“Dit is geen fraai verhaal, Stefanie”. Terwijl hij oude fotoboeken voor me opdiept uit verhuisdozen op de zolder, vertelt de broer van m’n vader dat onze voorouders vrijwel zeker slaven hielden op Curaçao. Sterker nog, via een Amerikaanse zakenrelatie had hij al eerder gehoord dat onze verwanten slaven verhandelden aan verwanten van die zakenrelatie. Eindelijk iemand die iets meer weet.
Schuilen in de stilte
Bladerend door de oude fotoboeken, peins ik over de informatie over plantagebezit en de financiële compensatie die mijn voorouders kregen voor de slaven bij de afschaffing. Het doet onwerkelijk aan. Wat een bizar gegeven dat de slavenhouders “schadeloos werden gesteld voor het verlies van bezit” ten tijde van de afschaffing van de slavernij. Het is moeilijk te bevatten dat mijn voorouders hier deel van uitmaakten. En bovenal: wat gek dat deze geschiedenis, die ik met minimale inspanningen heb opgespoord, zo onbekend is binnen mijn familie.
Ik praat met dr. Valika Smeulders door over mijn bevindingen. Zij rondde haar promotieonderzoek naar slavernij af in 2014. Ze bevestigt mijn vermoeden over de barre leefomstandigheden op de plantages. Vaak waren de slaven in dienst in huis of op het land en werden ze voor allerhande zware klussen ingezet. “Soms worden de omstandigheden van slaven op de Nederlandse Antillen en in Suriname naast elkaar gelegd. In vergelijking tot het harde regime in Suriname, lijkt het dan met het leed op de Antillen ’mee te vallen’. Echter, er was niet voor niets sprake van een slavenopstand in 1795 op Curaçao. Nadat de opstand is bezworen met grof geweld van de slavenhouders, zijn de omstandigheden iets verbeterd. Met betere regels probeerden de slavenhouders een volgende opstand te voorkomen. Maar vergis je niet: de slaafgemaakten waren nog steeds overgeleverd aan de willekeur van de meester en er zijn zoveel mensen ruw hun vrijheid en thuisland ontnomen. De vrijheid om je eigen keuzes te maken is zo’n kostbaar goed. Dat iemand ontnemen is onmenselijk”.
Het verwondert dr. Smeulders allerminst dat er zo weinig bekend is in mijn familie. In vaktermen wordt dit ‘de stilte’ genoemd. “Velen staan liever niet stil bij dit gedeelte van de Nederlandse geschiedenis. We zien de Gouden Eeuw liever als een tijd van ontdekking en triomf en handelsgeest zonder stil te staan bij de pijnlijke kant van deze medaille.” Ze vervolgt: “Deze stilte zie je ook terug in de representatie van onze geschiedenis in musea en ons onderwijs”. Kortom, mijn familie is hierin niet uniek. En ook ik blijk niet immuun voor het willen schuilen in die stilte.
Stemmen die gehoord moeten worden
Want met het verstrijken van de tijd en het naderbij kruipen van de deadline voor dit artikel, merk ik dat de drempel om alles open en bloot op te schrijven groter wordt. Deze ontdekkingen over de rol van mijn familie op Curaçao brengen me van m’n stuk. Het is een stuk makkelijker dit allemaal niet te weten. Ik wil niet zwijgen, maar voel steeds minder de vrijmoedigheid om m’n zoektocht open te delen. Dat verrast me. Ik was immers zo gedreven door dialoog en verbinding aan dit onderzoek van mijn familiegeschiedenis begonnen. Nu het allemaal zo dichtbij komt en mijn eigen familie raakt, wordt het openlijk delen van deze geschiedenis minder vanzelfsprekend. Ik begrijp Ben Affleck inmiddels een stuk beter. Ondertussen vraag ik toestemming aan mijn familieleden om dit onderdeel van onze geschiedenis te beschrijven. En ervaar ik opluchting en trots als ik er via een andere oom uit Amerika achter kom dat mijn voorouders oorspronkelijk als Lutherse predikant en arts in 1757 op Curaçao belandden. Ook verneem ik dat voorouders de “Curaçaosche Courant” opzetten. Dat zijn verhalen waar ik meer mee kan. Waar ik trots op kan zijn. Best aanlokkelijk om het daarbij te laten. Maar ik besluit al gauw dat dat niet gaat. De stilte is namelijk een stilte van schaamte en pijn. Ze herbergt verhalen die gehoord en gedeeld moeten worden, zodat we met kennis van deze gedeelde geschiedenis samen aan een toekomst van gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid kunnen bouwen. Het wordt tijd dat alle stemmen de ruimte krijgen en uit de stilte kunnen opklinken.
Lees morgen het slot van Stefanie’s verkenning naar haar familiegeschiedenis op Nieuwwij.nl.
Lieve Stefanie,
Ik kijk uit naar je 3e deel van het verhaal. Toch nu al enkele kanttekeningen :
1. Maak je niet druk om wat de familie ervan vindt, iedereen heeft een rugzakje.
2. Het feit dat een voorouder predikant / arts was zegt niets : slavernij werd
door de kerk op zijn minst getolereerd, om niet te zeggen dat de kerk zwarte
mensen eveneens inferieur achtte….
3. Nergens wordt iets verteld over de “exporteurs” van slaven, vooral in West
Afrika. De lokale stamhoofden werkten graag mee om op deze wijze hun
verslagen vijanden kwijt te raken en er ook nog geld voor te beuren.
Deze praktijken vinden helaas tot op de dag van heden in Afrika plaats.
4. Het betoog van Valika Smeulders snijdt geen hout : er is geen of nauwelijks
verschil tussen de omstandigheden van slaven in Curaçao of Suriname
of – zoals ik zelf heb gezien – in b.v. Aruba, Alabama, Georgia, de Carolina’s
of andere zuidelijke staten in de VS. Graag ga ik met haar een discussie aan.
5. Last but not least : de mind setting in die tijd was anders dan de huidige.
In die context kun je ook de Romeinen, de kruisridders, de conquistadores,
de Spanjaarden, Napoleon en andere bezetters nog even op het schavot zetten !
Laat er geen misverstand over bestaan : ik verafschuw kolonialisme en slavernij
in elke vorm, maar ik ben niet bereid me te verontschuldigen voor iets wat mijn
verre voorouders hebben uitgevreten. Moest Ben Afflick ook maar eens doen.
Wel vraag ik me af wat de zin is om na zo vele jaren een soort boetekleed aan te trekken voor iets waar we part noch deel aan hadden…..
Ik hoop oprecht dat mijn reactie een levendige discussie zal opleveren.
Groetjes en veel liefs, Fijs
Ha Oom Fijs, bedankt voor je reactie. Dat ik me niet te veel moet aantrekken van familie zal ik hierbij noteren 😉 Je schrijft dat we geen boetekleed hoeven aan te trekken en dat alles in perspectief gezien moet worden. Maar kan je perspectief zien als je niet alle kanten van het verhaal kent? Dat betwijfel ik. Persoonlijk vind ik dat we kennis van de slavernij en koloniale verleden in Nederland enorm tekort schiet. Je leert er niet over op school en zelfs in je eigen familie wordt niet echt over deze geschiedenis gesproken. Mijns inziens heeft het feit dat we hier niet bij stilstaan en kennis over ontbreekt, consequenties voor hoe we met elkaar omgaan. Bekijk bijvoorbeeld deze NPOdoc http://www.npo.nl/onder-elkaar/30-03-2013/NPS_1225070 over hoe Hollanders op Curacao naar de verhoudingen kijken. In Nederland gaat het niet veel anders: de reacties op de Zwarte Pieten discussie en de discriminatie van groepen mensen, op werk, in politiekorpsen, school spreken voor zich. Discriminatie is meestal subtiel, soms zeer openlijk zoals in de NPOdoc maar in beide gevallen ontzettend schadelijk. Deel van deze problemen ligt mijn inziens in een overblijfsel van koloniale kijk op de wereld; onbewust onderscheid tussen zwart en wit waar wit in het voordeel is. Dat laat wetenschappelijk onderzoek ook zien: we associeren witte gezichten bijvoorbeeld sneller (letterlijk en figuurlijk) met goede en positieve woorden en karaktertrekken en zwarte gezichten relatief eerder met minder goede en negatieve woorden. (https://implicit.harvard.edu/implicit/iatdetails.html) Je kunt de Impliciet Association Test zelf ook doen op deze site. We verschillen over de consequenties van toen voor nu naar het lijkt van inzicht.
Over het ‘boetekleed’ aantrekken: natuurlijk ben ik het niet persoonlijk geweest die in slaven handelde en was het een andere tijd. Maar beseffen wat hier gebeurde en enige sensitiviteit voor wat die geschiedenis nog steeds betekent voor mensen, is wel ontzettend belangrijk. Dat is niet eens een ‘boetekleed aantrekken’ maar wel belangrijk om elkaar beter te begrijpen en samen te leven. Zodat mensen niet meer roepen “zonder ons hadden de Antillianen nog in Afrika rondgelopen met peniskokers” (NPO doc http://www.npo.nl/onder-elkaar/30-03-2013/NPS_1225070 ).
Dan over de andere punten:
2) tja, mensen zijn rare wezens, ik vind het fijner te weten dat de voorouders voor zover het zich laat aanzien in eerste instantie met maatschappelijke missie dan zakelijke missie naar de West vertrokken maar dat zegt verder nog niets over hoe ze daar leefden en handelden. En de kerk is allesbehalve vrij van schuld hierin!!
3 en 5) Over exporteurs heb ik geleerd inderdaad, en hoe vrijgekomen slaven ook hun eigen plantages met slaven bewerkten (artikel 3). Het is idd heel complex, gaat niet alleen over “ons Nederlanders”. Heb ik nog wel de vraag aan je: betekent dat dan dat we er niets meer mee hoeven? Omdat iedereen verkeerd zat, kunnen wij dat prima zo ook zijn?
$) En Dr Smeulders wilde allesbehalve benadrukken dat er veel verschil zat tussen behandeling. Slavernij was heftig en pijnlijk in al deze plekken. Toen ik haar vroeg te schetsen hoe het leven op de plantage eruitzag, deelde ze iets over de discussie onderling om juist aan te geven dat slavernij zeer zwaar was. Ik kan jullie prima een keer in contact brengen. Mooi excuus voor een bezoek aan Den Haag?
Lieve groet en tot spreeks, Stefanie