wat hopen we van The Passion 2016? Hoe verhouden de eisen die we aan omroepen stellen zich tot de eisen die we aan de kerk stellen?
Als ik terugdenk aan die avond in Enschede, dan zie ik steeds het moment in een parkeergarage voor me, voor aanvang van The Passion. Twee mannen die elkaar tegenkwamen. De één sprak verbaasd tegen de ander: ‘Wat is het hier druk.’ ‘Ja, The Passion’, antwoordde de ander. ‘De Passion?’ ‘Ja, je weet wel, dat verhaal van Jezus met dat kruis op zijn rug.’ ‘O, dat!’ ‘Ja, dat wordt hier vanavond uitgespeeld.’ Het is een piepklein tafereeltje, maar een tafereeltje dat het bestaan van The Passion voor mij al bijna rechtvaardigt. Dit jaar kon Robert ten Brink zeggen, om aan te geven hoe belangrijk dit spektakel is, dat ‘de helft van de Nederlanders’ niet weet wat Pasen is. Vijf jaar geleden, voordat The Passion voor het eerst uitgevoerd werd, lag dat percentage aanzienlijk hoger. Het lukt om, om met Mirella te spreken, om met dit verhaal over Pasen ‘aan paashazen en –eitjes voorbij te komen’.
Het lukt om meer bekendheid aan het verhaal te geven. Het lukt juist door de vormgeving met bekende Nederlanders ook om zoveel kijkers te trekken als The Passion nu doet. Ik herinner me hoe ik vorig jaar, kort voor The Passion, tegen een groepje 16-jarige voetballiefhebbers kon zeggen: ‘Jack van Gelder, die speelt Pilatus!’ Het prikkelde hun nieuwsgierigheid en ze besloten te gaan kijken. En als doctor Love Robert ten Brink tevoren zegt: ‘Ja, maar dit verhaal gaat over de echte doctor Love’, dan is dat een aansporing om nog wat langer over de kern van het verhaal van Jezus na te denken. Zelfs als hij tevoren in een interview uitspreekt dat hij niet in onbaatzuchtige liefde gelooft, zichzelf als agnost beschouwt en zijn levensgeluk vooral in zijn gezin zoekt, functioneert dat in mijn ogen als een spiegel om na te denken over wat je in het levensverhaal van Jezus tegenkomt.
Wat verwacht je van het spektakel The Passion? Met Mirella ben ik geneigd in te stemmen dat deze vorm dienend is aan het aanreiken van het verhaal van Jezus aan bijzonder veel mensen die er zonder The Passion mogelijk nooit mee in contact zouden zijn gekomen.
De intrigerende vraag die Hendro vervolgens stelt, is wat er met The Passion nu precies gecommuniceerd wordt.
In The Passion wordt het verhaal van de laatste dagen van Jezus verteld. Velen voor wie dat verhaal vertrouwd is, hebben de ervaring dat het een verhaal is met een enorme gelaagdheid waaraan je een leven lang kunt groeien en waarin je in verschillende levensfasen en in verschillende contexten ook heel verschillende dimensies kunt ontdekken. De vraag naar de betekenis van Christus levert bij hoorders, in de theologie, zelfs in de Bijbel, veel verschillende christologieën op.
Hendro beschuldigt de makers van The Passion van ‘bijbels fundamentalisme voor rijke westerlingen’. De suggestie dat ‘de letterlijke geschiedenis van 2000 jaar geleden’ verteld zou kunnen worden, slaat volgens hem (mijn woorden) de verkondiging plat. ‘De vraag naar het ‘waarom’ van deze mens, van dit lijden, van deze dood wordt ontweken’, stelt Hendro. En hij eindigt met een oproep aan de omroepen om ons uit onze comfortzone te halen, uit te dagen en te prikkelen. ‘Tot nadenken. Tot navolging. Ter nagedachtenis.’ ‘Waarom geen voetwassing? Laat ons voeten wassen. Van daklozen. Van ABN-Amro-bestuurders. Van PVV-stemmers. Van asielzoekers. Van buschauffeurs. Van kapsters. Van slachtoffers van seksueel misbruik. Van vuilnismannen. Van rabbijnen en immams. Van prostituees. Van gevangenen. Van pedofiele paters. Desnoods van BN-ers!’
Natuurlijk heeft Mirella gelijk als ze zich vervolgens afvraagt waarom we van omroepen meer verwachten dan van de kerk. De uitdaging die Hendro neerlegt, is de uitdaging waar iedere parochie, iedere gemeente, iedere pastor, priester, predikant, telkens weer voor staat. Hoe verkondigen wij het goede nieuws? Ook in al die prachtige initiatieven die we zien voortvloeien uit The Passion is dat de vraag die aan de orde zou moeten zijn. Ik herinner me uit Groningen de verbeelding van het Laatste Avondmaal met daklozen. Een mooi diaconaal beeld. En het kan allemaal misschien nog wel wat spannender. Vragen als hoe gaan we om met Benno L. en Volkert van der G. in onze woonomgeving zijn vragen waar kerkgemeenschappen zich in de afgelopen tijd over uitgelaten hebben en waar in het maatschappelijk debat verkondiging van uitgaat. Kunnen en moeten we die vorm van verkondiging ook van The Passion verwachten?
Eerlijk gezegd vind ik dat jullie met deze briefwisseling een prachtige vraag op tafel gelegd hebben. Ik ben blij dat we als Protestantse Kerk in Nederland steeds geparticipeerd hebben in The Passion.
Vijf jaar The Passion heeft ervoor gezorgd dat Nederland weer weet dat Pasen met het verhaal van Jezus te maken heeft. Dat de makers van het verhaal ervoor kiezen om met de Bijbelteksten (in gewone taal) te werken, vind ik een zeer te respecteren keuze. Het voorkomt dat de boodschappers Jezus te sterk gaan kneden naar hun eigen beeld. Het beeld van het kruis dat door de straten gedragen wordt is een manier om het verhaal te contextualiseren. Dit jaar liepen brandweerlieden uit Enschede mee die destijds de vuurwerkramp meemaakten.
Het is een spannende vraag of je na vijf jaar een spade dieper kunt steken. Lopen we niet juist het risico van gladde emo-TV wanneer we gaan proberen om expliciet meer engagement bij het verhaal te tonen?
Die vraag lijkt me de moeite waard voor de komende tijd. Het is alweer twee weken geleden dat The Passion in Enschede uitgevoerd werd. We hebben nog bijna een jaar voor ons liggen voordat het weer Witte Donderdag zal zijn. Het lijkt me mooi als velen zich mengen in dit gesprek. Vooral ook over de vraag ‘hoe’ dat dan zou moeten. Dat zou betekenen dat de vraag naar het waarom van het leven en sterven van Jezus nog meer aangewakkerd wordt in onze samenleving.
Karin van den Broeke,
preses van de Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland
Dank, beste Karin, voor je brief. Mooie en spannende vraag: of je vanuit het verlangen een spade dieper te steken niet juist het risico van gladde emo-TV loopt, wanneer je gaat proberen om expliciet meer engagement bij het verhaal te tonen. Ik ben intussen wel heel benieuwd hoe met name de producent er tegen aan kijkt. Wat zou het sterk zijn als die zich het komende jaar ook in het gesprek mengt!
Beste Karin van den Broeke,
Allereerst hartelijk dank voor je reactie. Ik vind het verheugend dat ook vanuit de leiding van één van onze beide grote Nederlandse Kerken gereageerd wordt op een discussie tussen twee theologen. Verder is het voor mij een grote vreugde dat deze discussie onze kerkelijke grenzen schijnbaar zodanig overstijgt dat niemand zich daar nog over verbaast!
Inderdaad: laat de discussie maar doorgaan! En net als Mirella zou ik het leuk vinden wanneer de makers van The Passion ook het gesprek aan zouden durven gaan.