De bijeenkomst werd geopend door dagvoorzitter Amma Asante. Zij introduceerde zichzelf als Ghanese, echtgenote van een predikant en actief binnen een christelijke kerkgemeente (dit laatste wekte de indruk dat ze zich meende te moeten verontschuldigen voor haar geloof. Wat niet nodig is, omdat de Dialoog juist bedoeld is om gelovigen en lhbt-mensen (lesbisch, homoseksueel, biseksueel en transgender) bij elkaar te brengen). Asante vertelde dat haar vader haar altijd had voorgehouden dat homoseksualiteit een westers verschijnsel is, en dat dit in Ghana niet voorkomt. Toen zij op 17-jarige leeftijd voor het eerst in Ghana kwam, zag zij tot haar stomme verbazing dat homoseksualiteit daar wel degelijk voorkomt. Nadat haar op deze manier de ogen geopend waren, is zij zich steeds meer bewust geworden van de grote verschillen die er in de Nederlandse samenleving heersen, en in de keuzes die mensen maken.
Het project ‘De Dialoog’ is in 2002 ontstaan naar aanleiding van uitspraken van de Rotterdamse imam El Moumni, die homoseksualiteit bestempelde als een besmettelijke ziekte en homo’s vergeleek met varkens en honden. Het geheim van een dialoog is volgens Assante “dat je niet probeert de ander te overtuigen van jouw mening, maar dat je naar elkaar luistert om elkaar beter te leren kennen en begrijpen.”
Als eerste kregen vertegenwoordigers van de Dialoogpartners het woord om uit te leggen waarom zij het vanuit hun organisatie belangrijk vinden dat er dialogen over seksuele diversiteit georganiseerd worden. John Goring (Malaica) wil er vooral aan werken om de weerstad tegen seksuele diversiteit in biculturele kringen (mensen met een deels Nederlandse en deels andere culturele, etnische of religieuze achtergrond) weg te nemen. Sharon Polak (Humanistische Verbond): “Het is een mensenrecht dat je vrij bent om te mogen houden van wie je wilt.” Het COC vindt dat de positie van homo’s, lesbiennes en biseksuelen juridisch geregeld is, maar dat de sociale acceptatie in de samenleving achter blijft, aldus Aranka Rinkema.
Na deze inleiding kreeg Ahmed Marcouch, stadsdeelvoorzitter van de Amsterdamse wijk Slotervaart, het woord. Zijn aanwezigheid was in meerdere opzichten een goede keuze van de organisatie. Met zijn betoog stak hij de aanwezige lhbt’s en professionals een hart onder de riem. En dankzij zijn aanwezigheid was eindelijk de pers eens aanwezig om verslag te doen van de gesprekken en de sfeer tijdens de bijeenkomst.
In zijn toespraak stelde Marcouch dat de vrijheid van de homo dezelfde is als die van de moslim. Een grondwettelijke vrijheid. Marcouch kiest bewust voor een confrontatie, om op deze manier in zijn ogen onwrikbare standpunten los te weken. Maar toen, nadat hij in 2009 deelgenomen had aan de viering van het Suikerfeest in Arabische homocafé Habibi Ana, een groep van dertig Marokkaanse mannen naar hem toe kwam om hun ongenoegen hierover te uiten, nam hij uitgebreid de tijd om met hen van gedachten te wisselen. Aan het eind van het gesprek merkte een oudere man in het gezelschap droogjes op: “Waarom zouden we het in Nederland ontkennen, terwijl iedereen weet dat heel Casablanca homoseksueel is?” Het gesprek had uiteindelijk tot gevolg dat een groep Marokkanen Marcouch vergezelde tijdens zijn bezoek aan de nieuwjaarsreceptie van het COC.
Marcouch onderkent de angst van lhbt-mensen hun vrijheid en veiligheid kwijt te raken en stelt dat mensen die zich genoodzaakt voelen zichzelf te verloochenen geen volwaardig en productief lid van de samenleving kunnen zijn. Dit geldt zowel voor homo’s als voor moslims.
Na zijn betoog vroeg een vrouw uit het publiek of hij zelf homo is. Nee, dat is hij niet. Deze vraag wordt hem regelmatig gesteld, want mensen kunnen zich moeilijk voorstellen dat hij zich als Marokkaanse heteroseksueel inzet voor de rechte van lhbt’s. Marcouch legde uit dat dit ook niet van het ene op het andere moment is gebeurd en dat hij vroeger een andere houding had ten aanzien van homoseksualiteit. Maar hij is zich steeds meer bewust geworden van de problemen waar lhbt’s tegenaan lopen.
Een Hindoestaanse vrouw uit het publiek vertelde geëmotioneerd dat zij trots is op Marcouch omdat hij het op durft te nemen voor haar en haar homozusters en -broeders. “U vecht voor mijn idealen.” Want iemand die homo’s met dieren vergelijkt of vindt dat ze van een flat gegooid moeten worden, begrijpt niet hoe moeilijk het voor hen is.
Vervolgens werden aan de hand van vier filmfragmenten van de dvd ‘Geloof in Liefde’ (een initiatief van Tolerance United en De Dialoog) de vier dialooggroepen ingeleid. De deelnemers gingen uit elkaar om in subgroepen met elkaar te dialogiseren over een viertal thema’s. Na afloop werden de resultaten plenair besproken.
Dialoog 1: homoseksualiteit en religie
Deze groep werd ivm de grote belangstelling in tweeën gesplitst. Groep 1 meldde een rustige en positieven dialoog. Betekent dit dat er dus geen problemen zijn tussen religie en homoseksualiteit? Toch niet. Een deelnemer meldde dat zijn leven één groot probleem was totdat hij zichzelf losmaakte van de katholieke kerk en zijn eigen spiritualiteit ontwikkelde. Ook vinden er zowel in christelijke als islamitische kringen nog steeds homo- en hiv-healings plaats. Aan de andere kant is het vaak ook wel goed mogelijk homo en religieus te zijn, en zelfs actief te zijn binnen een kerk. Veel kerken staan helemaal niet negatief ten aanzin van homoseksualiteit. Binnen het hindoegeloof kan homoseksualiteit ook, aldus een aanwezige. Maar het is de cultuur die er een probleem van maakt. Ook Rotterdam Verkeert meldt positieve ervaringen. Met een groep islamitisch vrouwen hebben ze seksuele diversiteit zelfs in een moskee bespreekbaar weten te maken.
De tweede groep was vooral vast blijven zitten in religieuze standpunten en dogma’s. Maar ook daar waren positieve geluiden te horen. De vereniging voor christelijke homo’s, lesbiennes en biseksuelen CHJC organiseert activiteiten voor christelijke homo’s. Een predikant uit de voormalige hervormde kerk is altijd zichzelf geweest en heeft daardoor veel aan acceptatie bereikt. Als lhbt-mens actief zijn binnen een kerkgemeenschap kost je vaak moeite en energie, maar de kerk verlaten kost je ook wat. Er werd gepleit voor het zichtbaar zijn van lhbt’s binnen religieuze gemeenschappen. En zichtbaarheid van de diversiteit binnen de roze wereld. Want die is ook geen gesloten roze front. Er bestaat veel diversiteit, maar men is onderling niet altijd solidair.
Dialoog 2: homoseksualiteit en familieverbanden
Uit deze groep kwamen een aantal aanbevelingen. Praat als ouders al op een vroeg moment met kinderen over seksuele diversiteit. Stel geen normen, de norm is nog steeds heteroseksualiteit. (Maar hoe krijg je ouders zo ver?) Eén van de aanwezigen vertelde net uit de kast te zijn. Hij en zijn vrouw gaan daarom scheiden. Maar homoseksualiteit is hierdoor wel een gespreksonderwerp aan de ontbijttafel. Zijn kinderen gaan er heel normaal mee om.
Dialoog 3: homoseksualiteit en school
De bevindingen in deze groep waren tamelijk divers. Schoolbesturen zijn vaak bang leerlingen te verliezen als seksuele diversiteit op school bespreekbaar wordt gesteld. Een docent in het basisonderwijs vertelde dat zijn leerlingen het wel cool vinden dat hun meester homo is. Een docente uit het middelbaar onderwijs meldde dat haar eigen leerlingen niet moeilijk doen over haar geaardheid, “maar die 600 andere leerlingen waar ik geen les aan geef wel”. Iemand anders klaagde over gebrek aan materiaal, waarop een andere aanwezige het boek ‘Koning en Koning’ liet zien, dat hij net aan de boekentafel gekocht heeft. Volgens iemand van de onderwijsvakbond zijn zij al jaren bezig met het ontwikkelen van geschikt lesmateriaal. Maar de scholen willen het niet gebruiken. Het CHJC, de Gereformeerde vereniging voor homo’s en lesbiennes ContrariO en het LKP (Landelijk KoördinatiePunt groepen kerk en homoseksualiteit) – verenigd onder de naam LCC Projecten – hebben gezamenlijk de lesbrief ‘Homo in de klas’ ontwikkeld die op dit moment op vier gereformeerd-vrijgemaakte scholen wordt gebruikt. Schoolbesturen zouden verantwoordelijkheid moeten nemen voor de veiligheid van lhbt-personeel en -leerlingen. En voorlichting moet verplicht gesteld worden. Maar dat zijn punten die door de landelijke politiek geregel moten worden.
Dialoog 4: homoseksualiteit en multiculturaliteit
Het thema van groep 4 riep opvallend veel negatieve associaties op. In veel culturen is intimiteit tussen vrouwen of mannen onderling veel normaler dan in Nederland. Maar het aannemen van de homo- of biseksuele identiteit leidt vaak tot grote problemen. Je mag het wel doen, maar je mag het niet zijn. De vraag rees of een coming out zoals in de westerse cultuur gebruikelijk is wel de norm moet zijn. Nee, je mag iemand niet dwingen uit de kast te komen. Maar wil seksuele diversiteit als normaal geaccepteerd worden is zichtbaarheid wel van groot belang. Het moet dus veilig zijn om uit de kast te komen als je wilt. Een jonge Marokkaan geeft aan dat voor het bereiken van jongeren de terminologie belangrijk is. Pleit niet voor acceptatie of goedkeuring. Daarmee bereik je jongeren niet. Zet in op respect, dat is een begrip dat jongeren aanspreekt. (Dit illustreert heel duidelijk een verschil in taalgebruik tussen jongeren (straatcultuur) en ouderen.)
Al met al wederom een geslaagde ontmoeting. Vele deelnemers zijn naar huis gegaan met nieuwe vragen en ideeën die hopelijk zullen inspireren tot nieuwe ontmoetingen en verdergaande kennismaking tussen twee groepen die toch minder scherp tegenover elkaar staan dan vaak wordt gedacht. De bijeenkomst werd zoals bijna gebruikelijk afgesloten met een uitstekend buffet. Waarbij uitgebreid bijgepraat werd met bekenden, kennisgemaakt werd met nieuwe mensen en vooral stevig werd genetwerkt. Bij het verlaten van het gebouw ontvingen alle deelnemers tegen inlevering van hun evaluatieformulier een exemplaar van de dvd ‘Geloof in Liefde’ en het methodiekboekje ‘De Dialoog’, samengesteld door het Humanistisch Verbond.