Religies en in het bijzonder de monotheïstische godsdiensten hebben de onhebbelijkheid mannen voor te schrijven in welke gaten zij hun penis mogen stoppen en vrouwen in welk gaten zij de mannelijke penis mogen toelaten. Ik zou het nog wat scherper moeten formuleren en in beide gevallen het enkelvoud van het woord ‘gaten’ moeten gebruiken. Mannen mogen hun penis immers in één enkel gat stoppen, de vagina, en vrouwen mogen penissen alleen maar toelaten in hun vagina. Ik besef dat het begin van dit deel van mijn serie nogal confronterend overkomt. En dat is ook precies de bedoeling. Religie bemoeit zich met seks. De vrijgezelle mannen in het Vaticaan houden zich dag en nacht bezig met de seksuele ge- en verboden in de katholieke kerk en ook de moslimautoriteiten in de wereld zijn er maar druk mee. Wie beweert dat religie seksloos is, zit er ver naast. Het tegendeel is het geval.

Moslimzijn en homozijn

De strenge regelgeving betreffende seksuele omgang wordt een probleem als een gelovige moslimman ontdekt dat hij seksueel alleen maar op mannen valt en een gelovige moslimvrouw op vrouwen. De seksuele regelgeving zoals hierboven onverbloemd weergegeven kan dan niet meer worden toegepast. Wat te doen? Wel, de islamitische leer is er duidelijk over: seksuele omgang tussen moslimmannen is verboden en hoewel er over de seksuele omgang tussen twee vrouwen minder jurisprudentie is moge duidelijk zijn dat ook homoseksuele moslimvrouwen een probleem hebben.

Ik gebruikte in de laatste zin de woorden moslimmannen en moslimvrouwen en over deze mensen wil ik het in de eerste plaats hebben: zij die oprechte gelovigen zijn, moslims, en tot hun schrik, verbazing of verrassing vaststellen dat zij seksueel vallen op mensen van het gelijke geslacht. Maar zij zijn ook moslims. Zij belijden het ‘Er is geen God dan Allah en Mohammed is Zijn profeet’ en ze willen niets anders dan hun geloof praktiseren en erbij horen. Maar hoe doe je dat als moslimhomo of moslimlesbo? Natuurlijk zijn er die voor zichzelf besluiten geen ruchtbaarheid te geven aan hun geaardheid. Ze schikken zich naar de boven gestelde regels, doen verder niets met hun homoseksualiteit of ze leven een dubbelleven. Over die situaties wil ik het hier niet hebben want dergelijk gedrag, hoe begrijpelijk ook, lost het probleem niet op. De grote vraag is: hoe kunnen we homoseksualiteit met islam verzoenen?

De geschiedenis van Lot

Kijken we naar de Koran, dan wordt homoseksueel gedrag traditioneel gerelateerd aan de geschiedenis van Lot, zoals we die ook kennen uit het Oude Testament. In zijn boek Islam en homoseksualiteit (2001) geeft auteur Omar Nahas een overzicht van die verzen in de Koran die betrekking hebben op Lot, of Loet in het Arabisch, en zijn volk. Vastgesteld wordt in Soera 7, ‘De hoge plaatsen’, vers 81 (in de vertaling van Verhoef): ‘U wilt met wellust mannen benaderen in plaats van vrouwen. U bent een volk van overtreders.’ En in soera 27, ‘De mieren’, vers 55: ‘Wilt u met wellust mannen benaderen in plaats van vrouwen? U bent een volk zonder enig inzicht’. Opvallend is dat de Koran niet komt met specifieke strafmaatregelen behalve dat homoseksueel gedrag als beschreven wordt gezien als ‘gedrag van overtreders’ en van ‘volk zonder enig inzicht’. Verzen die specifiek ingaan op mogelijke sancties zijn 15 en 16 van Soera 4, de Vrouwen: ‘En tegen diegenen van uw vrouwen die iets gruwelijks begaan, moet u vier mensen van u als getuigen oproepen. En als zij dat inderdaad getuigen, houdt hen dan vast in huis totdat de dood hen wegneemt of God voor hen een weg opent. En twee mannen van u die dat begaan, moet u beiden straffen. En als zij berouw hebben en het weer goed maken, moet u uw handen van hen aftrekken. Voorwaar God laat zich niet vermurwen, Hij is genadevol.’ De verzen zijn hybride. Er zit veroordeling in, maar er zit ook genade in, typisch voor de Koran. Wanneer we kijken naar de hadith, de traditie van de profeet en de sharia, dan zijn deze, zoals zo vaak, veel strenger dan de Koran. Het voert in het kader van dit artikel te ver om de jurisprudentie in de Sharia betreffende homoseksualiteit te behandelen. Maar de kern van het verhaal in de traditie en de Sharia is dat homoseksualiteit wordt veroordeeld, en dat er straffen op staan, met als ultieme straf de dood.

Dezelfde Koran: positief over homoseksualiteit

Het is opmerkelijk dat dezelfde Omar Nahas in zijn boek ook een overzicht geeft van andere verzen in de Koran die positief lijken over homoseksualiteit. Het gaat dan met name om verzen waar de indruk wordt gewekt dat het verschijnsel voorkomt in het paradijs.  Zoals in Soera 52, De berg, vers 24: ‘En er gaan bij hen jonge mensen rond die net zo goed als parels verzorgd zijn’. En Soera 56, De grote gebeurtenis, vers 17: En er gaan bij hen jonge mensen rond die onsterfelijk zijn.’ Verhoef vertaalt in beide gevallen ‘jonge mensen’, wat nobel is, maar waardoor elke erotische connotatie van de Arabische woorden ghilmaan (knapen, in Soera 52) en wildaan (jongens, in Soera 56) neutraliseert.  In Soera 76 De mens 19 is ook sprake van ‘jonge mensen’ (wildaan, jongens) maar is de tekst erna interessanter: ‘Als u hen ziet, denkt u dat zij parels zijn die rondgestrooid zijn.’ Ook hier doet Verhoef zijn best de vertaling zo weinig erotisch te houden. Het Arabisch, en het spijt me, daarvoor moet je Arabisch kennen, heeft een erotische uitstraling die de vertaling ontbeert. Met verwijzing naar Soera 43, vers 71 “En daarin (het paradijs) is dat wat hun hart verlangt” concludeert Nahas dan op onnavolgbare wijze dat homoseksualiteit ongetwijfeld een onderdeel zal zijn van de hemelse lusten in het islamitische paradijs

De verlangens van Aboe Noewas

Wie aan islam denkt, denkt dus ook aan homoseksualiteit. De aloude islamitische culturen staan bekend om hun liefdesrelaties tussen mannen onderling en tussen mannen en jongens. De Arabische dichter Aboe Noewas (ca. 750-810) bezong het genot van de herenliefde en tot op de dag van vandaag genieten sommige steden en streken in Arabische landen een levendige gay scene.

Nahas verwijst in zijn boek naar diezelfde Aboe Noewas die zich naar verluidt bij een vriend beklaagd zou hebben dat hij zijn verlangen naar een jongeling vast niet gerealiseerd zou zien in het paradijs. De vriend antwoordt bevestigend. Dat zal niet het geval zijn, maar, zo betoogt Nahas, en verderop in zijn boek haalt hij nog meer bronnen aan om zijn gelijk te bevestigen, dat staat in schil contrast tot boven genoemd Koranvers waarin gesteld wordt dat in het paradijs datgene is wat het hart van een mens verlangt.

Homoseksualiteit is iets heel anders dan Sodom- en Gomorraseks

Nahas probeert in zijn boek de homo-onvriendelijke verzen in de Koran te deconstrueren door ze te interpreteren als onvrijwillige Sodom-en-Gomorraseks. Het verhaal van Lot is immers een verhaal van geweld en intimidatie en zeker niet van liefde tussen mensen van het gelijke geslacht. Terecht wordt dit soort seks veroordeeld. Dat vastgesteld hebbende leest hij, we zagen het boven, de Koran zo dat homoseksualiteit of op zijn minst homo-erotiek in het paradijs mogelijk is. Daarbij stelt hij dat ‘een visie islamitisch verdedigbaar is als er niet getornd wordt aan de algemeen geaccepteerde geboden en verboden’ (34) en met dat laatste slaat hij natuurlijk de spijker op de kop: de islam, het werd al eerder in deze serie vermeld, kent geen centrale autoriteit en dus is het constant zoeken naar consensus. En wat moet je als moslimautoriteiten doen met moslims die volmondig belijden dat er geen God dan Allah is en Mohammed zijn profeet en daar ook naar willen leven? Het is een dilemma.

Homoseksuele imams

Er zijn inmiddels diverse homoseksuele imams in de wereld. Op deze site staat de top vijf (er zijn er meer maar het is te gevaarlijk om iedereen te noemen) van homoseksuele imams die een moskee runnen die homovriendelijk is. Het verhaal van Ludovic Mohamed Zahed is zonder meer indrukwekkend. Hij is de vleesgeworden verzoening tussen homo- en moslimzijn. Na een lange queeste over zowel zijn moslim- als homo identiteit keerde hij als out de kast gekomen homo terug tot zijn religie: de islam. Hij trouwde en richtte in Frankrijk een stichting op voor de belangen van homo. In zijn rechtvaardiging van de natuurlijke band die er is tussen homo- en moslimzijn stelt hij dat homozijn geen keuze is, maar iets wat bij je hoort en daarom beschouwt hij zichzelf als zodanig geschapen door Allah, een argument dat Nahas ook noemt, daarbij verwijzend naar vers 17 van Soera 5 ‘De dis’: ‘Hij schept wat Hij wil. En God heeft macht over alle dingen.’ ‘God kan dus ook zaken creëren die de mens niet kan beschrijven of bevatten, die de menselijke kennis te boven gaan’ aldus Nahas (85).

Mohammed, een homovriendelijke profeet

Ludovic Mohamed Zahed zegt in een interview dat hij ‘er van overtuigd is dat als de profeet Mohammed nog zou leven, hij homoseksuele paren zou trouwen’. Hij werkt deze gedachte verder uit in een boek over de thematiek islam en homoseksualiteit. De gedachte dat de profeet de meest beminnelijke persoon op aarde was, die een goed hart had voor iedereen, zeker voor diegenen die afweken van de rest, vinden we hier weer terug, daar waar moslim feministes vergelijkenderwijs stelden dat Mohammed de meest vrouwvriendelijke profeet was die je je kon voorstellen. Nu wordt de profeet voorgesteld als de meest homovriendelijke profeet die je maar kunt bedenken. Natuurlijk, de wereld is nog lang niet zo ver dat homoseksualiteit als gewone vorm van seksualiteit wordt geaccepteerd, laat staan dat dat het geval is bij religies als het christendom en de islam. Maar geïnspireerd door de Koran en de homovriendelijke profeet zijn er allerlei initiatieven in de islamitische wereld. Zo zijn er in Libanon LGBT groepen actief en is er een organisatie Barra (‘Out’) die een tijdschrift uitgeeft en een eigen Facebookpagina beheert. Belangrijk zijn ook rolmodellen zoals de Marokkaanse schrijver Abdellah Taïa die uit de kast kwam en in zijn romans onverbloemd over zijn homoseksuele gevoelens en ervaringen spreekt. Laat overigens niet de indruk gewekt worden dat het alleen bovengenoemde Omar Nahas is die het thema homoseksualiteit en islam op de –Nederlandse- agenda heeft gezet. Hij is inmiddels een ‘éminence grise’ op dit gebied en gelukkig zijn er na hem nieuwe initiatieven genomen, met name door Dino Suhonic en zijn stichting Maruf die zich hard maakt voor de bespreekbaarheid van het thema en de verdere integratie van moslimhomo’s, met name binnen de eigen gemeenschappen. Ook het COC doet overigens een stevige duit in het zakje.

Concluderend kan vastgesteld worden dat het onderwerp homoseksualiteit en islam binnen de moslimgemeenschappen over de hele wereld leeft en het zou mooi zijn als er op termijn een sluitende visie over het onderwerp zal zijn die elke moslim en moslimautoriteit zal aanspreken. Dan ontwikkelt zich een volwaardige homoseksuele islam. Wat mij betreft de ‘ware’ islam.

Jan Jaap de Ruiter

Jan Jaap de Ruiter

Arabist

Jan Jaap de Ruiter (1959) is arabist en de Arabische taal is zijn grote -professionele- liefde. Het Arabisch is een van de twee ankerpunten …
Profiel-pagina
Al 6 reacties — praat mee.