Geachte rector, excellenties, vertegenwoordigers van de media, eerbare gasten, dames en heren.

In 2004 bezocht mij een van de imams uit Diyanet, een van de Turkse religieuze organisaties, en hij zei: “Wij hebben een vertaling van de Koran met commentaar nodig. Er bestaat geen vertaling op dit moment die rekening houdt met de uitleg en met de benaderingen van de soennieten.” Vanaf dat bezoek dacht ik aan een evaluatie van bestaande vertalingen, en dus ging ik op zoek naar een mogelijkheid om een vertaling met een team te realiseren. Deze gelegenheid deed zich voor in 2006 en wij zijn begonnen.

Vandaag is dus een bijzondere en geweldige dag. De dag van de presentatie van ons zeven jaar gedurende gezamenlijke werk: De Levende Koran. De Levende Koran is een vertaalversie met commentaar. Het is een van de meest moderne vertaalbijdragen aan de literatuur omtrent de Koran en de islam, vertalingen welke teruggaan tot de Latijnse taal in de tiende eeuw. Vanaf de eerste Latijnse vertaling van de Koran in de periode 1140-1153, op initiatief van Peter de Venerable, verwezenlijkt in Toledo, Spanje, (toenmalig islamitisch cultuurcentrum) door Robert Ketton, zijn vele andere vertalingen in Westerse talen verscheen. Via de Kruistochten van de 10e, 11e en 12e eeuw komt de Europese wereld van het christendom in contact met de wereld van de islam.

Niettemin brengen de Kruistochten wel het begin van aandacht voor de Koran met zich mee, uiteindelijk resulterend, in het koloniale tijdperk van 18e en de 19e eeuw, in minder subjectieve, minder onevenwichtige vertalingen. In grote lijnen kunnen we vier visies in westerse vertalingen onderscheiden.

  1. Vertalingen met negatieve intenties, in het gunstigste geval polemisch gekleurd; de werkwijze van christelijke geestelijken tot ver na de Kruistochten.
  2. Vertalingen van islamologen, westerse wetenschappers met belangstelling voor de Arabische wereld, ondernomen en gepubliceerd vanuit zowel ethisch-christelijke doeleinden als vanuit koloniale, sociaal-economische doeleinden. De Koran als onwetende parafrase van de Bijbel, in de meest tragische versie!
  3. Vertalingen van een nieuwe westerse generatie onderzoekers, zichzelf arabisten of islamologen noemend, vanaf de 19e eeuw: veelal zeer gedegen, arbeidsintensieve werken.
  4. Vertalingen van “moslim immigranten” in westerse landen, van hoogopgeleide moslims in westerse en tevens in Arabische landen, vaak werkzaam in Europa of in de Verenigde Staten, zichzelf occidentalisten noemend: moslims met professionele interesse voor de westerse cultuur en tegelijkertijd ook voor hun eigen islamitische cultuur.

In de laatste decennia is de Koran in meer dan zeventig talen vertaald. De meeste van deze vertaalversies werden door de Westerse islamologen gemaakt. Dus kunnen we zeggen, dat westerse islamologen grotendeels belangrijke bijdragen hebben geleverd aan het ontstaan en het realiseren van Koranvertalingen en van islamitische literatuur in het Westen. Vandaag de dag is het vertaalproces continu. Vandaag zijn onze eerbare collega’s en vrienden, “islamologen van de Koran of laten we zeggen niet-moslim mufassirs van de Koran” bij ons aanwezig om over De Levende Koran te spreken. Ik waardeer hun aanwezigheid en hun kritische woorden ten zeerste.

Vanwege de globale identiteit die de Islam heeft gekregen en de continue toetreding tot de Islam van mensen die geen Arabisch spreken, is er een groeiende behoefte aan vertalingen en exegeses van de Koran. Iedereen zal ongetwijfeld groot profijt kunnen hebben van deze vertaalwerken, zolang hij tenminste niet in veronderstelling verkeert dat hij met zulke vertalingen in de hand de goddelijke wetgeving geheel kan doorgronden en de originele Korantekst, de profetische praktijk, de uitgebreide exegeses op het gebied van wet en geloofsleer, kortom het totale islamitische literaire erfgoed en de islamitische eruditie daarmee opzij kan schuiven. Hij dient zich wel bewust te blijven van zijn grenzen. Voor degenen die het Arabisch niet machtig zijn en daarom geen toegang hebben tot het origineel, dient volgens het vers “Jullie zullen dit aan de mensen bekend maken en het niet verborgen houden” (3: 187) de boodschap van de Koran door middel van vertaling en uitleg te worden aangereikt.

Vanuit deze gedachte heeft een werkgroep bestaande uit islamdocenten, islamstudenten en neerlandici met bescheiden middelen getracht om deze vertaalversie tot stand te brengen, een versie die niet alleen in modern en gemakkelijk leesbaar Nederlands een weergave van de betekenis van de Korantekst vormt, maar tevens voorziet in verklaringen bij vele Koranverzen. Bij deze vertaling hebben wij als vertalers de intentie om een toegankelijke, vooral leesbare, historische contextbiedende en in een zo modern, welluidend Nederlands gestelde vertaalversie van de Koran na te streven. Wij hebben deze vertaalversie “De Levende Koran” genoemd, om aan zowel moslims als niet-moslims in het Nederlandse taalgebied te kunnen laten zien dat de Koran een dynamische en actuele boodschap verkondigt.

Om deze boodschap te kunnen overbrengen hebben de moslims in Nederland of in de Westerse wereld over het algemeen diepe kennis, inzicht en dynamische, contextbiedende lezingen over de Koran en over de soenna nodig. Vanuit die zienswijze kunnen wij gemakkelijk zeggen dat een van de grote problemen van de moslims het statisch, te letterlijk lezen is, en helaas niet het verwerken van de betekenissen van de Koran via een dynamisch, levende en contekstbiedende weergave van de Koran en Soenna. Dus, een eigentijdse presentatie van de Koran en Soenna is derhalve noodzaak.

Vandaag is het ontzettend belangrijk voor moslims in Nederland om de Koran en Soenna op een dynamische en actuele wijze, vanuit een moslim hart en vanuit een islamitische denkwijze te presenteren. Het is belangrijk om negatieve beeldvorming jegens moslims terug te dringen. Immers, volgens mij bestaat er een sterk verband tussen het niet-juist presenteren van de bronnen van de Islam in het Westen en negatieve benaderingen en beeldvorming. Het is algemeen bekend dat er al in historisch opzicht een culturele erfenis van negatieve beeldvorming met betrekking tot de Islam en moslims in het westen bestaat. Maar ook moslims dienen zich over deze situatie te beraden.

De negatieve beeldvorming omtrent islam gaat in het laatste decennium nog steeds onverminderd door. Er zijn nog steeds mensen die het volgende zeggen: De Islam wordt steeds ideologischer, dat boezemt me angst in. Er zijn gematigde moslims, maar er bestaat geen gematigde islam. Die religie is achterlijk, vrouwonvriendelijk, vrijheid beperkend. “Islamitische terreur”, “moslim terroristen”, “jihadisten” zijn enkele concepten die door de media vaak worden gebezigd. En nog actueler: “Minder Marokkanen”. Dit soort woorden beschouwen de moslims als beledigend en kwetsend.

Hier wil ik ook benadrukken dat de negatieve discussies tegenover Islam, moslims en Koran binnen de Nederlandse politiek en in de Nederlandse media een slechte invloed hebben op de islamitische gemeenschap. Dit brengt ook concrete gevolgen met zich mee. De polarisatie in de samenleving is toegenomen. Hierbij moet wel worden benadrukt, dat discussies jegens Islam, moslims en Koran in Nederland veelal niet op een gezonde manier worden gevoerd. De methodologie en de manier waarop de discussies over de Islam en Koran gevoerd worden zijn van groot belang. Bijvoorbeeld, als je zegt: “De Koran is fout”, “De Koran is een achterhaald boek”, dan wordt het een lastige discussie voor moslims. Maar als je zegt dat moslims ten onrechte en statisch, en niet op dynamische wijze de Koran en de Soenna interpreteren, dan krijg je waarschijnlijk een betere en meer constructieve gedachtewisseling.

Aan de andere kant heeft eveneens een aantal moslims een gelijkwaardige negatieve beeldvorming over joden, christenen en hun heilige boeken.

Een aantal redenen achter de onjuiste manier van discussiëren is de volgende: de kwetsbaarheid van moslims op zowel economisch als op cultureel niveau, de etnische en sektarische verscheidenheid, het gebrek aan religieuze-intellectuele leiders die de basis bronnen van de Islam op dynamisch wijze kunnen uitleggen, onvoldoende kennis van de Westerse normen en waarden zowel theologisch als filosofisch, de psychologie van de slachtofferrol, emotionaliteit, het blijven in het eigen getto en het weinig contact maken met andere groepen van de samenleving, het niet voldoende moeite nemen voor positieve participatie aan de Nederlandse samenleving, en ten slotte blijvende extreme devotie voor het land van herkomst.

Afgezien van bepaalde uitzonderingen en van goede voorbeelden, is de islamitische gemeenschap over het algemeen meestal slecht georganiseerd. De gemiddelde moskeebestuurder spreekt slecht Nederlands, leest weinig Nederlandse kranten, leeft in zijn eigen getto’s. Discussie wordt meestal niet serieus genomen. Het blijft nog steeds taboe om te zeggen dat de problemen betreffende vrouwen, radicalisme, criminaliteit en het dynamisch lezen van de bronnen van de Islam open op tafel moeten komen. De intellectuele armoede in de islamitische gemeenschap is groot. Het niveau van de imams als religieuze leiders qua islamitische wetenschappen, taal en kennis over normen en waarden van de Nederlandse samenleving is niet voldoende. Te weinig spreken we over de vraag hoe de islam en de Koran gezien worden en ook gezien moeten worden in de Nederlandse samenleving. Hoe en met welke denkwijze kunnen we onze basisbronnen in deze samenleving presenteren?

Als een moslim theoloog die sinds bijna tien jaar in deze samenleving woont, meen ik dat aan de huidige criminaliteit, en aan het extreme gedachtegoed onder jongeren onwetendheid en identiteitsproblemen ten grondslag liggen. Dat komt grotendeels uit het verkeerd en anachronistisch lezen van de Koran en vooral van Hadith-teksten voort. Het Westen in het algemeen en Nederland in het bijzonder worden in het toenemende radicalisme beschouwd als “daar al-harb/het land van oorlog”, waarmee ook een soort oorlog tegen een soort “Westen” en tegen westerse waarden kan worden verklaard. De drang tot gewelddadige acties neemt hierdoor toe. De personen die deze gedachten hebben leven echter zelf in Nederland en genieten de voordelen van het vangnet van het sociale staatsbestel. Dit gedachtegoed is echter duidelijk in strijd met de ware leer van de Islam, zoals die is geformuleerd in de Koran en in de Soenna. Cruciale vraag blijft niettemin: hoe overtuigend kunnen we het ware leer van de Islam zoals die is geformuleerd in de Koran en in de Soenna in deze tijd presenteren?

Nederland is natuurlijk geen Islamitisch land, maar in het algemeen wel een land met respect tegenover Islam en moslims. Nederland is volgens mij nog steeds wat religieuze vrijheden en vrijheid van meningsuiting betreft beter dan vele islamitische landen.

Om deze wanverhouding te vermijden moet er een juist verband gelegd worden tussen islamitische basisteksten en context van de samenleving. Derhalve dient bij de weergave van de bronnen en de interpretatie ervan moet gelet te worden op het onderscheid tussen Islam en de praktische toepassing van de Islam (al-dien-al-tadayyun) door de moslims. De meest gevolgde en geaccepteerde leer genaamd Ahl al-soenna (Degenen die de weg/evenwichtige leefwijze van de Profeet volgen) gebiedt juist vanuit haar paradigma en vanuit haar bewoordingen afstand te nemen van extremisme en geweld. Het rechte pad is evenwichtig en een gulden middenweg. De basis van deze leer is terug te vinden in de Koran, waarin onder andere de woorden “al-vasatiyya=middenweg”,  “i‘tidal=evenwichtig” en “al-silm/vrede” voorkomen.

De derde generatie moslims beseft nu dat ze in de Nederlandse samenleving leeft en ze probeert daarin goed te functioneren, rekening houdend met de normen en de waarden van Nederland. Dit betekent natuurlijk niet dat ze zal zwijgen tegenover de anti-islamitische sentimenten en onrechtvaardige benaderingen. Wanneer men daarover spreekt dient er wel rekening mee gehouden te moeten worden, dat men blijft binnen de grenzen van de Nederlandse democratische rechtstaat. Het is volgens mij ook van groot belang dat moslims onderscheid maken tussen “vrijheid van meningsuiting” en “vrijheid van religie”. Moslims behoren moeite te doen om met “vrijheid van meningsuiting” in de seculiere Westerse samenleving om te leren gaan.

Bovendien zou het voor het functioneren van moslims binnen de Nederlandse samenleving beter zijn, indien ze op een positieve manier constructieve kritiek ten aanzien van hun bronnen en hun religie evalueren, opdat ze zelf hiervan op korte en lange termijn kunnen profiteren.

Het is hierbij een hoofdtaak, vooral van de voorhoede van de moslims om deze belangrijke maatschappelijke, religieuze, intellectuele en culturele problemen van de moslims op te lossen, mits de Nederlanders en Nederlandse instellingen en vooral christelijke en joodse religieuze leiders en instellingen de moslims op een constructieve manier benaderen. Het is in dit verband van fundamenteel belang, dat moslims in Nederland de gelegenheid krijgen en gebruiken met hun eigen dynamiek en met hun eigen methodologie dit soort problemen tegemoet te treden en te trachten op te lossen.

Vooral om dit soort redenen presenteren wij hier vandaag een dynamische, eigentijdse, context biedende en voor discussies en kritiek open staande vertaalversie van de eerste bron van de Islam aan: De Levende Koran.

Voor de realisatie van deze publicatie wil ik een aantal mensen bedanken, die op allerlei manieren bijdragen hebben geleverd. In de eerste plaats betuig ik mijn dank aan Ramazan Güngören, die het initiatief tot dit project heeft genomen. En aan mijn collega Fatih Okumuş, die medevertaler is. En alle andere leden van “de Stichting Lezen Leven”, Arif Akdemir, İlhan Döne, Ergun Madak, Tülay Darıcı, Nurcan Davarcı bedank ik voor hun betrokkenheid.

In de tweede plaats gaat een woord van dank uit naar Kees Musa Hoek, die zich met hart en ziel aan dit project heeft gewijd, en heeft getracht een in linguïstisch opzicht zo volwaardige en leesbare weergave in de Nederlandse taal te bewerkstelligen. Ik bedank eveneens Pieter Coppens, die de vertaling enkele malen kritisch heeft gelezen. Ik bedank tevens Yavuz İlhan, Tülay Darıcı en Nurcan Davarcı, die vanaf 2006 actief betrokken zijn geweest bij het proces van deze vertaling. Ik ben veel dank verschuldigd aan de Suat Erdemsoy, Kâmile Altıok-Kurt, Assia Moutahhir, Yasemin Gümüş en Naziha Souafi die min of meer een bijdrage hebben geleverd.

En natuurlijk mijn dank aan de rector van de IUR, Prof.Dr. Ahmed Akgündüz, die in zijn functie een verbindende en stimulerende persoon is geweest bij de publicatie van deze vertaalversie, in het bijzonder ten aanzien van de voorgestelde joint-publishing ervan. En ook aan Ertuğrul Gökçekuyu, İlker Kuzlu, Ahmet Dündar, Aziz Abba, Muhammed Aarab, Rafiq Fris, Fatih Özberk en Galal Amir, die op verschillende manieren bijdragen hebben geleverd aan het proces van publishing van de vertaalversie.

Als laatste wil ik graag mijn echtgenote Serpil Hıdır, Nuray İlhan, de vrouw van Yavuz İlhan, eveneens Halima, de vrouw van Kees Musa Hoek, die in de afgelopen zeven jaar voor een goede werksfeer hebben gezorgd door hun tolerantie, geduld, stimulansen en hun traktaties.

Bij deze vertaalversie hebben wij ons best gedaan om een goede, heldere, leesbare, toegankelijk vertaalversie te maken. Wij zullen dankbaar zijn voor alle constructieve kritiek en bijdrage. En daarvan zeker in de komende edities van deze Levende Koran trachten te profiteren.

Moge Allah deze vertaling voor alle mensen die haar onder ogen krijgen begunstigen, zegenen en beschermen.

Ik dank u zeer voor uw aandacht.

Ozan-Hidir-Twitter

Özcan Hıdır

universitair hoofddocent Koran-en Hadithwetenschappen, decaan

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.