Eenzijdig manifest

De opstellers van het manifest, zoals het op Facebook al wordt genoemd, noemen Operation Protective Edge in één adem met de opmars van IS. Deze analyse zal door de meeste joden in Nederland niet als een uitnodiging tot trialoog worden opgevat. Zij hebben de afgelopen maanden ervaren dat de gebruikelijke kritiek op Israël transformeerde in onverzoenlijk antizionisme en dat bovendien de grens met antisemitisme herhaaldelijk werd overschreden. Er wordt geroepen om de terugkeer van Hitler, Fuck the Talmud wordt gezien als ‘een mening’, joodse complottheorieën worden niet tegengesproken. Joden die voorzichtig opmerken dat er grenzen zijn aan wat je over ‘zionisten’ mag roepen, worden verdacht gemaakt.

Het taboe op het ontkennen van Israëls bestaansrecht sneuvelde. Zo schrijft Hans Feddema op Facebook: “De PKN kan niet onopgeefbaar verbonden zijn, want dat wordt geassocieerd met de Staat Israël. Hamas maakt foutjes (sic!), maar Israël overspeelt zichzelf. Het terugdraaien van tweeduizend geschiedenis is een volkenrechtelijk monstrum. Het had nooit mogen gebeuren. Zonder Tweede Wereldoorlog was het nooit gebeurd”. Zolang mensen als Feddema de historische, psychologische en religieuze band van joden met Eretz Israël ontkennen en zelfs bestrijden, ben ik dankbaar dat men zich in de kerk bewust is gebleven van het joodse verhaal dat linksdenkenden en kerkverlaters niet wensen te horen.

Door nu, onder de ontstane politieke en religieuze verhoudingen in het Midden-Oosten en Nederland, op te roepen tot het ‘openbreken’ van de christelijke verbondenheid met Israël, geven de schrijvers een rampzalig signaal. De interreligieuze dialoog is intussen vergaand gepolitiseerd. Of men nu kiest voor dialoog en/of trialoog, we moeten terug naar de kerntaak: het aanboren van bronnen die een taal van waarheidsvinding en verzoening spreken.

Een achterhaald argument

De opstellers van het manifest suggereren dat de christelijke verbondenheid met Israël gebaseerd is op schuldgevoelens. Op zichzelf is de vraag naar dieper liggende motieven legitiem. Een grondregel in de interreligieuze dialoog is dan ook dat we niet werken met een geheime agenda – geen bekeringsijver, geen da’wah. Schuldgevoelens kunnen omslaan in haat. Zijn de Israël-critici boos op de joden omdat zij hen met deze schuld hebben opgezadeld? Intussen is de joods-christelijke dialoog een nieuwe fase ingegaan. De International Council of Christians and Jews (ICCJ) stelde vast dat christenen diepgaand hebben nagedacht over kerkelijk anti-judaïsme. De ICCJ nam op de Berlijnconferentie in 2009 een verklaring aan die stelt dat de joods-christelijke dialoog gevoerd moet worden op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid.

Rabbijn Jonathan Magonet spreekt in dezelfde geest in Talking to the Other; Jewish Interfaith Dialogue with Christians and Muslims (2003). Hij stelt dat er een fundamentele verandering is opgetreden in de houding van de kerk sinds het Tweede Vaticaans Concilie. Hij betreurt de nog altijd bestaande vrees onder joden voor agressieve bekeringsijver. Begrijpelijk vindt hij het wel, want in de naam van Jezus zijn joden eeuwenlang gemarteld en vervolgd. Magonet stond in 1972 aan de wieg van de JCM Conferenties in Bendorf – later in Wuppertal. Helaas zijn pogingen om deze leerzame, respectvolle trialoog naar Nederland te halen nooit gerealiseerd. Tegen zijn achterban, die twijfelt aan de motieven van de tegenpartij, zegt hij: Wie is een gibbor? Wie is wijs en sterk? Degene die zijn vijand weet te veranderen in een vriend.

In de Abrahamitische tradities wordt al eeuwenlang nagedacht over The Three Rings (Roggema, Poorthuis en Valkenberg, 2005). Vanuit joods perspectief was het lange tijd levensgevaarlijk om uitspraken te doen over het christendom. Moses Mendelssohn (1729-1786) was de eerste die het zwijgen van de Middeleeuwen doorbrak. Hij noemde Jezus een charismatische persoon. Abraham Geiger (1810-1874) plaatste Jezus in de joodse traditie, een rabbijn uit de school van Hillel. Claude Montefiore (1858-1938) geloofde in een voortschrijdende openbaring, voor hem behoorde het Nieuwe Testament tot het corpus van de joodse literatuur. David Flüsser schreef een indrukwekkende studie over Jezus, een joodse visie (2001). Joodse geleerden hebben vanaf de Haskala (joodse Verlichting) een zeer grote belangstelling aan de dag gelegd voor de islam: van Ignaz Goldziher en Bernard Lewis tot Reuven Firestone.

Onopgeefbare dialoog

Trialoog kan niet in de plaats komen van het bilaterale gesprek. Dialogen zijn onvervangbaar en uniek. De Joods-christelijke dialoog blijft belangrijk zolang organisaties als Kairos de substitutieleer prediken. Een positieve overweging is dat het OJEC, Overlegorgaan van Joden en Christenen, een halve eeuw dialoogervaring heeft. Hoe stel je stereotypen en karikaturen aan de orde zonder de relatie kapot te maken? Joods-christelijke dialoog kan dienen als een hermeneutisch model. De gunstige positie van joden onder de Islam kan dienen als een diversiteitsmodel. Salomon Schechter, een jood die een proefschrift schreef over het islamitisch gebed, was betrokken bij de ontdekking van de geniza in de Ben Ezra synagoge in Cairo. In zijn studie van dit depot laat Sjlomo Goitein duidelijk zien dat joodse en islamitische geleerden in het oude Fustat als vanzelfsprekend elkaars heilige teksten raadpleegden.

Het manifest onderstreept dat de drie religies samen een boodschap van liefde en vrede kunnen en moeten uitdragen. Helaas gaat men uit van het gepolitiseerde en gepolariseerde frame van daders (Israël) versus slachtoffers (de Palestijnen). Dialoogpartners moeten zich inspannen om het verhaal van de ander te verstaan, ook als dat moeilijk is. Trialoog moet niet gebaseerd zijn op vijandbeelden, maar op gezamenlijke verantwoordelijkheid.

rachelree

Rachel Reedijk

Schrijver

Rachel Reedijk is cultureel antropoloog en schrijver. Ze is lid van de dialoogcommissie van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.