Losjes oversteken gaat het best
Een voetgangersoversteekplaats met stoplichten (en mensen die zich daar aan houden). Soms stellen de voetgangers zich alleen op de rechterhelft van de oversteekplaats op het trottoir op, als waren zij voertuigen die rechts horen te rijden; maar meestal staat men over de volle breedte te wachten, aan beide zijden. Als het stoplicht op groen springt komen de linies op elkaar af; maar de te verwachten clash blijft uit. Door flexibel te lopen (dan weer eens tien centimeter schuin naar links stappen, dan weer eens tien centimeter naar rechts) weet men elkaar te vermijden. Bijna altijd komt iedereen heelhuids aan zijn of haar overkant, zonder zelfs maar iemand aangeraakt te hebben. Het lijken wel vloeistoffen die langs elkaar stromen. Problemen ontstaan alleen als twee of meer mensen (stelletjes of vrienden) per se direct naast elkaar willen blijven lopen, elkaar niet kunnen loslaten, en dus niet kunnen mengen. Dan ontstaan (bijna-)botsingen.
Dit lijkt me wel een aardig beeld van m’n stelling: het is goed om te verbinden, zoals de centrale boodschap van Nieuwwij is, maar minstens zo belangrijk is het, langs elkaar heen te kunnen leven.
Het doel van Nieuwwij is “het verbinden van verschillen tussen culturele en religieuze groepen”, zo lees ik. Als ik de diverse artikelen van de laatste maanden losjes de revue laat passeren in mijn gedachten, gaan ze bijna altijd over mogelijke verbindingen tussen christenen (protestanten) en andere groepen. Bijna nooit over het verbinden van moslims en atheïsten, het verbinden van boeddhisten en hindoes. Trouwens ook niet tussen protestanten en katholieken. Ook artikelen van dubbele/meervoudige religieuze bindingen (dual belongings schijnt de vakterm te zijn geworden) hebben meestal het kenmerk dat één van de twee geloven die van christen is. ‘Christocentrisch denken’ noem ik dat. Vergelijk de begrippen ‘ethnocentrisch’ of ‘antropocentrisch’: de eigen groep als norm stellen waarmee anderen worden vergeleken. Maar het begrip ‘christocentrisch’ schijnt al te zijn ingepikt en een andere betekenis gegeven en wordt ook verder niet zo adequaat gevonden. Wellicht is ‘christendomcentrisch’ exacter; het heeft ook te maken met het (19de eeuwse) model dat er wereldreligies bestaan, en dat het boeddhisme bijvoorbeeld er – net zo als het christendom – één van is (vergelijk Payne).
Zowel boeddhist als atheïst zijn als vorm van dual belonging
Ik ken wel wat teksten over dual belonging die ook over boeddhisten gaan, maar dan zijn het steeds mensen die zowel boeddhist als christen zijn of proberen te zijn; en dat interesseert me nu net toevallig niet (wel in wetenschappelijke zin maar niet persoonlijk). Ik ben veel meer geïnteresseerd in het tegelijk boeddhist als atheïst of agnost zijn of proberen te zijn (de verschillen tussen agnostisch en atheïstisch laat ik even buiten beschouwing). Dat zou ook wat meer geproblematiseerd kunnen worden: tegelijk christen en agnost zijn is ook dual belonging maar wordt helaas meestal getypeerd als een half van z’n geloof afvallende of afgevallene.
Over het tegelijk boeddhist èn atheïst zijn (niet als keus maar als onvermijdelijke conclusie dat ik dat ben) ken ik niet zoveel heldere literatuur. Daarom hier een aanzet. Ook hét atheïsme bestaat natuurlijk niet. Ik heb vooral interesse in de bescheiden variant waarin van sommige thema’s wordt gezegd: we weten het niet; bijvoorbeeld over wat ‘bewustzijn’ is. In de Verenigde Staten wordt steeds meer de term ‘(religious) naturalism‘ gebruikt, dit drukt beter uit wat ik bedoel maar in nog niet in Nederland in zwang; zie de link naar een Wikipedia-artikel hieronder. Het is te gemakkelijk om een naturalistische of geseculariseerde variant (zoals Stephen Batchelor doet) van het boeddhisme te formuleren waarin boeddhisme en atheïsme met elkaar verzoend zijn. Ik wil geen verzoening, geen verdwenen spanningsveld, want dat is juist (voor mij) de essentie van deze dual belonging. Devotie bij de beoefening en ethiek horen daarbij; denkbeelden over reïncarnatie of andere vormen van leven na de dood niet: daar ben ik (net zo als veel westerse boeddhisten) hoogstens agnostisch over. Natuurlijk is het atheïsme geen religie; maar het is – voor mij – wel een zingevingssysteem; zij het met de inhoud dat het leven geen zin, geen vooropgezet doel, heeft. Maar dat vind ik als boeddhist eigenlijk ook.
De kunst van het langs elkaar heen leven
Goed, terug naar het boeddhisme en terug naar m’n pleidooi voor de kunst van het langs elkaar heen leven. Ik wil de Aziatische landen met een hoog percentage boeddhisten, maar ook tientallen procenten andere gelovigen (christen en moslims of hindoes bijvoorbeeld) bepaald niet idealiseren. Maar m’n indruk is toch dat in die landen er vrede is omdat die groepen langs elkaar leven, ieder hun eigen ding doend.
Met meer stelligheid durf ik dat te beweren van de omgang tussen boeddhisten onderling. Hét boeddhisme bestaat niet; voor zover het boeddhisme een religie is (dat woord zelf is al een Westerse constructie), is het een conglomeraat van diverse tradities die niet zoveel met elkaar gemeen hebben, behalve dan het concept ‘Boeddha’. Als die tradities in Nederland ieder hun eigen beoefening doen, gaat het goed. De problemen ontstaan als men probeert ze te verenigen (en die ‘men’ is dan vaak de overheid die graag met één vertegenwoordigend orgaan van dé boeddhisten (of dé hindoes of dé moslims) zaken willen doen.
Er zijn boeddhisten en boeddhisten (en boeddhisten)
Grote verschillen: sommige boeddhisten hebben als centrale boodschap ‘compassie’. De Dalai Lama bijvoorbeeld (althans in de boodschap tegen Westerlingen, tegen z’n eigen Tibetaanse boeddhisten zegt hij wel wat meer gecompliceerde of minder softe zaken, heb ik begrepen. Anderen hebben als boodschap: wees mindful, mediteer, lees de soetra’s, doe je rituelen, etcetera.
Hoe word je boeddhist? Deze vraag alleen al wijst op een sterke tweedeling. Er zijn blanke (meestal goed opgeleide vaak welgestelde) Westerlingen die zichzelf tot boeddhist hebben bekeerd; en er zijn uit Aziatische landen (bv Vietnam, Thailand, China) afkomstige boeddhisten die dat van generatie op generatie zijn. Deze groepen beoefenen nogal verschillend: van studie en meditatie versus ritueel om het wat te simplificeren. En ze hebben niet veel contact met elkaar. Dat geeft toch ook niet?
Losjes verbonden
Een ander aspect van het thema ‘boeddhisme en verbondenheid’ is de vraag: moet een Westers boeddhist solidair zijn met andere boeddhisten; bijvoorbeeld met de door China onderdrukte Tibetanen? Meer dan solidair met andere levende wezens?
En moet een Westers boeddhist ‘des broeders hoeder’ zijn als andere boeddhisten (in Azië, in Sri Lanka en Birma hebben ze er wel aanleiding toe gegeven) zich verwerpelijk gedragen tegen andere bevolkingsgroepen?
Theoretisch is het antwoord: ja; maar in de praktijk komt daar niet zoveel van. Wel is het – ook voor hier – nuttig om te benadrukken dat het beeld dat boeddhisten altijd en overal zo vredelievend zijn, niet helemaal klopt.
Het betoogje hierboven roept ook nog eens de vraag op of ik me met atheïsten verbonden moet voelen, specifiek dus, meer als met alle levende wezens in het algemeen? Alleen een beetje met de Amerikaanse die soms onder druk worden gezet door agressieve Christenen (creationisten en zo). Verder niet.
Samen alleen zijn
De kunst van het langs elkaar heen leven. Een goeie oefening (niet in, maar wel ten behoeve van het dagelijks leven) zit in de ‘sociale’ kant van meditatie-retraites, althans in die van mijn boeddhistische traditie. Van een paar dagen tot een paar weken lang, in een gebouw met overnachtingsmogelijkheden. Inclusief wandelen en eten. Dat gebeurt – uit praktische overwegingen – in een groep maar toch ook weer alleen. Want een regel in zo’n retraite is dat de deelnemers geen contact met elkaar hebben: niet spreken (of schrijven), maar ook geen oogcontact. Vooral dat laatste is voor velen in het begin lastig: het even bemoedigend naar elkaar glimlachen is niet de bedoeling. Maar na een tijdje merk je dat het helpt om je meditatieve proces te verdiepen.
Ondanks deze iets andere benadering vind ik Nieuwwij een boeiend concept en goede website. Bij wijze van samenvatting de boeddhistische middenweg: soms is verbinden beter en soms langs elkaar heenleven.
Een aantal bronnen:
– http://en.wikipedia.org/wiki/Religious_naturalism; een helder informatief artikel over een betere term dan ‘atheïsme’, namelijk: (religieus) naturalisme;
– http://openboeddhisme.nl/; een onafhankelijk journalistiek webmagazine;
– www.nonplusx.com/app/download/708249104/%28B+%E2%8A%82+R%29+
%E2%87%92++If+Buddhism+is+a+Religion%2C+then+what.pdf; het artikel ‘If Buddhism is a Religion, then what‘ door Richard Payne over nadelen van de constructie ‘wereldreligie’.