Niet meevieren dus? Nee, ook al staat daarover niets in de oproep dit feestje mee te maken, er is wel iets heel belangrijks te gedenken: onze vertegenwoordiging door de Staten-Generaal. Die, zo legt artikel 52 vast, vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. Ongewijzigd staat het er nog, in artikel 50 van de huidige grondwet. Twee pijlers van ons staatsbestel zijn hier aan de orde: ‘vertegenwoordiging’ en ‘de HELE bevolking’.
Wie bewaakt de grondwet?
Nederland kent geen constitutioneel hof zoals de Verenigde Staten en Duitsland en evenmin een beslissend referendum zoals de Zwitsers. Hier is de bewaking van de fundamenten van de rechtsorde geheel toevertrouwd aan de Staten-Generaal. Met de grondwet van 1815 kreeg daarbij de Eerste Kamer een bijzondere rol; die gaat dat volgend jaar dan ook vieren. Voor de Tweede Kamer is er met die van 1814 alle aanleiding stil te staan bij de eigen rol die onze volksvertegenwoordiging is toebedeeld in het toezicht op handhaving van de grondwet. Kamerleden zweren of beloven dan ook trouw aan de grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt. Hierbij zijn zij hun eigen bewakers.
“Het gaat niet aan een collega ter verantwoording te roepen”, zei het lid Wilders toen in de Kamer zelf zijn oproep tot vermindering van Marokkanen aan de orde kwam.” “Ook staatsrechtelijk niet”, voegde hij eraan toe. Maar wie moet Kamerleden dan wel ter verantwoording roepen? De kiezer, eens in de vier jaar? Dat is wel erg mager. De eigen partij dan. Dat is de slager die eigen vlees keurt, in Wilders geval helemaal. Waar het om de grondwet gaat, is dit tot de orde roepen van collega’s staatsrechtelijk juist de enige weg.
De hele bevolking
Inhoudelijk is het punt dat Wilders’ oproep ingaat tegen het aloude artikel dat van de Staten-Generaal vraagt het gehele Nederlandse volk te vertegenwoordigen. Artikel 52 van de grondwet van 1814 vindt zijn oorsprong in de Staatsregeling voor het Bataafse Volk van 1798: “Het Vertegenwoordigend Lichaam is datgene, welk het geheele Volk vertegenwoordigt, en, in deszelfs naam, wetten geeft, overeenkomstig het voorschrift der Staatsregeling.” Vanouds had dit een geografische betekenis: van Gelderse Kamerleden wordt verwacht dat zij niet de bevolking van Gelderland maar het volk als geheel vertegenwoordigen. Een Kamerlid vertegenwoordigt niet alleen de eigen kiezers maar allen. Nu brengt dit dan ook mee dat niet het partijbelang de doorslag mag geven maar het algemeen belang (al heeft elke partij daarop vanzelfsprekend een eigen visie). Evident brengt artikel 50 vandaag mee dat een ‘autochtoon’ volksvertegenwoordiger zich niet mag beperken tot vertegenwoordiging van alleen de ‘autochtonen’ onder de Nederlandse bevolking. Wie oproept een bepaalde groep ‘allochtonen’ te ‘verminderen’, schendt dan ook zijn eed op de grondwet.
De Bataafse Staatsregeling had aan het artikel nog een andere bepaling vastgeknoopt: “Geen Lid van dit Lichaam vertegenwoordigt, immer, eenig afzonderlijk gedeelte des Volks, noch ontvangt eenen bijzonderen Lastbrief (art. 31).” Het verbod van vertegenwoordiging met last is er nog steeds maar in 1814 werd het eerste deel van het artikel al opgenomen geacht in de hoofdbepaling. Toch goed dit 200 jaar later nog eens onder de aandacht te brengen. Vertegenwoordiging van alleen ‘autochtone’ Nederlanders is ongrondwettig en dan ook alle reden voor onze Staten-Generaal collega’s die zich daaraan schuldig maken, tot de orde te roepen.
Op de grondwet van 1814 volgde reeds een jaar later een herziening. Daarbij wordt niet alleen de verdeling van de Staten-Generaal in twee Kamers geregeld, maar belangrijker nog het gelijkheidsbeginsel van het huidige artikel 1: “Allen die zich op het grondgebied van het Rijk bevinden, hetzij ingezetenen of vreemdelingen, hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen”, bepaalt de grondwet van 1815 in artikel 4.
Voor het ‘grondwetsfestival’ is in Den Haag een wandelpad uitgezet “langs vele Haagse instituties die een belangrijke rol spelen in onze democratie”. Ongetwijfeld leidt die route ook langs het in steen gebeitelde artikel 1 met naast het gelijkheidsbeginsel tevens het discriminatieverbod (aan de Hofweg, buiten ’s Lands Vergaderzaal). Met een schoonmaakactie had ‘Eén land één samenleving’ — een boven-politieke beweging van oud politieke leiders van VVD en CDA tot GroenLinks en de SP — de Rijksgebouwendienst op de noodzaak gewezen dit monument eindelijk eens op te knappen. Thans staat er een leesbare tekst. Nu de praktijk nog.