Zo was er de afgelopen maand een discussie in de Volkskrant over feminisme en islam, waar ik zelf aan bij mocht dragen. Ik reageerde op een artikel van Machteld Zee, een kandidaat-promovenda, die stelde dat Nederlandse feministen op moesten staan tegen vrouwenhaat, die voortkwam uit islam. Nederland moest ophouden met soft reageren als het ging om de achterstelling van moslimvrouwen. Ophouden met stellen dat een hoofddoek goed kan zijn voor emancipatie en toelaten dat er speciale vrouwenuurtjes komen in zwembaden. Mijn reactie op haar was tweeledig. Enerzijds stelde ik dat er allang sprake is van een feministische golf onder moslimvrouwen en dat die golf dus niet aangezwengeld hoeft te worden door westerse feministen en anderzijds betoogde ik dat het goed is om die vrouwen te steunen als westerse feminist, maar dan wel op de manier die zij voor ogen hebben. Dus strijden tegen vrouwenbesnijdenis (wat geen islamitische praktijk is overigens) en achterstelling: ja! Maar islamitische feministen ageren in het algemeen niet tegen de hoofddoek of gescheiden zwemmen. Dat kan juist leiden tot emancipatie.

Hier begon de 140 tekens-gekte. Vrouwen betoogden op Twitter dat ze zonder hoofddoek toch ook echt wel geëmancipeerd waren. Andere vermoedden dat mijn pleidooi voor de acceptatie van gescheiden zwemmen uiteindelijk zou leiden tot een nieuwe vorm van verzuiling. Weer anderen twitterden dat Femen pas een goed initiatief was (hoewel ik nog steeds geen antwoord heb waarom demonstreren met blote borsten effectiever is dan met hoofddoek) en een groot deel koos voor de persoonlijke aanval.

Eerlijk gezegd werd ik er nogal verdrietig van. En gefrustreerd. Want hoe leg ik iets wat zo dicht bij mijn hart ligt uit aan mensen, die al na de woorden islamitisch feminisme hebben besloten dat dit het zoveelste belachelijke sharia-achtige verzinsel is van kwaadaardige moslims. Waarom is het in zoveel gevallen in zo’n modern en pluriform land als Nederland zo moeilijk om aan mensen te bewijzen dat iedereen verschillend is en dat wat voor de een leidt tot emancipatie, voor de ander misschien niet werkt. Ik wil het zo graag uitleggen, maar niet in 140 tekens. Ik wil jullie zo graag kennis laten maken met de vrouwen achter deze vorm van feminisme en ik hoop dat men dan een beetje beter begrijpt dat dit iets goeds is en dat ook moslimvrouwen op hun manier kunnen strijden voor het belangrijkste doel ter wereld: gelijkheid.

Het enige wat je nodig hebt voor dit kennismakingsrondje is een beetje historisch besef en een open mind.

Ik begin groot. Met Aisha. De moeder der gelovigen. Ja, dat meisje van 9 ja. Maar zo zien wij, moslima’s Aisha niet. We weten niet hoe oud ze precies is, het kan ons ook niet schelen, want wij wonen niet in de zevende eeuw, dus dat begrijpen we nu sowieso niet meer. Na de dood van de profeet Mohammed trok Aisha ten strijde op een kameel tegen Ali. Als legeraanvoerder. Zij overleverde van alle volgelingen de meeste Hadiths over haar overleden echtgenoot. Aisha was stoer, ze was een leider en ze was behoorlijk slim. En dat voor een vrouw in het zevende eeuwse Saoedi-Arabië. DAT is wat wij feministen belangrijk vinden aan Aisha. Wij vinden niet dat meisjes in deze eeuw mogen trouwen voor hun 18de. Wij vinden niet dat zij moeten trouwen met een man, die meerdere vrouwen heeft. Dat zijn allemaal historische omstandigheden. Waar het om gaat zijn de universele tijdloze eigenschappen. Moed, leiderschap en intelligentie zijn op te maken uit het voorbeeld van Aisha niet voorbehouden aan mannen.

Maar ook kleiner zie ik ze. Mijn voorbeelden. De vrouwen waar ik trots op ben. Ik ontmoette een tijdje geleden een jonge vrouw, die haar leven wijdt aan God op alle mogelijke manieren, maar kritische vragen durft te stellen over maatschappelijke misstanden waardoor vrouwen worden achtergesteld. Dit leidt vaak tot kritiek van andere moslims. Maar wat deed Umm Salama? Ook een vrouw van onze profeet? Stelde zij de profeet geen kritische vragen? Ja wel hoor. Zo vroeg zij de profeet waarom vrouwen in de koran nooit werden aangesproken, waarna er een vers werd geopenbaard waar zowel mannen als vrouwen worden aangesproken.

Maar het zijn natuurlijk niet alleen jonge meiden, deze sterke vrouwen. Zo stuitte ik vandaag op een verhaal van een Marokkaanse vrouw, die hier als importbruid naar toe werd gehaald. Inmiddels is zij bijna zestig, ze spreekt vloeiend de Nederlandse taal en is directeur van haar eigen organisatie. Ook al heeft ze nooit een opleiding gehad. Ik denk dan aan Khadidja, de eerste vrouw van de profeet. Ze was geen maagd, ze was niet jong, ze was al eerder getrouwd geweest. De profeet huwde haar, omdat ze een sterke vrouw was met een eigen handelsimperium. Een vrouw, die haar eigen boontjes kon doppen en dus geen zielige onderdrukte vrouw.

Ik kan jullie nog voorstellen aan zoveel andere vrouwen die het verdienen om vaker op een positieve manier in de spotlights te komen. Maar waar het om gaat, is dat de islam het toestaat dat een vrouw een leider is, dat een vrouw gebruik maakt van haar hersens (bijvoorbeeld om te studeren), dat een vrouw carrière maakt, dat een vrouw een verleden heeft, dat een vrouw kritische vragen durft te stellen als ze denkt dat iets niet klopt. En wij, moslima’s in Nederland, wij maken gebruik van die mogelijkheden. Natuurlijk kan dit allemaal ook zonder gelovig te zijn, maar dat is weg a. Weg b, die ook leidt tot emancipatie, maar dan met behoud van religie is misschien een andere route, maar uiteindelijk is er datzelfde einddoel.

Sheily-Belhaj

Sheily Belhaj

freelance journaliste, islamoloog en blogger

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.