Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Prinsjesdagontbijt werd het onderwerp “Zijn idealen voor Europa nog levensvatbaar?” belicht door: Mw. Drs. C.M. Wortmann-Kool, vice-voorzitter van de Europese Volkspartij en 2004-2014 Lid van het Europees Parlement, Drs. F.C.G.M. Timmermans, Minister van Buitenlandse Zaken en Mgr. Dr. G.J.N. de Korte, bisschop van Groningen-Leeuwarden.
Het betoog van mgr. De Korte volgt hieronder:
ZIJN IDEALEN VOOR EUROPA NOG LEVENSVATBAAR?
Europa als waardengemeenschap een katholieke visie
Prinsjesdagontbijt, vrijdag 12 september 2014
Den Haag
Dames en heren,
Met genoegen spreek ik vandaag over de vraag of idealen voor Europa nog levensvatbaar zijn. Door de chaos, de wreedheid en het oorlogsgeweld in Noord- Afrika, het Nabije Oosten en Oekraïne zijn er genoeg waarnemers die idealen, mensenrechten en internationaal recht even tussen haken willen zetten en pleiten voor een Europese Realpolitiek waarbij macht en invloedssferen het primaat hebben. Wat moeten wij in de huidige onrustige wereldsituatie met idealen en waarden voor Europa?
U zult het mij niet euvel duiden dat ik als rooms- katholiek bisschop in mijn inleiding graag bijzondere aandacht vraag voor de christelijke traditie. De idealen en waarden die de revue passeren hebben voor christenen, door hun geloof in God, natuurlijk een eigen betekenis. Maar ik ben ervan overtuigd dat deze idealen en waarden ook voor niet-gelovigen of om in katholiek jargon te spreken voor alle mensen van goede wil grote betekenis kunnen hebben.
Het project Europa heeft na 1945 de steun gehad van de leiding van de katholieke Kerk. Maar ook veel politici met een katholieke levensovertuiging hebben aan de wieg van de EGKS en de EEG gestaan.Ik noem Robert Schuman, Konrad Adenauer en Alcide de Gasperi. Voor hen was Europa veel meer dan een economische gemeenschap alleen. Voor hen was Europa een waardengemeenschap.
Maar over welke waarden spreken wij? Welke waarden uit de brede christelijke traditie hebben de Europeanen van het eerste uur geïnspireerd? Welke waarden biedt die christelijke traditie aan het Europa van vandaag en morgen? Ik noem allereerst de noties dienen en verzoenen.
Dienen en verzoenen
De Tweede Wereldoorlog openbaarde het moreel failliet van Europa. Na de val van nazi Duitsland in 1945 werd duidelijk hoe groot de gevolgen van de oorlog waren.Miljoenen mensen waren gedood. Nog meer miljoenen mensen waren op de vlucht. In vele steden en dorpen waren grote verwoestingen aangericht. De moeilijke jaren van de wederopbouw braken aan. Pijnlijk duidelijk was geworden wat de gevolgen zijn als macht wordt misbruikt; als macht niet gebruikt wordt om te dienen maar om te heersen. Oude erfvijanden moesten bondgenoten worden. Dat kon alleen doordat de Europese leiders niet bleven omzien in wrok maar bereid waren tot een dienstbare opstelling en bereid waren tot verzoening.
Ongetwijfeld heeft de christelijke traditie geholpen om te komen tot dienstbare macht en tot verzoening. Verzoening vormt een centraal thema in het christelijk geloof. Naar bijbels getuigenis is God ons in Christus immers verzoenend tegemoet getreden.
Wie zelf van deze verzoening leeft, zal anderen vaak met vallen en opstaan vergeving schenken en de bereidheid hebben om te komen tot verzoening. Zo konden na 1945 de oude hoge muren, vooral tussen de oude kemphanen Frankrijk en Duitsland, worden afgebroken en gewerkt worden aan het gezamenlijke project Europa. Naast dienen en verzoenen noem ik graag de noties plannen en ontvangen
Plannen en ontvangen
Het Europa van de wederopbouw had maken, plannen en beheersen hoog in het vaandel staan. Wetenschap en techniek waren door de nazi’s ingezet om te komen tot een fabrieksmatig uitgevoerde moord op miljoenen mensen, met name joodse mensen. De menselijke rede werd niet ingezet voor de vooruitgang maar voor de vernietiging. Niet voor niets is daarom na 1945 gesproken over de dialectiek van de Verlichting. Ik noem in dit verband de neo-marxisten Max Horkheimer en Theodor Adorno maar ook de katholieke denker Romano Guardini.
In de jaren van de Wederopbouw werden wetenschap en techniek ingezet voor de creatie van welvaart en welzijn. En dat heeft ons Europeanen geen windeieren gelegd. De meeste inwoners van Europa werden welvarende mensen. Goed behuisd, goed gekleed en gevoed, goed geschoold. Mensen kunnen, vanuit het christelijk geloof, worden gezien als co-creatoren; mede-scheppers. Redelijke schepselen die worden uitgedaagd om hun gaven en talenten creatief en innovatief in te zetten. De christelijke traditie plaatst echter bij al ons menselijk maken en plannen een stevige kanttekening en wel met de notie “genade”.
Nu valt dat woord genade op deze vroege ochtend bij sommigen van u waarschijnlijk wat zwaar op de maag. Misschien wordt de stevige theologische notie genade al beter verteerbaar als ik het omschrijf met woorden als ontvangen en gunnen.
De apostel Paulus stelt in een van zijn brieven de vraag:“ Wat heb je wat je niet ontvangen hebt” (1 Korinthe 4,7) De echt belangrijke zaken van ons bestaan worden niet door ons gemaakt of gepland maar mogen wij ontvangen. Niemand van ons heeft zijn eigen leven gemaakt. Ook kan niemand liefde maken. En dat geldt ook voor vriendschap. Leven, liefde en vriendschap maar ook talenten zijn ontvangen; zijn ons gegund.
Mensen maken niet zichzelf en construeren niet op eigen houtje hun identiteit. Integendeel, wij ontlenen in grote mate onze identiteit aan anderen. En zeggen gelovige mensen: dé Ander, de scheppende God. Pas in verbondenheid met anderen komt ieder mens tot uitbloei. Wie leeft van het ontvangen, zal ook voor zijn naaste het goede zoeken.
Tegen die achtergrond reikt de christelijke traditie het Europa van vandaag en morgen en met name ook het katholiek sociaal denken belangrijke waarden aan. Ik noem de inzet voor de menselijke waardigheid, het bonum commune en de onderlinge solidariteit.
Waardigheid, bonum commune en solidariteit
Het besef dat ons het bestaan wordt gegund vormt een krachtige motivatie om op te komen voor de bescherming van de menselijke waardigheid. Voor de christen is die waardigheid gegeven met het geschapen- zijn door God. Dus transcendent gefundeerd. Wie de naaste schendt, schendt daarmee de Schepper. De mens is geen los atoom maar een persoon die alleen door relatie met anderen tot volle uitbloei kan komen.
De ander het leven gunnen impliceert dan ook de inzet voor het bonum commune, het algemeen goede. Niet een leven dat cirkels rond het eigenbelang alleen maar het algemeen belang voor ogen houdt. En daarmee verbonden de inzet voor onderlinge solidariteit. Een leven van solidariteit met de kleinen en de kwetsbaren in Europa maar ook elders op deze wereld. Wij zijn immers allemaal broeders en zusters van elkaar.
Inzet voor duurzaamheid
Een ontvangen wereld vormt ook het fundament voor de inzet voor duurzaamheid. In kerkelijke taal: voor de heelheid van de schepping. In een geschonken wereld zijn wij immers geen eigenaren maar rentmeesters, of misschien nog mooier gezegd, hoveniers. Met een grote verantwoordelijkheid om Europa te behoeden en bewaren voor de generaties die na ons komen.
Subsidiariteit
Een centrale notie in het katholiek sociaal denken vormt de notie van subsidiariteit. Dit subsidiariteitsdenken impliceert een decentrale denkrichting. Voor het Europa van vandaag en morgen liggen hier belangrijke uitdagingen. Wat kan door de nationale staten worden gedragen en wat moet door Brussel worden gedaan? Deze vragen staan ook in de huidige politieke debat centraal. Vanuit christelijk-sociaal perspectief wordt de verantwoordelijkheid op een zo laag mogelijk niveau gelegd. Boven- nationaal wat moet; nationaal wat kan. En ook binnen iedere natie is het goed subsidiair te denken. De mens en zijn gemeenschappen, zoals gezinnen, scholen, kerken, vakbonden en andere spelers op het maatschappelijk middenveld zijn belangrijke spelers naast de overheid en de markt.
Verwondering en dankbaarheid
Het besef te leven van het ontvangen roept verwondering op en dankbaarheid. In Europa mag diepe dankbaarheid zijn voor 70 jaar vrede. Recent schreef Aleid Truijens dat wij al 70 jaar in Sprookjeswonderland leven. (De Volkskrant, 11 augustus 2014) Vrede is het vruchtwater waarin wij ronddobberen. Wij voelen haar niet. Maar historisch gezien is een zo lange vrede uitzonderlijk. Europa is immers de eeuwen door geteisterd door vreselijke oorlogen met miljoenen slachtoffers. 70 jaar vrede is de vrucht van het naoorlogse project Europa.
Tot slot: het kleine meisje hoop
Ik kom tot een afronding. En ik noem dan graag de deugd van de hoop. Charles Péguy spreekt in een van zijn gedichten over het kleine meisje hoop tussen de twee zussen geloof en liefde. Hoop wil het cynisme en nihilisme uit ons hart bannen. De deugd van de hoop biedt toekomstperspectief.
De hoop vormde een belangrijke krachtbron voor Europa in 1945. Ondanks de puinhopen werd moed verzameld een nieuwe start gemaakt en de wederopbouw gestalte gegeven. Diezelfde hoop kan ons ook vandaag de kracht geven de grote uitdagingen van onze tijd energiek tegemoet te treden.
De christelijke traditie levert geen compleet uitgewerkte maatschappelijke blauwdruk. Veeleer stelt zij vragen, wil zij ogen openen voor blinde vlekken en spreekt zij, indien nodig profetische woorden. Uiteindelijk gaat het om de realisatie van de goede samenleving of, met een woord van de katholieke filosoof Jacques Maritain, om de inzet voor een christelijk of integraal humanisme.
Het gaat om de inzet voor humaniteit, geworteld in de humanitas dei; de mensenliefde van God die in Christus een gezicht gekregen heeft. Ik ben er diep van overtuigd dat de waarden van het christelijk- sociaal denken een moreel kompas kunnen zijn voor allen die gestalte willen geven aan de goede samenleving in Europa.