Je bent te nuchter om massaal achter een grote leider aan te lopen zoals de Noord-Koreanen dat doen, in de overtuiging dat hun geliefde Kim Jong-un van goddelijke komaf is, 1500 boeken heeft geschreven tijdens zijn studententijd en het weer kan veranderen met zijn gedachten (al zou dat laatste niet verkeerd zijn). Je toetert niet met vlaggen die op de achterruit van je auto zijn geplakt, of trots uit het raam gehangen, en de landsnaam schreeuwend alsof de jihad wordt ontketend, maar bestelt liever nog een biertje in de kroeg en stipt de eventuele verbeterpunten van het nationale elftal aan. Want zelfkritiek beheers je uitstekend. En klagen ook. Maar overdrijven doe je dan weer niet: het kan altijd beter. Fouten en blunders zullen zeker niet onbesproken blijven, alleen heb je geen Samoerai zwaard aan de muur hangen, mocht je het zo verknald hebben dat hari-kiri de enige uitweg is. Falen leidt hoogstens tot curatele of, in het geval van crimineel gedrag, de bajes. En als je je lesje geleerd hebt: nog maar eens proberen.

Ontworsteld van het christelijke geloof, waar je ook je kinderen liever niet mee opzadelt, vind je het helemaal prima dat de lokale kerk wordt gesloopt of omgebouwd tot zorgcentrum, restaurant of museum. Maar de gastarbeiders – die bleven – namen een nieuw geloof mee naar ons land, de islam, met alle haatbaarden, kopvoddencritici, te hoge minaretten en Halal-delicatesseninvasies in onze supermarkten van dien. En dan zijn er natuurlijk nog de ex-christenen die kindeke Jezus hebben ingeruild voor nieuwe religieuze en spirituele stromingen, belichaamd door de tarotkaartfetisjiste, de anti-kraakvegetarier en de Eckhart Tolle ‘ik leef in het hier en nu’ gelukszoeker, van wie je hoopt dat ze je niet met hun activiteiten lastig vallen.

Ja, religie is tegenwoordig een vies woord. Maar toch dragen wij seculiere Nederlanders wel degelijk een vorm van religie met ons mee, simpelweg omdat we nu eenmaal Nederlanders zijn. Benieuwd? Met een kritische blik belicht ik een fenomeen van onze samenleving, genaamd ‘civiele religie’, in deze vierdelige serie waarin stilte een speciale betekenis heeft.

Deel 1. Vrijheid en stilte in de Nederlandse civiele religie

De Nationale Dodenherdenking viel in 2014 op een zondag, toen ik samen met mijn neef onderzoek deed op een volle Dam ten behoeve van mijn masterthesis. Ik stoorde me aan een groepje Russen dat voor ons stond. “Wat doen zij hier?” vroeg ik. Ze gaven mij een wij-zij gevoel: dit is ónze herdenking, waarin wij de slachtoffers herdenken die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen en daar heb ik liever geen volk bij dat momenteel oorlogje speelt aan de Zwarte Zee (aangezien de Krim toen recentelijk was ingelijfd door Rusland). “Maar de Russen hebben heel veel mensen verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog,” zei mijn neef. Dat kan wel zijn, dacht ik, maar zij snappen natuurlijk niets van de context, onze historie, onze waarden en normen en de boodschap die met de herdenking gepaard gaat, namelijk het doorgeven van vrijheid. En iedereen weet: Poetin en vrijheid gaan niet samen. Wodka en twee minuten stilte ook niet.

De heilige stilte

Vooroordelen, ik weet het. Ik heb ook niets tegen Russen. Toch lijkt de Nationale Dodenherdenking een zuiver Nederlandse aangelegenheid, voorzien van een stilteritueel dat meer raakvlakken heeft met het religieuze dan je op het eerste gezicht zou denken. Het is niet zo dat de 2 minuten stilte vanuit christelijk, Joods of anderzijds theïstisch perspectief worden gehouden: God heeft er geen plaats. Toch lijkt er een mate van heiligheid met deze gebeurtenis te zijn vervlochten die niet aan God maar aan de Nederlandse identiteit en natiestaat toe te dichten valt.

Kijkend naar hoe de Dam functioneert als momentane stille plek en de wijze waarop TV, radio en internet deze plek tot vrijwel alle Nederlandse huishoudens toegankelijk maken, de spontane stiltes in openbare ruimten en bedrijven, de lokale herdenkingen die veelal door kerkgenootschappen worden georganiseerd, kan ik best stellen dat stilte op 4 mei een heilige zaak is. De spanningsvelden die tijdens mijn onderzoek naar voren kwamen ondersteunen deze stelling: van ergernissen in restaurants waar mensen gewoon doorpraten terwijl anderen stilte houden tot een Damschreeuwer die na zijn daad verketterd en vervolgd werd.

Er verscheen zelfs een artikel in Trouw, dat sprak van ‘godslastering’ naar aanleiding van het incident rondom de Damschreeuwer in 2010. En hoewel een aantal christelijke gemeenten al sinds 1949 traditiegetrouw de dodenherdenking verplaatst naar 3 mei, indien deze op zondag valt, zorgde dit vorig jaar voor ophef. “De herdenking met z’n kransen, vorstenhuis en hoogwaardigheidsbekleders is zo’n instituut geworden dat mensen er erg van schrikken als van de datum wordt afgeweken. Dat wordt bijna gezien als heiligschennis,” aldus godsdienstprofessor Hijme Stoffels in het Nederlands Dagblad. “Alleen religekkies herdenken op 3 mei,” luidt de titel van een artikel in dezelfde krant: uit berichten op Facebook en Twitter bleek dat veel Nederlanders van mening zijn dat christenen zich dienen te schikken in onze nationale traditie. Nee, zelfs God ontkomt niet aan onze heilige stilte.

Vrijheid. Wat is dat eigenlijk?

Afgelopen twee jaar was de dodenherdenking voorzien van het thema ‘Vrijheid geef je door’. Voor degenen die niet weten wat vrijheid is, staat een verdiepende tekst op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, waarin dit haarfijn wordt uitgelegd. Het containerbegrip ‘vrijheid’ is dan ook zorgvuldig bijgeschaafd, geslepen en opgepoetst zodat het Nederlandse vrijheidsideaal kan schitteren tot in alle uithoeken van het land.

“De avond van 4 mei is de hoogtijdag geworden van wat ik ‘civil religion’ noem en waarop we onze belangrijkste grondwaarde – vrijheid – ritueel bevestigen. Vrijheid heeft in Nederland een religieuze status. Die overtuiging delen alle Nederlanders, van links tot rechts. Zo’n religie bestaat bij de gratie van een duidelijk verschil tussen engelen en duivels, tussen goed en kwaad,” stelt Ralf Bodelier, leider van het Wereldpodium, in de Volkskrant.

Toen ik op de Dam stond, waren voor mijn gevoel de Russen eventjes het kwaad. Zo kan dat dus werken. Ik besef nu ook dat de weerstand tegen het herdenken van Duitse slachtoffers waarschijnlijk voortkomt uit hetzelfde gevoel: een oerinstinct dat we sinds de stammentijd met ons meedragen en dat trouwens ook in de onderbuiken van Henk en Ingrid komt opspelen terwijl ze toekijken hoe Nederland islamiseert. Dat laatste ziet Geert Wilders, die overigens het begrip vrijheid ook heeft toegeëigend, juist als geváár voor onze vrijheid terwijl Ernst Hirsch Ballin liever tolerantie predikt: “Wederkerigheid in vrijheid gaat over elkaar de ruimte geven en die zelf ook krijgen. Op alle niveaus: tussen mensen, groepen mensen en soevereine staten,” schreef hij in zijn verdiepende tekst die vorig jaar op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei het jaarthema ondersteunde. Vrijheid is een kernwaarde binnen de Nederlandse civiele religie, maar is qua betekenis eindeloos kneedbaar: een potje voetballen met kransen door Marokkaanse jongetjes mag dan weer niet, en voor de Damschreeuwer volgden represailles toen hij de vrijheid nam om zijn stem te laten horen toen iedereen zweeg.

In het volgende deel van de serie verken ik de collectieve herinnering en het cultiveren van nationale ideologie door middel van het stilteritueel.

Stefan-Franz-2

Stefan Franz

schrijver, publicist

Stefan Franz schrijft en publiceert over onderwerpen die met religie en zingeving te maken hebben.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.